Rockclichéshow Electric Eel Shock vermaakt

Over de top Rock & Lol op z’n Japans

Bas Verbeek, ,

De naam Electric Eel Shock is inmiddels niet onbekend in Nederland. De Japanse rock & lol nam zelfs in Nederland zijn nieuwe cd ‘Beat Me’ op. Na een nieuwe cd komt een toer, en gisteren mocht de band eens een keer niet een ruim podium beklimmen, maar had rockcafé Little Devil de eer om de band in intieme setting hun rockshow te geven.

Over de top Rock & Lol op z’n Japans

Drie gekke Japanners die Black Sabbath overmatig vereren verhuld in catchy rocksongs of heftige metalpassages. ‘Rock & Roll Can Rescue the World’, was een van de motto’s en songtitels die de radiostations halen. Na het pas uitgekomen tweede album, stond de band donderdagavond in Little Devil, met als net-niet-opwarmer Wasted. Wel vieze bekken trekken, maar wel netjes het haar gekamd. Wel een rode leren broek, maar wel een casual shirt erboven. Ook muzikaal is Wasted net-niet-glamrock. Wel het geluid keihard zetten, maar niet ruig genoeg spelen. Wel vuige taal aanslaan in biografieën, maar gewoon brave midtempo nummers spelen. Zelfs als voorprogramma schiet Wasted zijn doel voorbij. Iedereen staat stil te kijken en velen geven de band nog een kans om een rocksfeer te kweken, echt sleazy te worden of leuke nummers te gaan spelen. Het gebeurt niet, want wat er namelijk gebeurt als een dergelijke band ook maar niet een beetje over de top is, is dat zowel de liedjes als de show vlees noch vis is. In één ding heeft de band wel gelijk: dit is a Waste of time. Het tegenovergestelde heet Electric Eel Shock, die wél alle rockclichés aandikt. Bewust of misschien wel onbewust, want Japanners zijn nou eenmaal iets anders als het om show gaat. De band maakte naam met puntige rocknummers gebaseerd op oneliners en pakkende riffjes. Pas kwam het tweede album ‘Beat Me’ uit, geproduceerd door Attie Bauw, bekend van productiewerk met Judas Priest en The Scorpions. Praktisch betekent dat Little Devil volgepakt staat om het luchtige rock- en metalvermaak te lachen. Tenminste, bij de oudere liedjes. Als een stel losgeslagen Japanners roept de band op zijn enthousiast zijn oneliners als ‘Gimme Suicide and Rock & Roll’ en’Do The Metal’, gitaren worden tegen het hoofd geramd, drummer stampt, op een sok rond zijn piemel na, naakt rond en er worden vooral veel gekke bekken getrokken. De boel lijkt te kalmeren als nieuwe nummers wél teksten hebben die iets meer zijn dan een los zinnetje en composities hebben die iets uitgebreider zijn en eindigen in ellenlange solo’s. Alles natuurlijk met de gebruikelijke clowneske rockarrogantie, maar de puntigheid is verdwenen, en daar moet deze band het toch echt van hebben. Dus als wel weer zo’n ouder nummer klinkt leeft de boel op, dat de band zijn eigen snelheid soms niet kan bijhouden zodat er fracties van gitaarpartijen missen geeft dan helemaal niks. Ook wordt er in het stampvolle kleinste podium van Tilburg (vorig jaar had de band nog een volle Effenaar bij een eigen show) show gemaakt met non-stop verwijzingen naar Black Sabbath en nog een handje vol metalklassiekers. De band schaamt zich ook niet om die bekende riffs op te nemen in het repertoire. Voor degene die eerder een show zagen blijken dat soort podiumgrappen maar één keer leuk, maar het rockvermaak blijft; dus is het applaus, de voldoening en de lust naar meer, gezien drukte bij merchandise, groot.