Motörhead speelt luid, maar niet spannend

Rocklegendes overtuigen niet op inspiratieloze rockavond

Bas Verbeek, ,

‘Everything louder than everything else’. Een succesformule van Motörhead die al dertig jaar meegaat. Of de rockmotör na al die jaren verslijtingsverschijnselen vertoont? Je zou het kunnen denken; gisteren in 013 was de band namelijk wel hard, maar de enthousiaste snelheid was ver te zoeken.

Rocklegendes overtuigen niet op inspiratieloze rockavond

Motörhead. Introductie heeft de Britse band inmiddels niet meer nodig. 1975-2005 staat er onder het logo dat op een groots afgebeeld op het podium hangt. Vele generaties weten waar Motörhead voor staat. Of je nou het eerste of het laatste album opzet; in principe klinken ze hetzelfde: niet lullen maar rocken. Ook shows gaan volgens vast stramien. Misschien klinkt het daarom wel gewoon als een van al die duizenden optredens. Tijd voor wat kritiek op de altijd geprezen band. SLAP De avond begint in ieder geval weinig spannend. Bezoekers van de uitverkochte zaal zijn grotendeels nog onderweg en zo wordt het al aanwezige publiek om half acht in de avond verveeld met Slunt. Een behoorlijk zware bodem die dreunt in je buik, da’s lekker om een Motörheadavond mee te beginnen. Het is dan alleen jammer dat op die geluidsboost inspiratieloze vuigevrouwenrock wordt gespeeld. De frontvrouw pakt alle ik-ben-een-stoere-rockvrouwclichés bij elkaar, maar krijgt het dan alsnog niet voor elkaar om stoer te klinken. Ze is frisser dan Nashville Pussy, maar smeriger dan Juliette Lewis en de slappe band ontbreekt aan alle passie. Roepen dat ze uit New York komen en even flink New York Dirty Rock ‘n’ Roll komen spelen, zorgt er echt niet voor dat we onder de indruk zijn. KARIKATUUR Maar het kan slechter. SQY (voorheen Sequoyah) komt al spuitend met drankflesjes en zwaaiend met microfoon op. Gehuld in fancy motorsportkleding en cowboyhoed zou je denken dat hier weer een stel over de top Amerikanen het podium opklimt. Het zijn echter Brabanders die Amerikanen nadoen. En de inzet is echter geen speedrock, maar ouderwetse heavy metal in slechte uitvoering. Nog slapper en inspiratielozer dan Slunt. Lachwekkend is ook de ver overdreven uitspraak van de zanger, die zich regelmatig bij z'n ballen grijpt. Hij zet een karikatuur neer zonder het in de gaten lijkt te hebben. TIETEN De overdreven clichés in verneukte vorm zorgen ervoor dat er regelmatig boegeroep klinkt uit het publiek. Dan maar sympathie winnen met een actie: de zanger biedt een meet en greet met Lemmy aan voor degene die haar tieten op het podium komt laten zien. Zelfs dat mislukt, want in plaats van een enthousiaste en gewillige slet komt er een wat verlegen meid het podium op die vluchtig haar bescheiden voorgevel laat zien. Het lijkt eerder een spijtige afgang voor haar dan een moment van vreugde. Volgende keer gewoon maar weer Peter Pan Speedrock uitnodigen in het voorprogramma. RUSTIGE MOSHPIT De inboedel van 013 is niet voldoende voor de band die al jaren het motto ‘Everything louder than everything else’ roept. Dus staan en hangen er een hoop extra speakers voor het podium. Everything Louder inderdaad, maar dat wil helaas niet zeggen dat de ouderwetse rock ‘n’ metal snel is en vol pit zit. Met de eeuwig zelfde zanglijnen en bijbehorende begeleiding blijft het een eentonig midtempo gebeuren. Het drietal speelt strak en degelijk en valt niet te betrappen op een slecht humeur, maar ook niet echt op een opgelaten stemming. Het publiek overigens ook niet, op een constant rustig heen en weer swingende moshpit na. GEMIDDELD Het publiek komt maar niet echt los. Pas ver over de helft komen er zo nu en dan oplevingen met als hoogtepunt een Ramones-tribute, de associatie met de snelheid van die band gaat die van Motörhead te boven en het publiek wordt zichtbaar wakkergeschud. De alcohol gaat pas werken als het optreden bijna klaar is, en tot ergernis van de mensen achter de geluidstafel vliegt dezelfde alcohol ook regelmatig door de zaal. Ten slotte werkt na een akoestisch bluesnummertje de klapper ‘Ace of Spades’ nog aardig, maar er klinkt toch een beetje het gevoel door dat de band dit al duizenden keren heeft gespeeld. Op de festivals liet de band zich afgleopen zomer toch echt van hun enthousiastere kant zien, vandaag blijft het wat inspiratieloos en daarmee gewoonweg saai.