Danzig matig en sfeerloos

Concertpech op vrijdag de dertiende

Bas Verbeek, ,

Vrijdag de dertiende. Een duistere datum, die natuurlijk net zo weinig serieus is te nemen als het 666-gehalte van Danzig. Jammer is dat het bijbehorende duistere rockgenot van deze rockklassieker in 013 ook niet serieus tot het publiek komt.

Concertpech op vrijdag de dertiende

Bij rockconcerten kan je over het algemeen 013 binnen lopen zonder allerlei controles tegen te komen. Vandaag niet. Op verzoek van hoofdact-frontman Glenn Danzig, mag er absoluut niet gefotografeerd worden en riemen en bandjes met spikes zijn ten strengste verboden. Meestal wordt er in 013 niet op los gemept met riemen met spikes, maar Danzig vertrouwt zijn publiek niet. Misschien zijn fans juist wel afgehaakt om de wat vreemde houding van de gespierde patser. Of gewoon omdat de laatste serie albums niet zo in de smaak vielen bij de liefhebbers van de donkere, zwoele maar toch ruige rock. Het enige Beneluxconcert trekt namelijk de grote zaal in 013 nog niet half vol. En nog niet kwart vol als het voorprogramma Cowboys & Aliens optreedt. Deze Belgen hebben in het verleden wel intenser gerockt dan vandaag. De stonerrock is onopvallend, eentonig en cliché, maar vooral slap gespeeld. De frontman kijkt niet één keer naar het publiek en ook andere bandleden proberen niet eens een vonk richting de zaal te sturen. De vonken blijven ook uit bij Danzig. Van een sfeervolle show is geen sprake; decorstukken blijven achterwege en vooral het geluid laat te wensen over. Danzig zelf komt slecht boven het veel te gruizige en harde geluid van Prong-gitarist Tommy Victor. Vooroverbuigend zien we een kalend kruintje ontstaan in zijn zwartgeverfde coupe, samen met het wat ouder worden wellicht een reden om fotografie te verbieden. Gelukkig mogen de persfotografen er wel bij om zijn opgeblazen hoofd vast te leggen. Maar hoe groot hij zijn kaken ook maakt, het publiek wordt constant verveeld met het minder interessante repertoire gehuld in een uiterst matig en sfeerloos zaalgeluid. Pas als Twist of Cain wordt gespeeld, van het debuutalbum uit 1988, horen we opeens een Danziggeluid, en natuurlijk een van de betere nummers. Het is het begin van een goedmakend einde van een zeer matig concert. Mother en Dirty Black Summer volgt net als een cover uit Danzig’s Misfits tijd: Skulls. Te weinig om echt te kunnen genieten.