Bloed, zweet en spuug bij The House Of Destructo

Tilburgse rockers verstaan de kunst van het zelfdestructivisme

Bas van Duren, ,

Nog even en dan zijn ze er niet meer. The House Of Destructo speelt nog maar twee keer en dan is het afgelopen. Gisteren stond de band voor het laatst in Tilburg. Metalkroeg Little Devil was uitverkoren om een intiem podium te bieden voor de vijf heren. En er werd gesloopt.

Tilburgse rockers verstaan de kunst van het zelfdestructivisme

De Tilburgse Turbojugend, een aparte en strikte fanclubafdeling van Turbonegro, zit buiten aan het bier en leggen uit dat iedere club om de 77 dagen iets moet organiseren. Vandaar dat het Amsterdamse Malle Pietje & zijn Bimbo’s en The House Of Destructo vanavond optreden in thuishonk Little Devil. Voor de laatstgenoemde is het de laatste keer dat ze in Tilburg spelen. Nog twee keer en dan is het afgelopen met The House Of Destructo. TRASHY Je moet geniaal zijn om alleen al zo’n naam verzinnen. Of gek, maar de combinatie van geniale gek is niet ongebruikelijk. ‘Geniaal gek’ is ook het etiket wat de muziek en de podiumpresentatie van Malle Pietje & zijn Bimbo’s mag krijgen. Malle Pietje, beter bekend als Bram, is een forse kerel van achterin de twintig die achter het drumstel mag plaats nemen. Voor hem, de Bimbo’s. Met de hoofdletter B. Kiki en Janneke spelen gitaar en bas en zijn trashy gekleed. Wederom een woord waar we de muziek mee mogen bestempelen. Trashy. GRAP N ROLL? De show begint met een electrodeuntje uit de cd-speler waarop het blonde duo erg verleidelijk op danst. Wat volgt is een grote brok herrie die in je hoofd binnendringt alsof er spijkers door je trommelvliezen worden geslagen. Punkrock met de volumeknop kapot. Het geschreeuw/gekrijs/gekreun van Kiki is onverstaanbaar, dus de korte beschrijvingen vooraf zijn erg welkom. Sex, drugs en hoogstwaarschijnlijk rock ’n roll zijn de thema’s die de vrouwen aansnijden. En het publiek? Dat komt niet los. De hoofden knikken, er is applaus maar er wordt niet gesprongen of gemosht. Misschien dat het publiek nog worstelt met de vraag of dat dit nou rock ’n roll is, of een grote grap. Een antwoord waar misschien de band zelf niet eens een antwoord op kan geven. De band geeft die kans ook niet, want voordat er een conclusie kan worden getrokken is er een half uur voorbij en is de band alweer klaar. HARDHEID Geen tijd om lang stil te staan bij de suizende oren; The House Of Destructo begint. Vincent Koreman en consorten komen het podium op en laten horen waar ze het beste in zijn: herrie maken. Een gigantische muur van gitaren wordt opgetrokken en het is onmogelijk om er doorheen te dringen. Tel daarbij het onverstaanbare geschreeuw op en je hebt een rockexplosieve die zeldzaam is. De frontman gooit alles in de strijd om te streven naar een waar nirvana van hardheid. De microfoonstandaard is vaak het slachtoffer van zijn capriolen en ook de microfoon zelf moet het vaak ontgelden. Het publiek overigens ook. Microfonen die het publiek in worden gesmeten, bezoekers die persoonlijk worden toegeschreeuwd op enkele centimeters afstand en rochels die Koreman’s mond meerdere malen verlaten en op willekeurige plaatsen belanden. Vooral in het publiek tot ongenoegen van sommigen. DESTRUCTO Halverwege loopt de zanger een wond op aan zijn arm waarop het nog begint te bloeden ook. ‘Destructo’ inderdaad. De rest van de band is koel. Af en toe wordt het gitaarspel onderbroken voor een biertje of een peuk om vervolgens weer genadeloos een register vol met herrie open te trekken. Waar de herrie van de Bimbo’s daarnet vermakelijk was, is het hier ronduit bruut en wreed. Koreman is woest, brult en tiert. Een blik op zijn houding maakt duidelijk dat hij dat ook echt meent. Het einde is dan ook zeer toepasselijk. De zanger geeft z’n laatste beetje adem en loopt dan dwars door het publiek de zaal uit. Het is mooi geweest. Koreman heeft zich voor vanavond weer genoeg gesloopt.