Witte pakken uit Zweden maakten donderdagavond de dienst uit in een propvol 013. De arrogante retro-rock van The Hives was een genot voor het oor, de band bracht in luttele minuten tweeduizend man in extase en zanger Pelle Almqvist (met snor tegenwoordig) trok z’n garage rock ‘n’ roll strot wagenwijd open. En toch: een optreden met een raar bijsmaakje.
Kijk, die kledingstijl, die gladgeschoren Zweedse jongenskoppies en het product dat de band in het algemeen neerzet is uitermate origineel en inventief. Het speelt ook overal in door, zelfs de kleur van gitaarversterkers en het drumpodium is in een passend Hives-jasje gestoken. Het immense bord waarop in felle neonletters de bandnaam prijkt maakt de gelikte glitterglam presentatie van het vijftal meer dan af. Het is geposeerd, maar niet over the top. Tel de sound van de heren er bij op en je zit geramd voor een zwetende avond ‘punkmusic avec BOOM’. Daar is mijns inziens voor de rest niets voor nodig. Zeker niet met een dergelijke voorman als Almqvist. Jagend, zwetend, schreeuwend en ondertussen acrobatische toeren met een microfoon uithalend zoals ik alleen Roger Daltrey ooit heb zien doen. Waarom dan na vrijwel elk nummer minutenlang de tijd nemen om aan het zichtbaar toch al genietende publiek nog eens extra duidelijk te maken dat op het podium ‘the best fuckin’ band in the world’ staat?
PUBLIEKSGEIL
Is die overdreven publieksgeilheid nodig? Nog niet in het minste geval. De interactie met het publiek is er vanaf het eerste moment en daar zorgt enkel het visuele aspect van de show en de muziek an sich voor. Wat wil je ook, als je vijf kwartier lang het gevoel hebt alsof je in een spannende kermisattractie zit. Zo eentje waar je alleen maar nóg een keer in wilt. De band zorgt voor een lichtelijk soort roes met nummers als ‘Walk Idiot Walk’, het stekelige ‘A Little More For Little You’ en natuurlijk de troefkaart ‘Hate To Say I Told You So’ van de voorlaatste plaat ‘Veni Vidi Vicious’. Spannende momenten waar het vijftal mee door had moeten gaan. Alleen, net als de energie bij het publiek tot ontlading lijkt te komen in de vorm van écht los gaan, wordt door de band de symbolische stekker er uit getrokken en moeten we, soms letterlijk midden in een nummer, luidkeels duidelijk gaan maken hoe wij ons voelen nu The Hives er zijn. Ja, doei. We zitten er net lekker in. En de band ook zou ik zo zeggen, dus ga door met waar je goed in bent: muziek maken.
Na een show van krap drie kwartier en een toegift van een halfuurtje staat de achtbaan definitief stil voor de rest van de avond. That’s all folks. Helaas, want steller dezes is oprecht van mening dat er vanavond meer in had gezeten. Inpluggen en gaan met die banaan, zeker met zo’n formatie als The Hives. Die lange monologen tussen nummers door in de trant van ‘I know you like us’ en meer van dat al, halen simpelweg de vaart uit een concert dat juist die snelheid dient te hebben. Een typisch voorbeeld van jammer, maar helaas is het echter niet. Het is alleen zonde dat de show het allemaal nét niet was, hoewel het dat met het grootste gemak had kunnen zijn. Hoe? Simpel: niet lullen maar spelen.
The Hives: Veni, Vidi, Vicious en Vamos
Zweedse arrogantie haalt vaart uit energiek spel
De witte glamour van The Hives heerste afgelopen donderdag in 013. De Zweedse punkrockers praten maar al te graag over zichzelf en dat ging wel eens ten koste van de vaart van het optreden. Het had niet nodig geweest om de opzich al prima Hivesrock daarmee aan te kleden.