Uitermate levendige Living Colour bruist met coherentie

Amerikaanse crossoverformatie triomfeert met perfecte show

Guido Saladillo, ,

Living Colour is sinds hun reünie tot een hechte formatie gegroeid. Dat bleek maandag 8 november voor een duizendkoppig publiek in The Choice van 013. Niet alleen zie je vier grijnzende mannen elkaar tevreden aankijken, ook de crossovernummers worden optimaal vertolkt. Nergens vergaloppeert het kwartet in een bevreemde drum’n’bassmelange, absurde jazzgepiel of met ellenlange gitaarsolo wat in het verleden nog wel eens gebeurde.

Amerikaanse crossoverformatie triomfeert met perfecte show

MOLOKO VOOR ARMEN Het is geen simpele klus om voor een band als Living Colour optimaal te openen. Dat zullen de personen van Mode Selector naderhand wel hebben geweten. Niettemin getuigt het van moed om met onaffe, weinig om het lijf hebbende jazzy dancepop het duizendkoppige publiek van muziekfanaten te willen imponeren. Tja, daar helpt geen jonge, mooie blikvanger van het type Heather Nova. Daarbij komt nog dat haar beperkte stem en terughoudende podiumpresentatie eerder afstotend werkt dan absorberend. Straffend beoordeelt bleek Mode Selector een soort Moloko voor armen te zijn. Daar kon het acceptabele basspel (zij het doorspeent met gekende loops) en een paar aardige vondsten niet compenseren. Helaas. DE BESTE BAND TER WERELD De eerste tonen van ‘Funny Vibe’ bonken uit de speakers en vanaf dat moment boeit Living Colour tot het eind. Wat een fe-no-me-na-le sound, wat een vakmanschap. De band had er duidelijk zin in. Wilde Living Colour in het verleden nog wel eens verrennen in een warrige klankcarrousel, anno 2004 vallen alle stukjes in een geheel. Alles klopt. Het bruist en barst van spelvreugde. Bassist Doug Wimbish, die de avond spaarzaam maar treffend aan elkaar praatte, is de beste in zijn discipline. De manier hoe hij effecten en andere technische hulpmiddelen inzet, getuigt van grote klasse en kunde. Hij speelde zelfs een trompetsolo… op zijn basgitaar! Zijn ritmemaatje staat al jaren aan de top. Wat drummer Will Calhoun presteert, grenst aan onmenselijkheid. Na meer dan twee uur, zolang speelde het kwartet, lijkt hij even fit als bij het begin. En dan stonden grotendeels de hardere en snellere Living Colour nummers zoals ‘Time’s Up’ op de setlist. ‘THE NEXT SONG IS DEDICATED TO THEO VAN GOGH…’ Gitarist Vernon Reid, die een paar akkoorden met opzet (?) vals (dissonant?) aansloeg, nam even het woord om het nummer ‘Flying’ op te dragen aan Theo van Gogh. Kort later wilde Doug zijn politiekcorrecte frustratie over de herverkiezing van George W. Bush van zich af spelen. En te schreeuwen. Ik weet nog steeds niet of ‘Terrorism’ (zo heette het nummer, ‘George Bush = Terrorism, Tony Blair = Terrorism’) een eigen nummer of een cover was. Sowieso heeft Living Colour een paar covers eigen gemaakt, waaronder ‘Memories Can’t Wait’ van Talking Heads. Dat ze vanavond trouwens ook vertolkten. De helemaal in het oranje gestoken Corey Glover lijkt na al die jaren nog steeds verlegen. Hij schudt weliswaar met een stoer gebaar een paar flesjes water in het publiek (vooral in de richting van een langharige headbanger) maar zo overtuigend als hij met zijn magnifieke strot alle nummers zingt, gebeurt dat niet. Conclusie: Living Colour is op dit moment de beste band ter wereld. En dat zullen de aanwezigen allemaal beamen. Een volgend album zal het nog een keer bewijzen. Deze show was daarbovenop ook leerstof voor de gemiddelde rockacademiestudent. Waar waren die?