Iedereen houdt van Hausmagger

Surfrock en Nederlandse poëzie in de Kroepoekfabriek? Ja. Dat mag.

Tekst: Joris Telgen, Foto's: Marcel van Leeuwen ,

Een rock ‘n roll band beginnen en dan in het Nederlands zingen. Mag Dat? Tijdens een optreden met een gedichie komen aanzetten. Mag dat? Overal schijt aan hebben? Ja. Dat mag. Hausmagger speelt vanavond in een stampvolle Kroepoekfabriek. Er staan drums en basversterkers op het podium, dat wil zeggen dat de band vandaag in rockpackage opereert. Theo ‘Rembo’ Wesselo, omgedoopt tot Ted Hausmagger en Ed ‘De Pook’ Sewerratti zijn in de tent en het publiek verwacht chaos, ellende en een spetterende show. Kom maar op dus.

Daim de Rijke en Myrle Kloens, drums en basgitaar, stappen het podium op. De Pook komt erbij en het geluid van rauwe surfrock vult de zaal. Het publiek heeft er zin in, er wordt al gedanst en gelachen voordat het optreden überhaupt is begonnen. Dan volgt er gejuich want de dichter zelf, Ted Hausmagger, verschijnt. Hij kijkt verwilderd om zich heen, pakt een microfoon vast en gaat er aan hangen ‘haaaahaaalooooolooooo kroepoek!’. Hij heeft een pak gedichten in z’n handen en een dikke zonnebril op z’n kale kop. Het eerste nummer is gelijk nieuw materiaal met als refrein ‘oke oke oke, die gozer is oke man’. Daarna volgt ‘Jojo’ van debuutplaat ‘Dicht en Sloopwerk’. Dit nummer wordt direct herkend en de zaal zingt mee.

Het concept van Hausmagger is een combinatie van Nederlandstalige poëzie, surfrock en geintrapperij. Ted Hausmagger brengt zijn teksten ten gehoor in een praatstijl die eigenlijk weinig met zingen te maken heeft. Toch voelt hij de muziek aan en hangen de teksten lekker dik in de mix. De nummers gaan dan ook vaak nergens over maar zo nu en dan wordt de spijker pijnlijk hard op de kop geslagen. De Pook staat hem bij met elektrische gitaar. Hij doet zijn bijnaam eer aan want hij hangt het hele optreden aan zijn tremoloarm. Hierdoor ontstaat een zwevend effect wat perfect past in de sixties surfrocksound die de band zichzelf aangemeten heeft. De drums en bas smeren het geheel dicht met een lekkere dreunende, maar dansbare onderlaag. Deze combinatie en een lading asociaal lefvertoon maakt Hausmagger een unieke act.

Er volgt een gedicht: ‘goede daad’, dit is noodzakelijk volgens Ted aangezien de Kroepoekfabriek ook subsidie moet vangen. Er wordt namelijk te weinig gezopen. Daarna volgt ‘ik voel me kut’. De band daagt het publiek uit, rotzooit op het podium en er hangt vanaf het begin van de show een luchtige, bijna melige sfeer in de Kroepoekfabriek.

Hier moet Hausmagger het ook van hebben. Muzikaal gezien is het niet altijd helemaal zuiver en de band teert ook al een tijdje op hetzelfde repertoire, inclusief gedichten en bijbehorende grappen. Gelukkig zitten er wat nieuwe nummers in de set want het wordt zeker tijd voor die tweede LP. Hopelijk flinkt Hausmagger het kunstje weer want ‘Dicht en Sloopwerk’ is een pareltje van Rotterdamse bodem.

Vandaag in de Kroepoekfabriek krijgt Hausmagger de zaal in ieder geval plat. Ze sluiten af met ‘Man In De Metro’ het meest bekende nummer van de band en als laatste song ‘Die Stad is Van Ons’. Als toeschouwer is het bijna onmogelijk om niet meegesleurd te worden in de sfeer die Hausmagger neerzet. De charismatische Theo Wesselo weet altijd te raken. Iedereen heeft gelachen, er volgt applaus en na een klein uurtje is het afgelopen. Alles bij elkaar is Hausmagger gewoon Hausmagger. En iedereen houdt van Hausmagger, toch?