De eerste band is het Rotterdamse Neon Rainbows, geformeerd uit het vroegere Feverdream. Ze hebben eind vorig jaar een nieuwe plaat uitgebracht, genaamd ‘An Idea For A Plan’. De band steekt van wal na een korte soundcheck. Ze hebben een stevige rocksound waarbij de twee gitaristen een mooi contrast vormen met elkaar. De eerste, tevens zanger, heeft een zwaar vervormd geluid en de tweede heeft een cleanere sound, aangevuld met echo/delay. Het derde nummer van de set heet ‘Golden Days’ en hiervoor wordt de vriendin van de zanger, die toevalligerwijs aanwezig is, het podium opgeroepen. Ze zingt de coupletten mee. Het is een pakkend nummer en één van de toppers van de nieuwe plaat. De stijl van Neon Rainbows laat zich misschien nog het best beschrijven als post-grunge, compleet met zware gitaarriffs, gevoelige momenten en serieuze gezichten. Noem het wat je wilt; Neon Rainbows speelt vanavond strak en bewijst maar weer concequent te zijn en altijd een goed optreden weg te geven.
De volgende act is helemaal uit het Groningen gekomen. WOLVON bestaat uit drie goed bebaarde noorderlingen. Het is een chaos op het podium. De vloer ligt bezaaid met effectpedalen; voor de gitarist, de bassist en zelfs de drummer heeft er een paar. Daarnaast zijn ze continu bezig met instrumenten stemmen, dingen verplaatsen en wordt het drumstel voordurend versteld.
Er wordt gevraagd of ze nog willen soundchecken. ‘Soundchecken?! Nee joh, spelen!’, is het antwoord. Daarna volgt een sonisch geweld wat helemaal klopt bij het plaatje op het podium. De drummer heeft een woeste stijl en lijkt al zijn trommels tegelijk aan te slaan. De bassist heeft een zware sound en de gitarist/zanger speelt akkoorden waar elke klassieke gitaarleraar spontaan de handdoek voor in de ring gooit. Het suist en schreeuwt. De nummers zijn snel en uitbundig. Toch zit het allemaal erg goed in elkaar met heftige tempowisselingen en slimme breaks. Wolvon is briljant en niet te volgen tegelijk.
Ze spelen alle nummers van ‘Comfort’, de totaal verkeerd gekozen naam van de recent uitgebrachte EP van de band. Het nummer ‘Shitpuppy’ is verrassend catchy. Tijdens het spelen draait de zanger aan de knoppen van zijn versterker en pedalen. Aan het eind van het nummer gaat de drummer naast zijn drumstel liggen om eens een flinke bak herrie uit zijn pedaaltjes te halen. Dit lukt hem moeiteloos. Daarna gaat hij weer zitten en kan het niet laten om toch zijn hihat even uit elkaar te halen.
Het optreden voelt als een trip, een wilde rit maar is zeker niet onaangenaam. Na afloop moet iedereen even bijkomen.
Na WOLVON is het tijd voor de knaller van de avond: de Organisms uit Den Haag. De band bestaat uit vijf man en ze passen totaal niet op het podium. Dat komt mede door het orgeltje van toetsenist Mau, ook bekend van The Deaf, die midden op het podium is geplaatst. Het arme scharminkeltje heeft vier kromme poten en lijkt technisch volledig uitgeput van voorgaande optredens. De zanger staat voor de bassist en heeft zijn microfoonstandaard gevaarlijk dicht bij de rand van het podium staan. Rekeninghoudend met de energie waarmee de Organisms normaliter optreden lijkt deze opstelling duurzaam voor ongeveer 10 seconden.
‘Zijn jullie klaar?! Ja? Echt? Klaar? Ja? Ok? Ok! Wij zijn de Organisms uit Den Haag!!!’, en de band knalt los. De zanger stapt gelijk maar met microfoonstandaard, gitaar en al van het podium af. Het is strak, het is hard, het is rock & roll en de zaal weet het. Er wordt gedanst, geduwd en meebewogen op de loeiharde riffs. Mau tuigt zijn orgeltje af. Hupsakee, met zijn been erop, op twee poten en tegelijkertijd doorraggen op die toetsen. De zanger knalt er een supersnel couplet overheen. Het echte werk. Hier is iedereen voor gekomen.
Let op: Deze inhoud kan niet getoond worden omdat deze mogelijk strijdig is met de gekozen cookiesettings.
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?