John Grant vult Rotown met prachtige ingetogen donkere songs

Warme persoonlijke liedjes en een flinke dosis zwarte humor

Tekst: Ramon Keyzer Foto's: Tjeerd van den Berg ,

John Grant maakte vorig jaar met Queen Of Denmark één van mooiste platen van het jaar met de band Midlake. Deze band haalde John uit een depressie en overtuigde hem weer muziek te gaan maken. Midlake was er op dinsdag 9 augustus niet bij in Rotown, maar John imponeert ook moeiteloos zonder zijn vrienden uit Denton, Texas.

Warme persoonlijke liedjes en een flinke dosis zwarte humor

John Grant maakte vorig jaar met 'Queen Of Denmark' één van mooiste platen van het jaar. Ingetogen, donker en met een flinke dosis zwarte humor brengt hij op plaat zijn veelal sombere persoonlijke liedjes met band. Die band is Midlake. En zij haalden John uit een depressie en overtuigde hem weer muziek te gaan maken. Want zo’n prachtige bariton stem moet gehoord worden. Midlake was er op dinsdag 9 augustus niet bij in Rotown, maar John imponeert ook moeiteloos zonder zijn vrienden uit Denton, Texas.

Na optredens op De Affaire in Nijmegen, Crossing Border in Den Haag en in Paradiso (tweemaal), Effenaar en Tivoli heeft Rotown dan ook John Grant weten te strikken voor een intiem optreden. Het is nagenoeg uitverkocht, de bar is tijdens het optreden gesloten en het is muisstil in Rotown. “Fijn om in Nederland te zijn”, spreekt de imposante man met baardje in gebrekkig Nederlands, niet eens zo heel slecht. Hij studeert Nederlands maar komt er niet zo veel aan toe vanwege het vele toeren. “I’m a big fan of Dutch, but when I’m in Belgium they tell me different things”, vertelt hij enthousiast.

Het eerste nummer ‘You Don’t Have To’ is direct een nieuw nummer en zal op de volgende plaat komen waarvan de opnames voor eind 2011 staan gepland (wederom met Midlake als backing band). ‘You don’t have to’ is een mooi liedje maar helaas verstoord de synthesizer op brute wijze de prachtige ingetogenheid. Het scherpe geluid van de  synthesizers komen verspreid door het optreden af en toe terug maar zijn ook wel weer kenmerkend voor de liedjes van deze songsmid. Het geeft ook het licht gestoorde en maniakale weer wat regelmatig in zijn nummers doorschemert.

Samen met zijn begeleider Chris Pemberton speelt John Grant afgewisseld op piano en synthesizer. Zijn liedjes zijn voor het grootste deel autobiografisch en verhalen onder andere over zijn jeugd en over zijn worsteling met zijn geaardheid (John is homosexueel). In het middenstuk imponeert John het meest, deels solo. Uiteraard met het prachtige ‘TC and Honeybear’ waarin de ingehouden spanning zeer mooi wordt opgebouwd. Maar ook met ‘I Wanna Go To Mars’ (over snoepgoed) en het intieme verstilde ingetogen ‘Where Dreams Go To Die’.

John Grant heeft iets vreemds met toegiften, de sympathieke Amerikaan legt uit; “Ik wil niet tegen jullie liegen en zeggen dat dit mijn laatste nummer is, het podium af gaan en terug komen voor een toegift. Dus ik ga gewoon door en speel gewoon al mijn liedjes.” ‘Titeltrack Queen of Denmark’ komt nog langs en met ‘Vietnam’ horen we nog een veelbelovend nieuw liedje. Een nummer dat moeiteloos tussen het overige songmateriaal van hoog nivo past en de typische warmte en dramatiek van een John Grant nummer bezit. Na ruim een uur wordt er afgesloten met een liedje van zijn oude band The Czars, ‘Little Pink House’. En in deze afsluiter demonstreert hij nog eens uitgebreid wat voor een briljante zanger hij is.

Ook al zijn de meeste nummers vrij dramatisch, ingetogen en donker, een depressieve avond werd het niet. Daar zorgde John wel voor door de gesprekjes en de dosis humor en zelfspot tussen de liedjes door. Zoals bij de aankondiging van het wat zware ‘Outer space’; “Dit is mijn poging een niet zo donker liedje te schrijven, het is toch nog steeds best donker”. Heel soms wordt het zelfs even wat uitbundig zoals in het opgewekte ‘Chicken Bones’. Een prachtig warm optreden van een man die al heel wat heeft moeten doorstaan in zijn leven. Een goede voedingsbodem voor prachtige liedjes.