Fixkes luistert lekker weg, maar vult niet

Aimabele Vlamingen zijn stiekem heel braaf

Tekst: Edwin Borst Foto's: Frank van 't Hof ,

De aanblik van de mager gevulde zaal zal de zes Vlamingen van Fixkes afgelopen zaterdag een moment hebben doen slikken. In eigen land werden ze na de monsterhit 'Kvraagetaan' in 2007 zo populair dat het populair werd de band niet populair te vinden. Die staat van verzadiging is in het Rotterdamse gezien het vijftigtal toeschouwers nog niet bereikt, al zijn er verzachtende omstandigheden aan te dragen: Fixkes is vanavond vervanging voor The Leisure Society.

Aimabele Vlamingen zijn stiekem heel braaf

De aanblik van de mager gevulde zaal zal de zes Vlamingen van Fixkes afgelopen zaterdag een moment hebben doen slikken. In eigen land werden ze na de monsterhit Kvraagetaan in 2007 zo populair dat het populair werd de band niet populair te vinden. Die staat van verzadiging is in het Rotterdamse gezien het vijftigtal toeschouwers nog niet bereikt, al zijn er verzachtende omstandigheden aan te dragen: Fixkes is vanavond vervanging voor The Leisure Society, dat vanwege vertraging in het opnameproces van het tweede album kort tevoren afzegde.

Vroeger was alles beter. Het is niet alleen de lijfspreuk van veel bejaarden of het motto van de gemiddelde geschiedenisleraar, het blijkt ook de rode draad die door de teksten van Fixkes loopt. Sam Valkenborgh, zanger en initiator van deze vriendenband, injecteert een groot deel van zijn liedjes met een forse dosis Vlaamse nostalgie. Een groot deel van tweede cd 'Superheld' komt vanavond voorbij, en daarmee het mengsel van muziekstijlen dat Fixkes tot een soort kruising maakt tussen een ongevaarlijk Doe Maar en een gecastreerde Flip Kowlier.

Dat is helaas de makke die zich vanavond al na de eerste paar nummers van de reguliere set toont: Fixkes is stiekem heel erg braaf. Deze jongens vullen waarschijnlijk hun week met het helpen oversteken van omaatjes en het doen van heitjes voor karweitjes, waarna ze gezamenlijk het oefenhok induiken met een pak appelsap en een doos roze koeken. Het maakt het zestal op een bepaalde manier tegelijkertijd oersaai en onweerstaanbaar sympathiek, en daarom hoop je het hele optreden dat er iets of iemand ineens de geest krijgt. Nummers als 'Plakijzer', 'Neukvriendje' en 'Hoekse Af': het luistert lekker luchtig weg, het ruikt naar zomerse terrasjes, maar door de vaak nogal simpele instrumentale invulling kabbelt het allemaal net te veilig door. Het 'Weezereske Rock-´n-Roll' is een potentiële publieksfavoriet met een herkenbare tekst, maar dan dient het wel gespeeld te worden alsof het voortbestaan van het Koninkrijk België ervan afhangt.  

Voor die peper in de reet moet gewacht worden tot in de toegift, waar met een cover van Doe Maar’s 'Watje' ineens de vonk overslaat en zowel op als voor het podium iets van feestvreugde de zaal vult. Met name de mondharmonica van gitarist Peter Deckers geeft het rauwe randje mee dat zo node gemist wordt, terwijl de andere bandleden ook plots los lijken te komen van hun instrumenten. Alleen al vanwege de sterke toegift verdienen deze knuffelbelgen een herkansing in een afgeladen Rotown, op voorwaarde dat ze zich iets meer als brutale Nederlanders gaan gedragen.