Mucho Maestro in Frankrijk

“De queeste naar de Cas ce le sassis”

Door Mucho, Maestro en 'die gast achter de drums', ,

Na de release van hun album “Selling Resolutions” kon een tour niet lang op zich laten wachten van deze door mysterie omringde heren. 3voor12 verzocht hen een tourverslag, en dat konden we krijgen. Geheel in Mucho Maestro stijl hun verslag van Mucho Maestro tour door Frankrijk.

“De queeste naar de Cas ce le sassis”

Dag1: Onze undercover queeste naar de Cas ce le sassis en Toutatis is begonnen. Voor zij die het niet weten, Cas ce le sassis is de eigenlijke naam van de toverdrank die Asterix en Obelix hebben gemaakt tot wat ze zijn. De queeste naar deze blauwe bessen drank (beter bekend als de cassis bes) bracht ons uiteraard in het land der Romeinen; la France. Geen betere plek om te beginnen dan de hoofdstad, Parijs. Hier, in ons paleis aan Rue de Charonne in ons 3 bedden appartement waar het momenteel riekt naar ons, maar voornamelijk naar de gassen van ons lieftallig bandgenoot en tevens bassist Jan-Jaap, zetten wij onze route uiteen en plannen onze strategie. Om niet op te vallen gedragen wij ons als muzikanten die op tournee zijn door Frankrijk. Als muzikant word je hier namelijk op handen en voeten gedragen en gaan er poorten voor je open die voor anderen potdicht blijven. Onder de naam Mucho Maestro zullen we deze zoektocht aangaan. Jan-Jaap heette Mucho, Mike noemden we Maestro en dan hadden we ook nog die gast achter de drums. Dag 2: Na een heerlijk nachtje in een keizerlijk bed vertrokken we richting binnenstad op zoek naar het rode goedje. Het was geen gemakkelijk doel dat wij onszelf gesteld hadden. Al snel kwamen wij er achter dat er in de gehele binnenstad geen mens was die ons kon of wilde vertellen waar dit spul te vinden was, noch leek er ook maar iemand van het bestaan af te weten. Zelfs bij het noemen van de namen van onze grote helden niet. In de avond hadden we gepland om, in onze hoedanigheid als muzikanten, een aantal chansons ten gehore te brengen in een van de chiquere plaatsen van Parijs, La Scene Bastille. Door een ongelukkige samenloop der omstandigheden, is dit helaas in het water gevallen. Uiteraard hebben wij wel onze ogen en oren de kost gegeven, maar aldaar liet eveneens niemand wat los over deze magische drank. Een bende die zichzelf Nicad noemde trad daar op en vertelde ons ook op zoek te zijn naar deze drank. Een kennis van hen liet ons weten dat deze gasten niet met zich lieten sollen en dat we beter uit hun buurt konden blijven. Vooral de zanger schijnt een ruwe bolster te zijn. We hadden dus concurrentie, we moesten op onze hoede zijn. Nu eerst een klein tukje om bij te tanken. Dag 3: Onverrichter zaken verlieten we Parijs om de zoektocht voort te zetten in Bordeaux. Een schonere en ietwat modernere stad dan Parijs. Prachtige moderne trams en enkele super-de-luxe winkelstraten. De kans hier te slagen achtten wij zeer groot en we hadden begrepen dat Nicad het eveneens in deze richting zou gaan zoeken. Helaas, naast ontzettend ranzig eten en ijsthee zonder bubbels (wat hier in Frankrijk standaard schijnt te zijn) vonden we deze eerste dag geen Cas ce le sassis. Wel waren er vriendelijke bewoners van dit stadje die ons velerlei alternatieven aanboden zoals ranja met bubbeltjes water. Erg vriendelijk van ze, maar in de verste verte niet de toverdrank waar wij naar op zoek waren. Om onze dekmantel kracht bij te zetten, want een achterbak vol met muziekinstrumenten vond Guido niet voldoende, zijn we deze avond rondgegaan met flyers van de optredens die we zouden gaan geven. Deze werden met blije gezichten en ‘merci beaucoups’ in ontvangst genomen. Nu, zijn we in het appartement van Markovitch (met zijn inmiddels bekendste uitspraak:” I must to photocopy sies.” ) en zijn we klaar voor de nacht. Dag 4: Vandaag was een ware veldwerk dag. Bordeaux kent een grote hoeveelheid broodjeszaken en andere eetgelegenheden (en Pharmacies, maar dat terzijde) waar ze geen Cas ce le sassis verkopen. Even dachten we dat we het gevonden hadden. Oasis had namelijk een drankje gemaakt van diezelfde bessen, maar dit drankje bezat nog geen honderdste deel van de kracht van het echte goedje. We traden op in Le Comptoir Du Jazz. Tot onze grote schrik stond Nicad die avond op datzelfde podium. We moesten er maar het beste van maken. Uiteraard probeerden we elkaar wel muzikaal de loef af te steken. De bende van Kyle lieten zich van hun betere kant zien evenals wij, maar we wisten dat het allemaal slechts schone schijn was. Uiteindelijk hadden we hetzelfde doel en zou slechts 1 van ons met de eer kunnen strijken. In een chique tent als Le Comptoir was het even wennen voor ons Mucho’s, maar we werkten het publiek en onszelf letterlijk in het zweet. Nicad liet zien dat ze doorwinterderde muzikanten waren en droogden ons en het publiek af. Zonder Cas ce le sassis zijn we weer huiswaarts gekeerd. Dag 5: Nicad zat ons op de hielen. Vanavond zouden ze wederom op dezelfde plek spelen als wij, mits voor die tijd onze missie niet geslaagd zou zijn. We hadden niet veel tijd en geen idee waar Nicad zou gaan zoeken. Wat we echter beiden niet wisten was dat het een feestdag was en nagenoeg alles dicht zou zijn. Al vroeg in de middag gaven we de queeste op. Het was nutteloos rond te dolen in een gesloten stad. ’s Avonds stonden we met zijn allen met een Jus d’ Fruit aan de bar van La Bonne Etoile te doen alsof we de beste maten waren. In deze prachtige oude loods zou het onze avond worden en dat werd het dan ook. De sterren speelden we van de hemel. Nicad werd getroffen door een klein technisch mankement (de stroom viel uit), maar wist dit te ondervangen door enkele akoestische liedjes ten gehore te brengen. Ondanks dat het een pracht van een avond was en zowel Nicad als wij, Mucho Maestro, hadden nog geen spoor van Cas se le sassis gevonden. Morgen zouden we vertrekken naar Lyon. Markovitch, onze informant van de stichting Dogmazic (aka: I must to photoecopy sies), vertelde ons voor een schappelijk prijsje, dat we daar misschien zouden vinden wat we zochten. Dag 6: De rit naar Lyon was best lang, onderweg zijn we enkele grotere restaurantketens gestopt om te vragen naar onze toverdrank en een toilet. We hebben de bende van Kyle wel drie keer voorbij gereden hierdoor en Jan-Jaap heeft telkens naar ze gemooned (nee, hier zijn helaas geen foto’s van). Ze wisten dat we een snellere auto hadden dan zij en dat ze het dus zelf niet konden permitteren zo vaak te stoppen. Uiteraard kwamen wij eerder aan in Lyon dan zij, maar het leverde niets op; het was laat en iedereen was moe. Na het zingen van enkele liedjes in het appartement van ene Didier en zijn kat genaamd Lunch, zijn we naar bed gegaan in een stinkend hol waar geen tien beerputten tegenop konden. Zelfs de scheten van Guido roken nog beter dan die Bog Of Eternal Stench. Dag 7: Lyon is een bedrijvig stadje, waar de inwoners nogal erg op zichzelf zijn en ook niet erg behulpzaam. Geen straatmuzikant was er te bekennen en tijdens een wandeling door deze stad leek het alsof heel Lyon in een soort trance verkeerde, deze mensen hadden Cas ce le sassis en een flinke dosis Mucho Maestro nodig, zonder dat zouden ze nooit ontwaken. Die avond speelden we op een boot genaamd Sonic. Een leuk bootje waar de echte muziekliefhebbers bijeen komen om eens te genieten van wat de pot schaft. Hier hebben Nicad en wij de inwoners een stukje van het licht laten zien. Het viel ons op dat de bende van Kyle, net als wij, zeer belangrijke boodschappen verwerkten in de teksten. Het was jammer dat de inwoners geen Cas ce le sassis dronken, want om ons (en Nicad ook) goed te kunnen begrijpen, zul je dit echt nodig hebben. Dag 8: Gelukkig zijn we weg uit Lyon, waar de inwoners, de muziekliefhebbers daargelaten, nogal erg op zichzelf zijn. Het was een lange rit richting Lille en onderweg hadden we genoeg tijd om de wegrestaurants te verkennen. De bende Nicad was naar Nederland terug gegaan om daar op het bevrijdingsfestival een paar liedjes te spelen, wij hadden dus het rijk voor onszelf. Nu zijn we bij ons logeeradres in Lille. Een prachtig oud pand met moderne gemakken en een ontzettend lieve gastvrouw genaamd Pola K. Dag 9: Lille is een leuke stad, dat was al snel duidelijk. Onze gastvrouw en haar vriend, Laurent, namen ons mee op een tour door Lille. Ze waren erg behulpzaam bij onze queeste. Pola K vertelde namelijk dat ze wel degelijk hadden wat wij zochten en ze nam ons mee naar een café met uitzicht op een kerk. Hier hadden ze volgens haar DE Cas ce le sassis. Helaas, het was gewoon ranja met bubbeltjes water. De teleurstelling was groot, maar de inwoners van Lille wisten niet beter. Onwetendheid is een zege, dat bleek. We hebben Pola K en Laurent verteld over de echte toverdrank en gesmeekt deze inwoners in onwetendheid voort te laten leven totdat onze missie geslaagd was. Dag 10: Lille is een leuke stad, maar dat was gisteren al duidelijk. Vandaag gingen we zelf de stad maar eens verkennen. De hoop dat we hier zouden vinden wat we zochten, hadden we gisteren eigenlijk al verloren, daarom hebben we niet veel moeite ervoor gedaan. Deze middag hebben we in een soort van Arena in het centrum van de stad nog heerlijk liedjes gespeeld in de middag zon. Jan-Jaap had een akoestische bas van Pola K geleend, Mike had een prachtige mini Gretsch (gekocht in Lyon) en Guido had een trommeltje meegenomen uit het huis van Pola K. Eigenlijk spelen we nooit zo in de openlucht, maar deze plek schreeuwde gewoon om liedjes van Mucho Maestro. Dag 11: Vanavond zouden we optreden in Lille in La Chimère. Nicad was speciaal voor dit optreden van Nederland naar Frankrijk toe gereden. Zij hadden voor ons Cas ce le sassis meegebracht. Deze hadden zij niet gevonden in Frankrijk, maar gewoon in Nederland. Achteraf bleken die gasten van Nicad dus toch niet zulke slechte peren te zijn. In ruil voor de Cas ce le sassis gaven wij Gilad, hun drummer, zijn telefoon terug die we hadden ontvoerd. La Chimère is een metal café met een aparte zaal voor bandjes. Het was hier nog warmer dan buiten en al voor het optreden liep het zweet langs onze ruggen de bilnaden in. Het was nu een vriendelijk onderonsje tussen Nicad en ons, want we waren verzoend door de Cas ce le sassis. En ondanks dat er tijdens onze optredens nogal wat bandpech was met gitaarbanden en kapotte versterkers, hebben we er toch een gigantisch feest van kunnen maken waarvan het hele publiek smulde en de vingers na afloop van aflikten. Na het optreden hebben we ons gastgezin laten proeven van Cas ce le sassis en zij zagen in dat ze al die jaren waren opgelicht met hun bubbeltjes ranja. Zij beloofden ons plechtig er zorg voor te dragen dat in ieder geval Lille over zou stappen op het echte werk. Dag 12: Dit was onze laatste volledige dag in Lille. Omdat onze missie er nu wel opzat zijn we ontspannen naar de dierentuin gegaan. Mike ontdekte dat hij familie had in Frankrijk en heeft zijn pa een foto van zijn kant van de familie gestuurd. Ons laatste optreden vond plaats in Roubaix (nabij Lille), in een soort van Waterfrontachtige setting. Alleen vielen de oefenruimtes bij waterfront volledig in het niet bij het zien van deze toko. 58 Oefenruimtes in 1 pand en het bedrijf had in totaal 200 oefenruimtes tegen een schappelijke prijs en alles was gloednieuw. We moesten erg vroeg beginnen met spelen en waren de enige band van de avond. Ons laatste optreden van deze tour gooiden we alle overgebleven energie er uit, het enige jammere was dat er nogal een chagrijnige meneer was die het niet zo op prijs stelde dat Mike tijdens het optreden op de bar ging dansen. Hij had ook liever gehad dat we zijn drumstel weer in elkaar hadden gezet na afloop, ach ja, je kunt niet alles hebben. Onze optredens zaten erop en onze missie was min of meer geslaagd. Morgen rijden we terug met een lach op onze zieltjes.