Een week later, maar een half uurtje eerder. Op het laatste moment is er namelijk nog een voorprogramma geboekt. Ottoboy is de naam van de supportact en deze act wordt beschreven als oneman trashband. En inderdaad, Ottoboy doet alles alleen. In zijn handen een gitaar en met zijn voeten bespeelt hij een bassdrum en hihat. Het klinkt als een volledige band. Echt veel aandacht krijgt hij helaas niet, want de zaal is nog behoorlijk leeg. Ottoboy probeert de enkele aanwezigen wel te betrekken bij zijn optreden door hen te vragen een titel voor een te improviseren nummer te vragen. ‘Red’ is het antwoord en Ottoboy levert direct een compleet nummer af met ‘Red’ in het refrein. Na een half uurtje verlaat hij het podium en is het wachten op de hoofdact.
Tijdens het spelen van misschien wel de oudste Claw Boys Claw-kraker ‘So Mean’ zegt Te Bos dat het verboden is op dit nummer te dansen. Gelukkig luisteren de mensen die dit deden niet zo goed, want er komt wat beweging in de zaak. Tussen de bedrijven door attendeert Te Bos iedereen erop dat hij binnenkort jarig is en noemt zijn volledige huisadres, zodat iedereen cadeaus kan sturen.
Een noemenswaardige pit ontstaat pas bij het laatste nummer van de reguliere setlist, terwijl je zoiets de hele avond door verwacht bij een optreden van Claw Boys Claw. Ik weet niet of dit aan het publiek ligt, wat met zo’n 350 man erg karig is voor een band van dit kaliber, of aan het nieuwe, rustigere werk van de Amsterdamse rockers. Gelukkig bestaat de toegift hoofdzakelijk uit het oudere, ruigere, werk van Neerlands beste liveband en blijft de (kleine) pit doorgaan. Na een stevige kerstmedley wordt er afgesloten met Iggy’s ‘I Wanna Be Your Dog’.