Claw Boys Claw doet eindelijk Rotterdam aan

Watt krijgt optreden zonder ‘pit’

Tekst: Marin van Campen Foto's: Roy van der Burg ,

Tegen het einde van een druk jaar, deden de heren van Claw Boys Claw dan ook eindelijk Rotterdam aan. Watt mocht deze legendarische band ontvangen in het jaar van hun comeback.

Watt krijgt optreden zonder ‘pit’

Een week later dan in eerste instantie gepland staat Claw Boys Claw in Watt. De legendarische rockers hebben een veelbesproken jaar en vol programma achter de rug. Het podium aan de West-Kruiskade is inmiddels toegevoegd aan de lange lijst met optredens dat dit viertal dit jaar heeft verzorgd.

Een week later, maar een half uurtje eerder. Op het laatste moment is er namelijk nog een voorprogramma geboekt. Ottoboy is de naam van de supportact en deze act wordt beschreven als oneman trashband. En inderdaad, Ottoboy doet alles alleen. In zijn handen een gitaar en met zijn voeten bespeelt hij een bassdrum en hihat. Het klinkt als een volledige band. Echt veel aandacht krijgt hij helaas niet, want de zaal is nog behoorlijk leeg. Ottoboy probeert de enkele aanwezigen wel te betrekken bij zijn optreden door hen te vragen een titel voor een te improviseren nummer te vragen. ‘Red’ is het antwoord en Ottoboy levert direct een compleet nummer af met ‘Red’ in het refrein. Na een half uurtje verlaat hij het podium en is het wachten op de hoofdact.

Om 21.00 uur precies nemen de mannen van Claw Boys Claw hun plek in. Voorman Peter te Bos is, in tegenstelling tot eerdere optredens dit jaar, dit keer niet in zijn pyjama. Met een grote glimlach op zijn gezicht laat hij zien dat hij er zin in heeft. Na een paar nummers belooft de zanger van de Amsterdamse band dat hij vanavond geen flauwe grappen over Feyenoord zal maken om vervolgens voor de mensen die in deze voetbalclub geloven ‘Weatherman’ te spelen.

Tijdens het spelen van misschien wel de oudste Claw Boys Claw-kraker ‘So Mean’ zegt Te Bos dat het verboden is op dit nummer te dansen. Gelukkig luisteren de mensen die dit deden niet zo goed, want er komt wat beweging in de zaak. Tussen de bedrijven door attendeert Te Bos iedereen erop dat hij binnenkort jarig is en noemt zijn volledige huisadres, zodat iedereen cadeaus kan sturen. 

Huidige single ‘I Am Sea’ krijgt nog weinig blikken van herkenning, maar de daarop volgende hit ‘Rosie’ wordt volop meegzongen. Halverwege het optreden, bij ‘Bite The Dice’, komt het publiek pas echt los, maar van een pit is nog geen sprake. ‘Rock Me Girl’, ook van het laatste album ‘Pajama Day’, brengt een andere sfeer in de zaal. Er worden sterretjes ontstoken door enkele toeschouwers. Peter te Bos lijkt het leuk te vinden, maar de security niet. Zij verwijderen het kindervuurwerk. Veiligheidsregels zijn veiligheidsregels en daar moet iedereen zich aan houden, óók bij een optreden van Claw Boys Claw.

Een noemenswaardige pit ontstaat pas bij het laatste nummer van de reguliere setlist, terwijl je zoiets de hele avond door verwacht bij een optreden van Claw Boys Claw. Ik weet niet of dit aan het publiek ligt, wat met zo’n 350 man erg karig is voor een band van dit kaliber, of aan het nieuwe, rustigere werk van de Amsterdamse rockers. Gelukkig bestaat de toegift hoofdzakelijk uit het oudere, ruigere, werk van Neerlands beste liveband en blijft de (kleine) pit doorgaan. Na een stevige kerstmedley wordt er afgesloten met Iggy’s ‘I Wanna Be Your Dog’.

Een goed optreden, maar een beetje braaf. Zowel op als voor het podium. Ik heb Peter te Bos namelijk nog nooit zo aardig zien doen tijdens een optreden. Dat én het gebrek aan een volle zaal, doet de live-reputatie van Claw Boys Claw geen eer aan.