Low Point Drains in Rusland

Tourverslag

Tekst en Fotografie: Mr Point, ,

In het kader van het derde Dutch Punch festival trokken enkele Rotterdamse bands naar Moskou en St Petersburg. Low Point Drains hield een dagboek bij in de persoon van Mr Point. Over Babushka´s, strenge Svetlana´s, hectares aan illegale cd marktjes en natuurlijk lyrische Russische LPD fans. Lees en huiver.

Tourverslag

Dag 1: Rotterdam – St. Petersburg Om 03:00 uur ’s morgens halen Mr. Low en Mr. Drain me op in Rotterdam-Noord en vertrekken we naar Schiphol. We checken in tegelijk met Aux Raus, Daniel Baggerman en Kim Coster. Maar voor allen is het nog net iets te vroeg voor een gezellig praatje. Ook zij reizen mee in het kader van de derde Dutch Punch editie die ons naar St. Petersburg en Moskou zal brengen. We hebben er zin an, nu al. Want ongeacht het vroege tijdstip zijn we opgewekt en superenthousiast. Eenmaal aangekomen in St. Petersburg valt het ons meteen op dat de grootsheid en grauwheid hier allesomvattend is. Alles is enorm, de straten, de gebouwen, de indrukken. Het cyrillische lettertype waar geen touw aan vast te knopen is. We delen een busje met de heren van Aux Raus en rijden naar Sadovaya street waar ons hotel gevestigd is. Na een heerlijke maaltijd traditioneel Russisch eten doen we ons tegoed aan halve liters Siberian Crown en vodka. Uiteraard. Welkom in Rusland! In de stad van Dostojevski waait een sfeer van kilte, echter ’s avonds in de club waar we optreden is het er warm in alle opzichten. De club heet Money is Honey en de benedenverdieping lijkt een soort country bar compleet met saloondeuren en Elvis foto’s aan de muur. Amerikaanser dan je ze waarschijnlijk in Amerika tegenkomt. We spelen op de 2de verdieping. Een leuke zaal wat iets weg heeft van een miniatuur Paradiso. De opkomst is niet onaardig. De King Kongs, de band voor ons, speelt brave surfrock’n’roll compleet met blouse-in-je broek en ingestudeerde danspasjes. Versies van Jack the Ripper en You’re Gonna Miss Me van 13th Floor Elevators komen voorbij. Een prima opwarmer. We spelen ietwat ongemakkelijk, breken snaren en lullen iets te veel tussendoor maar het publiek lijkt van onze muziek te smullen. We mogen simpelweg het podium niet af totdat we alle nummers van onze set hebben gespeeld. Zodoende. Bij een ongemakkelijke sprong van het podium af stoot ik loeihard mijn harses tegen een grote PA speaker en daarmee is het welletjes. Met een overdreven enthousiasme zijn we na afloop nog bezig om diverse nieuwe Low Point Drains sympathisanten van ons af te slaan. Handtekeningen uitdelen, CD’s verkopen, praatjes maken in ongemakkelijk Engels, op de foto… dat soort dingen. Moe maar tevreden verlaten we de club en vallen we in slaap in ons hotel… Dag 2: St. Petersburg Na een goeie tuk en warm bordje pap in het hotel vertrekken we de stad in. We hangen zwaar de toerist uit en nemen boottripje over de rivier de Neva. Bij de kade van het Peter & Paul fort staan mannen en vrouwen door een megafoon te tetteren dat we mee moeten in hun bootje. Vooral die megafoon spreekt ons wel aan. In het zonnetje op de rivier langs de vele mooie gebouwen van ‘St. Piter’. Het duwt een stad als Parijs ineens spontaan de vergetelheid in. We bezoeken het gruwelijke Museum of Torture op dit fort-eiland. In een van de vele MP3 cd winkeltjes van St. Petersburg besteden we onze zuurverdiende gage van de vorige avond aan complete discografieën van onder andere Bert Jansch, Propaghandi, Miles Davis, The Pixies, Russische Hip-Hop en Sunny Day Real Estate. Illegaal? Who cares? Tsja, zo zijn we dan ook wel weer. Op de vraag aan de winkelier: “are these cd’s copied?” antwoordt hij uiterst droog: “we don’t copy cd’s”. Da’s duidelijk. Misschien doet de buurman het voor je. De Sbarro stemt ons ook vrolijk: een Italiaanse restaurantketen in een Russische stad. Vreetzakken als we zijn hangen we daar natuurlijk veel te lang uit en pakken daarna onze koffers om richting het zaaltje Zoccolo te gaan. Per taxi, hoewel het hier onduidelijk is welke auto nou wel of niet een taxi is. Onze Russische vrijwilligster Sveta doet haar best om een taxi te regelen. Na wat pogingen een taxi te regelen stopt er een Lada. Geweldig! Echter, bij het zien van al onze gitaarkoffers, snaredrums en bekkens haakt ‘ie af en scheurt keihard verder. Bij de 6de Lada lukt het ons om een lift te regelen. Op naar Zoccolo. Daar aangekomen is Blues Brother Castro aan het soundchecken. We delen het podium met hen vanavond. Zoccolo is een tof podium. Onder de grond gelegen, verdeeld in diverse ruimtes om te hangen, lezen, een vodka’tje te drinken. Het zaaltje zelf stond bekend om het barre geluid. Echter vanavond merken wij daar niets van. De show gaat redelijk rommelig, er breken uiteraard weer wat snaren maar het deert noch ons, noch het publiek. Een paar hardcore fans in het publiek amuseert zich door de circle pit uit te voeren. Blues Brother Castro speelt een goede set die mag rekenen op veel bijval vanuit het Russische publiek. We drinken er nog een paar na afloop en begeven ons richting de nachttrein naar Moskou. Ook hier weer de nodige registratie en identificatie perikelen. De strenge Svetlana bij de ingang van de trein checkt alle papieren nauwkeurig. Ach, wat zal het. De coupé is met haar 2 bij 2 afmetingen niet echt ruim te noemen, maar des te gezelliger. Met een sfeervol jaren 60 inrichting: vloerbedekking, gordijntjes enz kan deze rit nu al niet meer stuk. Er schalt Russische rock door de licht krakende speakers. We proberen even te vergeten dat deze trein twee weken geleden nog doelwit was van een aanslag door Tsjetsjeense rebellen. De memorabele woorden van Mr. Drain denderen nog door mijn hoofd: “If we go, we go!”… Onze pogingen om het einde van de trein te halen lukt niet. We worden door Strenge Svetlana teruggestuurd, de restauratie uitgesmeten en eenmaal in de gang-waar-het-bezempje-stond weten we dat we terug bij onze coupé zijn. Na een kleine 2 uur slaap bereiken we Moskou. Dag 3: Moskou Nooit geweten dat de kleur grijs zoveel grijstinten kon bevatten zoals we hier zien in Moskou. Voeg daar aan toe wat wind en regen en het vormt een fraai palet aan sfeerbeelden. De metro blijkt te druk om ons met instrumentarium door te worstelen, dus wordt het de Lada-taxi. In drie Lada’s vervoeren Blues Brother Castro en wij ons richting het hostel. Daar hangt een scruffy backpacksfeertje van “Yeah, I’ve pretty much like been travelling for like seven months now…” en verlang ik alleen nog maar naar een matras en kussen. Zowel de Castro’s als Mr. Low en Drain begeven zich in de stad terwijl ik m’n uurtjes slaap pak. ’s Avonds spelen we in Club Zhest, een voormalig KGB gebouw. In de dungeons van het statige gebouw zitten nu hippe clubs waar je Russische literatuur kunt lezen, een pint kunt drinken of gewoon naar een concertje kunt gaan. De soundcheck zit erop en het grote wachten begint. Een zeer goede kaasfondue stemt ons vrolijk en gesprekken met rondhangend publiek zorgen ervoor dat we de tijd wel doorkomen. Club Zhest is zeer okee. De sfeer is gemoedelijk. Het voorprogramma is Rivuschisje Struny, wat zoiets betekent als grommende snaar. Met een ongelofelijk basgeluid ronken deze art-punkers zich door hun set. Ze kunnen rekenen op mijn sympathie. Een paar dagen geleden stonden deze gasten nog in het voorprogramma van Iggy & The Stooges en nu met the Low Point Drains! Haha! Ze spelen lekkere vuige, doordreunende noise á la the Birthday Party en The Jesus Lizard met onverstaanbare Russische zang. Als het onze tijd is knallen we vol enthousiasme door onze set heen, breekt Mr. Low zelfs een bassnaar en schalt na afloop onze megafoon repetief ‘Spasiba’ door de zaal. Op verzoek spelen we nog ‘Alright!’ als uitsmijter en daarmee is het wel gedaan. Wederom een fijne avond. En dat in de donkere kelders van het voormalige KGB kantoor… Dag 4: Tijd vliegt en zo komt er ook bijna een einde aan onze vierdaagse in Moskou. Toeristen als we zijn spasieren we door Moskou, langs het Kremlin, de St. Basil kathedraal en verder. Op een of andere manier krijg ik het irritante deuntje van the Scorpions maar niet uit mijn hoofd. “I follow the Moskva, down to Gorki park…” We kregen een tip van een local dat er een goede cd markt zou zijn ergens in een buitenwijk van Moskou. De metrorit erheen is schraal en weinig toeristisch. We belanden op een zaterdagmarkt vol bierdrinkende locals en vinden in een groot complex een 2 hectare markt met gekopieerde cd’s. Echter wel veel van hetzelfde. Dan maar cassettes. Russische folk en hiphop doen het goed, en zijn bovendien niet illegaal. Dan maar terug naar het centrum waar nog een aantal grote kerken bewonderen. Fijn dat er ook in Moskou meerdere Sbarro’s zitten dus wordt de inwendige Low Point Drain ook weer verwend. De toko waar we spelen heet Projekt OGI. Blues Brother Castro openen vanavond. Als we er arriveren is er nog niemand die ons kan helpen. Groepjes mensen zitten lekker te eten of te lezen in één van de vele zithoekjes. De Gary Kasparov die ons geluid doet neemt het niet zo nauw met ons te harde podiumgeluid en kan daarom alleen al een potje bij ons breken. Prima kerel, prima instelling! Als Blues Brother Castro klaar zijn met hun wederom prima set knallen we voor het laatst het dak eraf. Er breken verrassend genoeg geen snaren vanavond. Ons ‘danswedstrijd trucje’ blijkt hier te werken want driekwart van deze tent staat te hossen als we Trashed! spelen. Ongelofelijk. Het publiek is uitzinnig, gaat compleet uit hun dak en na afloop zijn er weer de inmiddels bekende handtekeningenacties, lyrische fans etcetera. Het houdt niet op. Zonder enige schaamte durven we te zeggen dat deze laatste gig wel erg lekker ging. Na afloop transformeert de Projekt OGI in een soort mini Alpha-tent en dansen we de nacht in op salsa, Russendisko en dikke rock’n’roll krakers. Mooi zo. Dat was het dan. Bedankt Moskou! En nu naar huis. Bij het inchecken op Sheremetyevo airport vraagt een strenge Svetlana me naar de inhoud van mijn rugzak. “Open it!” is haar commando. Ik haal een gejat bierglas uit een bezweet T-shirt maar dat is het niet. “More, please!” Als ik dan mijn megafoon uit een plastic tas met sokken haal vraagt Svetlana: “What is it?” Met lichte grijns wijs ik op het logo op ons T-shirt. “Is microphone?”, vraagt ze. “Yes” zeg ik, “but a very loud one”. Het is haar duidelijk. Ik mag alles weer inpakken en door naar de tweede security-check, de douane, de gate-check en vervolgens via Kopenhagen naar Nederland terug. Naar huis. Waar het ook bureaucratisch is, maar dan net een beetje anders.