Carla van der Marel werd 45 jaar geleden geboren in Wassenaar, waar ze al gauw te vinden is in één van de twee jongerencentra, waar ze achter de bar staat en posters ontwerpt voor de feesten die ze helpt organiseren. Ze herinnert zich nog als de dag van gisteren Prins Bernhard, die regelmatig voorbijkwam om konijnen te schieten. Carla maakt begin jaren tachtig de oversteek naar Rotterdam, waar ze visuele communicatie gaat studeren op de kunstacademie. De smaak van het uitgaan krijgt ze destijds te pakken in Parkzicht, maar ze herinnert zich toch nog langdurig elke weekend op en neer fietsen naar Wassenaar om haar bardiensten in het het jongerencentrum te draaien.
Het fotograferen begint in 1983, op de dag dat ze haar eerste Nikon FM (nog steeds het model waar ze bij zweert) koopt. In de Doelen zet ze haar eerste schreden op het concertfotografiepad, bij het Pandora's Box festival, waar ze o.a. Nick Cave, siouxie & the Banshees en Jah Wobble & the Invaders of the Heart ziet. met weinig succes nog, ze herinnert zich op de schouders van een enthousiaste bezoeker te klimmen om meer van het podium te zien, wat resulteerde in een hoop bewogen foto's.
Voor haar eerste vrije opdracht voor het vak fotografie besluit ze Claw Boys Claw in de Arena te gaan fotograferen, waarvan ook een sprekende foto van zanger Peter te Bos in het boek is terug te vinden. Vooral door toedoen van vriendjes in bands wordt ze al gauw een veelgeziene gast in de Rotterdamse postpunkscene. "Hoewel we toendertijd het idee hadden juist niet in een bepaalde scene te zitten, blijkt dat, 20 jaar later terugkijkend, toch juist wel het geval geweest te zijn. Daar komt ook het woord anti-scene vandaan, iedereen deed eigenlijk wat anders, het was heel breed." Juist de samenwerking tussen de vele groepen maakte die scene, een avond met freejazz en punk was de gewoonste zaak van de wereld.
Hoewel er dus een levendige muzikantenscene was in die dagen, was de podiumsituatie minder florissant. In 1987 moest Arena (gevestigd in het pand van Nighttown) de deuren sluiten, waarop Rotterdamse muziekliefhebbers noodgedwongen uit moesten wijken naar Den Haag en Amsterdam om bands te zien.
Carla is in die tijd nauw betrokken bij de oprichting van BAF, het Bezoekers Arena Front, wat in 1987 een plan opstelt om de Arena zo gauw mogelijk weer open te krijgen. Bij een stemming in de gemeenteraad verliezen ze het met één stem verschil van toenmalig Rotown-eigenaar Fons Burger, die het pand voor het symbolische bedrag van één gulden in handen krijgt. Uit onvrede met de beslissing gaat BAF in het voorjaar van 1988 over tot het kraken van de Arena, waar ze drie maanden lang avonden programmeren.
Diezelfde krakersmentaliteit ligt ten grondslag aan de Vlerk, die in de voormalige dansschool de Klerk aan het Katshoek haar eerste locatie vindt. Inmiddels onder de vlag van SCAR (Stichting Culturele Activiteit Rotterdam) is Carla betrokken bij de organisatie van vele concerten en feesten op diverse locaties. Een selectie van haar posterontwerpen uit die dagen is ook in het boek terecht gekomen. De Vlerk gaat na een zwervend bestaan langs o.a. de Lijnbaan en Westblaak eind jaren negentig op in het huidige Waterfront.
Haar eerste foto-opdrachten krijgt Carla in 1988 bij het alternatieve muziekblad Opscene. Niet dat ze er geld mee verdiende, het blad werd geheel gerund door vrijwilligers. "Dat was eigenlijk veel gebruikelijker in die tijd, bijna iedereen in die scene was werkeloos. Daar werd in die tijd heel anders tegenaan gekeken dan nu, het was eigenlijk één grote speeltuin, mensen deden meer met hun creativiteit." Hoewel ze inziet dat, met de huidige technische mogelijkheden, de vrijheid om dingen te doen veel groter is, zou ze toch niet graag onder het huidige klimaat opgegroeid zijn; "het is allemaal veel individualistischer nu, ik heb behoefte aan feedback."
Naast Rotterdammers is er in het boek ook plaats voor haar buitenlandse helden. Haar ingetogen portret van Joey Ramone, in 1992 geschoten in de kleedkamer van Nighttown, ziet ze zelf als een hoogtepunt in haar ouevre. "Op deze foto is hij heel somber en introvert, helemaal niet het New Yorkse straatschoffie wat je verwacht." Bij de korte fotosessie wist Carla, staand op een gammel stoeltje tussen drie mannelijke collega's, de sympathie van het viertal te winnen. "Ze werden boos op de andere fotografen die meteen begonnen te flitsen, terwijl ik als eerste aan de beurt was. Ze staan bij mij wel lachend op de foto."
Carla was destijds al een buitenbeentje in de fotografenwereld. Ze valt op met haar simpele camera met standaardlens ("ik neem het liefst zo min mogelijk spullen mee") en consequent gebruik van grofkorrelige zwartwitfilms. Ze geeft de voorkeur aan lage podia waar ze dicht op de bands kan komen. Carla peinst er niet over om digitaal te gaan fotograferen; "met mijn analoge camera ben ik veel bewuster bezig met fotograferen, ik heb veel te doen, constant scherpstellen en mijn belichting in de gaten houden."
Het plan voor haar boek werd in de zomer van 2004 geboren toen Ronald Motta, zelf muzikant uit de Antiscene en raadslid van de PVDA, na het bezoeken van haar overzichts expositie in gallerie 103 aan de Bergweg voorstelde een boek met haar te maken. Motta, ook bestuurslid bij uitgeverij Duo Duo, kreeg het project, na aanvankelijke tegenstand, door het bestuur goedgekeurd. Hierop volgde een lange moeizame tocht langs diverse geldschieters om het budget bij elkaar te brengen. Omdat het boek meer moest worden dan een verzameling plaatjes werd besloten om ook een cd bij te voegen met opnames van bands uit die tijd, waarvoor het Rotterdamse Gemeente Archief de kosten voor zijn rekening nam. Aan het eind van de zomer van 2007 was dan eindelijk alles rond en kan Carla beginnen met de selectie.
"Wat begon als mijn boek is uiteindelijk uitgegroeid tot een soort rëunie van de hele groep van toen. Dit boek gaat niet over mij, maar over ons." Voor de cd bij het boek belde Carla samen met muzikant en journalist Mark Ritsema vele inmiddels ter ziele gegane bands af, met een indrukwekkend overzicht van 23 nummers tot gevolg. Ritsema nam ook het lijvige voorwoord van het boek voor zijn rekening, met een chronologisch overzicht van 20 jaar Rotterdamse underground. Het project heeft ook een website, die in de toekomst uit moet gaan groeien tot een archief met foto's, films en geluidsopnamen. Carla's foto's en posters en andere memorabilia uit de Arena- en Vlerktijd zullen vanaf januari deel uit gaan maken van het Gemeente Archief.
Bij de boekpresentatie, vrijdag 30 november in de Arminiuskerk, treed een bont gezelschap bands op; "Heel spannend allemaal, er zitten bands bij die vijftien jaar niet meer gespeeld hebben. Ook oude ruzies zijn hierbij weer opgeleefd." Er werd vast opgewarmd met twee avonden in Exit en Las Palmas. Carla's inspanningen blijken al een sneeuwbaleffect te hebben; "We gaan binnenkort nog meer Antiscene avonden organiseren, met bands van toen en originele filmbeelden die we tegengekomen zijn."
Vrijdag zullen achtereenvolgens Blue Band, Stinksisters, God knows the absence, Reknub en New Romeos aantreden. Henk Vis, met zijn oude band Vissenpunk goed voor de oudste bijdrage op de Antiscene-cd, speelt een acoustisch nummer. Aanvang is 20.00 uur, het adres Museumpark 3.
Carla van der Marel kijkt met Antiscene terug op 20 jaar Rotterdamse rock-cultuur
"Dit boek gaat niet over mij, maar over ons"
Met haar overzichtsboek Antiscene schetst fotografe Carla van der Marel een treffend beeld van de Rotterdamse underground tussen 1983 en 2003. In het boek, wat vrijdag 30 november wordt gepresenteerd in de Arminiuskerk, staan vele oude Rotterdamse helden afgebeeld in haar kenmerkende grofkorrelige zwartwit-stijl, en de bijgeleverde cd is met 23 nummers voer voor historici. Een gesprek met Carla.