WORM kan Pendrecht cultuurprijs goed gebruiken

Mike van Graafsbeek: “We hebben de afgelopen drie jaar flink afgezien.”

Het Rotterdamse podium WORM heeft een prijs van zevenduizend euro gewonnen voor het doorzettingsvermogen dat zij de afgelopen drie jaar als stichting zonder lokatie toonde en de inventiviteit waarmee de organisatie haar nieuwe pand in Delfshaven wist om te toveren tot een cultureel centrum van allure.

Mike van Graafsbeek: “We hebben de afgelopen drie jaar flink afgezien.”

Het Rotterdamse kunstenaarscollectief WORM won onlangs de Pendrecht Cultuur Prijs. Deze wordt jaarlijks uitgeloofd in een andere culturele sector. WORM ontving de prijs voor de vastberadenheid waarmee de medewerkers hun nieuwe kunstcentrum in een monumentaal VOC-pand aan de Delfshaven hebben gerealiseerd. De prijs bestaat uit zevenduizend euro en een feest in het Rotterdamse stadhuis. “Dit is de negende keer dat de prijs wordt uitgeloofd,” vertelt Henk Kruidenier van het Pendrecht-fonds. “We maken daarbij gebruik van een éénmansjury, die expertise heeft binnen een bepaalde culturele sector.” In dit geval was dat Robert de Haas, ex-directeur van de Rotterdamse Kunststichting. Hij volgt WORM al enkele jaren en is erg blij hen de prijs te mogen overhandigen. “Het is een groep jonge, actieve creatievelingen van verschillende disciplines,” vertelt De Haas. “Ze doen behalve met muziek ook wat met video- en mediakunsten. Dat is het soort mensen dat je voor een stad als Rotterdam nodig hebt.” De Haas is onder de indruk van het doorzettingsvermogen dat de stichting heeft getoond. “Ze hebben veel problemen gehad de afgelopen jaren met het ontbreken van een lokatie,” weet hij. “Maar sinds ze in dat schitterende pand aan de Delfshaven zitten gaat het ze voor de wind.” De Pendrecht-prijs werd op ludieke wijze overhandigd. “Er kwamen een paar mensen langs die zich voordeden als Haagse ambtenaren die een zelfde soort initiatief wilden opzetten,” vertelt Van Gaasbeek. “Nadat we ze anderhalf uur hadden rondgeleid, haalden ineens een fles champagne tevoorschijn en gaven ze toe helemaal geen ambtenaren te zijn.” WORM werd hartelijk gefeliciteerd en kreeg te horen dat in oktober de officiële uitreiking in het stadhuis plaatsvindt. Van Gaasbeek is erg tevreden met de prijs. WORM kan het geld goed gebruiken nu zij in het nieuwe pand is gevestigd. “We zouden bijvoorbeeld wel een extra paar boxen of een nieuwe draaitafel kunnen gebruiken,” zegt hij. “Nu lopen we de hele dag te zeulen met apparatuur van de ene naar de andere zaal.” Ook wil de stichting een boekje uitgeven waarin hun worstelingen van de afgelopen drie jaar worden verbeeld. De club was in die periode dakloos en zwierf van lokatie naar lokatie. “We zijn laatst eens gaan grasduinen in ons archief en vonden daar allemaal oude foto’s en documenten die tezamen een goed verhaal maken,” zegt Van Gaasbeek. “Want we hebben flink afgezien de laatste drie jaar. Dat besef je je eigenlijk pas als je weer een dak boven je hoofd hebt.” Het nomadenbestaan had zijn voordelen, vindt Van Gaasbeek. “We hebben door het zwerven een goed inzicht gekregen in de organisatie van verschillende podia. Maar het is veel fijner om een eigen plek te hebben. Behalve een goede financiële opsteker vindt Van Gaasbeek het vooral een eer om de Pendrecht-prijs te winnen. “De laatste keer dat ik een prijs won, was het voor de best verzorgde hamster van Nuland.” Dat was toen hij een jaar of elf was. Helaas voor de hamster begroef zijn vader het beestje een paar jaar later toen hij zijn winterslaap aan het houden was. De vader dacht dat hij dood was gegaan. Van Gaasbeek: “Ik hoop niet dat dit een voorbode is voor iedere prijs die ik win…” Maar zoals het er nu uitziet is WORM nog een lang leven beschoren. “De bezoekersaantallen stijgen iedere week en we hebben nu al zo’n vijfendertig vrijwilligers erbij gekregen. Vorig jaar waren dat er nog acht.” Op 30 juni vindt het slotfeest The Night Of The WORMs plaats. Dan mogen alle medewerkers vrijwilligers en vaste freelancers met podiumaspiraties hun kunsten vertonen. In oktober worden de prijswinnaars onthaald op het Stadhuis, waar ze mogen vieren dat ze de prijs hebben gewonnen. Van Gaasbeek: “Dat is in dezelfde zaal waar Feyenoord altijd gehuldigd wordt.”