Cd recensie Charlie Dée – Where Do Girls Come From?

Als water in de woestijn

Jan-Jaap Tanis, ,

In januari presenteerde de Rotterdamse singer-songwriter haar cd in Rotown. Ondergetekende kon wegens andere verplichtingen niet aanwezig zijn bij het concert, maar keek – na zoveel goeds gehoord te hebben over deze diva - met smart uit naar het album en het schrijven van de recensie. Lees verder en ontdek of het benoemen van minpunten lijkt op het zoeken naar water in een woestijn.?

Als water in de woestijn

Wat meteen opvalt aan het openingsnummer, “Water In A Desert”, is dat de productie erg in orde is. De zang kenmerkt zich van meet af aan door de laconieke timing en karakteristieke uitspraak die het geheel bijna on-Nederlands maken. Het betreft hier een mid-tempo nummer met banjo, piano en schitterend slide-gitaarwerk en aan de uitvoering is meteen te horen dat we met professionele muzikanten te maken hebben. “Hello Hello” is een iets sneller nummer met een sterk refrein en een charmant xylofoontje. Helaas vallen er nog wel wat grammaticale schoonheidsfoutjes en inconsistentie in de tijden (hier spreekt de leraar Engels in mij) te ontdekken. Opvallend aan dit nummer is het lange, Mark Knopfler-achtige coda dat de luisteraar nog net even de tijd geeft om de tekstuele waarheden – waar Charlie Dée’s liedjes vol mee zitten - te overdenken. Even een stapje terug met “If I Ever Knew”, een langzaam nummer waarbij de ritmesectie pas halverwege invalt. Een lief klein liedje met een mooie dynamische opbouw. De plaat blijft verrassend afwisselend voor dit genre. “Why Couldn’t You Stay” is eveneens een langzaam nummer in ¾ maat, compleet met strijkers en opnieuw het xylofoontje. Het klapstuk van het album is zondermeer “One Way Ticket”. Dit nummer valt meteen op in het geheel en is, in tegenstelling tot de andere nummers, redelijk vrolijk en up-tempo. Bij het intro moest ik meteen denken aan “Penny Lane” van The Beatles: het staccato pianootje, de swingbeat en het in de hogere registers bespeelde geluid van een Beatle-basje geven een vertrouwd gevoel. Stop er na het eerste refrein een geinig orgeltje en gelikte koortjes in en je hebt een regelrechte hit! Net als je denkt dat het niet interessanter kan worden, komt er een sober, komisch liedje. Op “Monday Morning” wordt Dée slechts begeleid met accordeon en subtiele percussie. Het liedje geeft “comic relief” aan het serieuze geheel. Helaas valt Charlie Dée door de spraakachtige zang enigszins door de mand voor wat betreft haar uitspraak. Na het droevige “Long Way Gone” komt er feest der herkenning in de vorm van Joan Armatrading’s “Rosie”. Het arrangement is verassend ten opzichte van het origineel: de TR808 spuugt er een Caribisch-getinte beat uit en de laconieke zang geeft het nummer de typische Charlie Dée sound. Na dit zonnige intermezzo volgen “Rainstorm” en “This Is What Life Is”, een afsluiter in ¾ met een prachtig a capella intro. Het nummer mondt uit in een fantastisch gearrangeerd en lyrisch geheel compleet met E-bow gitaar! De fade-out leek aanvankelijk wat knullig, maar ik betrapte mezelf er telkens op de cd opnieuw op te willen zetten – goede keuze dus! Het Engels verdient hier en daar geen schoonheidsprijs, maar laten we dat op “dichterlijke vrijheid gooien”. Verder moet Charlie Dée oppassen dat ze met haar uitspraak niet een karikatuur van zichzelf wordt, zoals op “Monday Morning” een beetje gebeurt. De heldere en on-Nederlandse manier van zingen heeft namelijk als valkuil dat er bij de verstaanbaarheid een zekere dubbelzinnigheid (of ongeloofwaardigheid!) in kan sluipen. Over het geheel genomen wegen deze minnen niet op tegen de plussen en kan ik deze recensie slechts afsluiten met de mededeling dat ik: A) verliefd ben of wil worden, en B) nog steeds niet weet waar meisjes vandaan komen. De volgende zin vat het geheel eigenlijk prima samen: Finding fault in this record is like seeking water in a desert.