METZ demonteert Rotown

Allesvernietigend lawaai van het kaliber JSF

Tekst: Mick Arnoldus Foto's: Jeroen Bendeler ,

De Canadese herriemachine maakte dinsdagavond korte metten met het cliché van de overdreven beleefde Canadees. Het is een wonder dat ze nog gletsjers hebben daar, of dat de dijken nog overeind staan hier.

Het voorprogramma heet Solids, ook een Canadese band. Een bandnaam die uitnodigt woordgrappen te maken over de het niveau van de muziek, want het klinkt goed. Solids maakt gelaagde garagepunk van grootse kwaliteit. Het zijn van die nummers die de aandacht vasthouden, ook al lijkt het op het eerste gehoor dat het niet uitmaakt of je ze vanaf het begin of ergens halverwege hoort. Ze zijn ook nog eens lekker stevig, een goede opwarmer voor METZ.

Al vanaf het begin maakt METZ duidelijk waar we het vanavond van zullen krijgen: er van langs. Opener Headache luidt een pit in die de rest van het optreden niet meer van wijken zal weten. Het vochtige weer buiten wordt in de zaal al snel nagebootst door het vele zweet en de lichaamswarmte, die de witte blouse van zanger Alex na drie nummers in donkergrijs transformeren.

Met een repertoire als dat van METZ dringt zich de vraag op: hoe houdt je het spannend? Want jazeker, elk nummer knalt als een bezetene. Maar de spanningsboog kan verslappen als elk opvolgend nummer van hetzelfde laken een pak is. Het trio waar METZ uit bestaat lost dit op door zelf zoveel energie uit te stralen en in de nummers te steken dat je er wel in mee moet gaan. En door heel af en toe even de rem in te drukken voor een klein intermezzo van overstuurde versterkers die staan te loeien, zodat het publiek even op adem kan komen.

Dit verslag houdt er eerder mee op dan je misschien van ons gewend bent, omdat we er nou eenmaal kort over kunnen zijn: METZ breekt elke zaal van elk formaat af tot de grond, of je nou doorhebt dat het gebeurt of niet. Zodra je de broodnodige doppen uit je oren trekt voel je pas dat je ingewanden ook bescherming nodig hadden.