Het was inderdaad lang niet altijd zo vanzelfsprekend. In 2010, toen Francis voor het eerst de Rotterdamse Popronde coördineerde, was het een klein evenement. Rotterdam was toen ook nog lang niet de muziekstad die het nu is. 'De mensen omarmden het nog niet zo als nu', vertelt Francis. 'En daarbovenop… Nog niet veel mensen wisten überhaupt wat Popronde was. Probeer maar eens de eigenaar van een leuk barretje te overtuigen om mee te doen, om zijn bar onderdeel te laten zijn van een festival waar hij werkelijk nog nooit van heeft gehoord. Dat was behoorlijk lastig.'
Het zorgde voor een lastige start. Een lastige start bij een functie waar Francis min of meer per ongeluk in was komen rollen, vertelt ze lachend. 'Ik was destijds boeker van een Limburgse band, genaamd Cherry Darling. Heel random. Zij wilden meedoen aan Popronde, maar we wisten niet zo goed hoe dat werkte, dus ik had gewoon een mailtje gestuurd. In dat mailtje werd me verteld dat ze ook nog vrijwilligers zochten voor de Popronde, gewoon om flyers en CD’s uit te delen in de stad. Dat ben ik gaan doen. Vervolgens vroeg ik of ik stage kon lopen bij Popronde, en mocht dat ook nog eens', vertelt ze. ‘Tijdens mijn stage zocht ik samen met een collega naar een nieuwe coördinator voor Rotterdam. Na een gefaald kennismakingsgesprek met een potentieel target vroeg die collega aan mij: ‘Waarom doe jij het niet gewoon?’ Zo heb ik ja gezegd op iets waarvan ik helemaal niet wist of ik het kon.'
Popronde Rotterdam 2010, een stroef begin van iets wat vijftien jaar later een groot evenement zou zijn. 'Toen zou ik nooit hebben gezegd dat dit mogelijk was', gniffelt ze. 'Ik maakte zoveel fouten. Ik besefte toen nog niet dat ik zelf voor een zanginstallatie moest zorgen als een bar die niet had. Of dat ik een singer-songwriter beter niet kan laten spelen in een bomvolle, luidruchtige kroeg. Maar op gekke wijze kreeg ik daar juist weer energie van richting het volgende jaar. Ik wilde bewijzen: ik kan dit wél! Ik kan iets moois neerzetten.'