Riders on a storm
Via hun management stuurt de band van tevoren allemaal informatie naar het podium. Het belangrijkste is de rider. Denk aan eten en drinken, vervoer, hotels, transport, hotels, gastenlijstplekken. Er is ook een technisch deel. Daar staat in wat er allemaal nodig is qua versterkers, monitoren, licht, geluid en soms instrumenten. Een stagemanager als Maartje (ook wel: Max) raakt meestal pas op de dag van het optreden bij het optreden betrokken. Hen brengt hun baan terug tot twee hoofdpunten: zorg ervoor dat de concertdag goed verloopt en dat iedereen blij is. “Tot nu toe gaat het altijd goed,” zegt hen enthousiast. Hun takenpakket is breed: zorgen dat de bandapparatuur wordt uitgeladen, bandwensen, podiumopbouw, soundcheck, aanspreekpunt voor band en personeel. Hen leest de riders door en beslist over eventuele extra bandverzoeken.
Wees welkom
Bands komen zo’n 3,5 uur voor hun optreden aan. Uitladen doen de bands bij Rotown aan de voorkant. Net na het interview met Maartje arriveert Shaemless. De bandleden en Maartje sjouwen alle apparatuur naar binnen. Als alles binnen staat, krijgen artiesten eerst een rondleiding backstage. Alle artiesten delen bij Rotown één kleedkamer – “als beide bands met een touring party van acht man komen, is het wel krap,” zegt Maartje. Bij dit concert is er ruimte genoeg, want alleen Shaemless heeft entourage mee: twee personen. Douches zijn er niet, maar wel een bank, stoelen, een tafeltje, en handgeschreven boodschappen van bands aan de muur. Er zijn kleine snacks en je kunt er wat drinken: pils, alcoholvrij bier, fris. Maartje regelt een fles sterke drank of speciale nootjes, als bands erom vragen. Na de rondleiding gaan de bands eten. Dat is makkelijk te regelen, omdat Rotown een eigen restaurant heeft. Bandleden kiezen uit het menu. Alle maaltijden zijn veganistisch, omdat daar ook vanuit artiesten steeds meer vraag naar is. “In drie jaar heb ik één keer meegemaakt dat iemand per se biefstuk wilde”, vertelt Sam. “Die hebben we een buyout gegeven, een envelopje met geld om langs een steakhouse te gaan.”
Speciale verzoeken
Iets als de mythische blauwe M&M’s zagen Sam en Maartje nog niet in de riders. Sam vertelt: “Wel allergieën waar ik nog nooit van gehoord had, of iemand wil absoluut geen nasi.” Maartje vult nuchter aan: “Een keer vroeg een band om zeewiercrackers. Geen idee waar ik die vandaan moet halen.” Sam denkt even na: “De meest ludieke vraag die we krijgen is: ‘Kun je ons iets iets typisch Rotterdams geven?’” Rotown komt dan bijvoorbeeld met stroopwafels, salmiakdrop (avontuurlijk voor wie alleen Engelse drop kent), en ’s winters chocoladeletters. En het meest Rotterdamse gerecht? Ook dat kunnen artiesten krijgen: in het restaurant hebben ze kapsalon. Maartje relativeert trouwens de riders: “Zo’n rider gaat ook naar grote festivals, waar het chaotisch kan zijn met die enorme podia - wij zijn nou eenmaal niet zo groot. Bands weten dat ze hier geen drie flessen whiskey kunnen verwachten. Op bijvoorbeeld allergieën let ik streng, maar qua hospitality zie ik het eerder als een wensenlijstje.” In de riders van Heavy Lungs en Shaemless staat niets speciaals – ook vanavond hoeven er geen blauwe M&M’s in de kleedkamer.