Je hoeft Matthias niet lang te spreken om te merken hoeveel hij weet over de alternatieve underground van Nederland, en stiekem ook de rest van de Benelux. Bands als Asbest Boys, Bombstrap en Lifeless Past zijn allemaal al eens langsgekomen op de avonden die hij organiseert. “Mijn eerste evenement was twee jaar geleden op Valentijnsdag in WORM,” vertelt hij: “Ik werkte daar toen al als artist handler en productie-stagiair, en filmde regelmatig de shows. Dat gaf de toenmalige boeker, Richard Foster, het vertrouwen om mij een eigen avond - Snackbar - te laten programmeren binnen zijn terugkerende bandavonden. "Die eerste editie liep zo goed, dat ik genoeg enthousiasme kreeg om door te blijven gaan en mijn relatie met de Rotterdamse en Nederlandse scene te versterken.”
Over de scene gesproken! Wat vond jij van de Rotterdamse scene voordat je hier naartoe kwam, in tegenstelling tot nu?
"Voordat ik vanuit Breda naar Rotterdam verhuisde, was ik vrij naïef over de scene hier. Ik zag zoveel verschillende bands met steeds dezelfde gezichten, dat ik ervan overtuigd was dat de scene hier gewoon één grote kruisbestuiving was! Maar toen ik eenmaal echt hier woonde, begon ik te zien hoe Rotterdam in elkaar zit: een stad van harder werkers, en dat hoor je terug in de muziek. De Rotterdamse sound is geweldig en de performers ook. Punk is overal in Nederland, dus ook hier in Rotterdam, waar alternatieve stemmen en luide punk meer toegankelijk zijn. De hoeveelheid zalen die lokaal talent een podium geven, is ook echt bijzonder – die plekken waren mijn toegangspoort tot de stad.’’
Naast al het moois aan de Rotterdamse scene, zijn er ook dingen die je er minder tof aan vindt?
“Ik vind dat mensen te veel blijven hangen in het hele sociale aspect van de muziekscene. Omdat de scene hier relatief klein is, zijn er sommige mensen best beschermend over. Dat kan dan weer gezien worden als gatekeepen." Matthias ziet ook hoe loyaliteit aan de stad soms voor tunnelvisie zorgt: “Sommige artiesten worden op handen gedragen puur omdat ze Rotterdams zijn. Terwijl juist in een diverse muziekstad als deze, het openstaan voor andere genres of invloeden iets zou moeten zijn om te vieren. Dat is jammer, want het kijken naar live muziek is een enorm privilege, waaraan in een welvarende omgeving als Rotterdam, ongeacht subsidiestromen, gelukkig geen tekort is. Ten slotte zou ik ook meer communicatie willen zien tussen venues, boekers, artiesten en de community!’’