Verhalend muzikant Kay Slice praat zoals hij speelt: trefzeker, met woorden en noten die precies landen waar ze horen. Zijn muziek zit vol statements, met in de kern een uitnodigend karakter. Hijzelf is een bruggenbouwer; een verbinder van werelden die ver uit elkaar lijken te liggen. Eenmaal door hem aangeraakt, klinkt het echter alsof ze altijd al bij elkaar hoorden. We spreken hem over het album waar hij momenteel aan werkt, zijn ontdekkingsreis als muzikant, en bezoeken zijn optreden op het African Food Festival.

Op het Museumplein in Rotterdam hangt de geur van kruidige stoof tussen de puntdaken van de eettentjes. De sfeer is laidback: bezoekers strijken neer op het gras en de jongste generatie hangt aan de hekken. Wanneer Kay en zijn vijfkoppige band het podium betreden, schuifelt het publiek dichterbij. Zij worden getrakteerd op een uur durende set waar je je muzikale vingers bij aflikt. Kay is niet van plan het rustig op te bouwen. ‘We gotta take the highs out of the lows’, start hij, en nog voor het eerste nummer voorbij is, trekt hij iedereen zijn wereld in. Door zijn vlijmscherpe rap, de funky akkoorden van toetsenist Anton, trombonist Lezaam met snelle, speelse frases en Noam’s gelaagde gitaarwerk begin je vanzelf te bewegen, zelfs als je nog met een bord jollof op schoot zit.

Wie zijn blik losmaakt van het energieke schouwspel en het plezier waarmee drummer Wilson, percussionist Jo en bassist Sway elkaar muzikaal uitdagen, zal opmerken dat er op het grasveld geen enkel paar voeten meer stilstaat. West-Afrikaanse ritmes, poëtische hiphopverzen en warme grooves vullen het veld. Kay en zijn band spelen met een bezieling die een betere geluidsinstallatie verdient dan ze vandaag tot hun beschikking hebben. Maar ondanks dat Kay’s vurige spel op de klankstaven van de balafon door technisch toedoen niet helemaal tot zijn recht komt, weet hij toch moeiteloos de aandacht vast te houden. Hij draagt het podium, in plaats van andersom.

Ook in gesprek blijkt het een feestje: praten met Kay is praten met een poëet. Hij kiest zijn woorden zorgvuldig, geeft daarmee kleur aan zijn verhaal en gaat op zoek naar de diepere levenslagen. Identiteit en vrijheid zijn terugkerende thema’s in zijn muziek. Als diaspora kid beweegt hij tussen verschillende werelden: geografisch tussen Accra en Rotterdam en muzikaal tussen zijn hiphopachtergrond en Ghanese ritmes. ‘Al die kanten zijn een deel van mij,’ zegt Kay, wat hij ziet als een verrijking: ‘Het lijkt soms alsof je moet kiezen, maar ik zie het liever als vermenigvuldigen.’ Vanuit diezelfde filosofie ontstond zijn communityproject Kossa Kossa; een reeks jamsessies waarin hij muzikanten vanuit verschillende afro-diaspora achtergronden samenbrengt. ‘Ik wil laten zien dat er geen hokjes hoeven te zijn. We delen dezelfde passie en hetzelfde verhaal.’ 

Kay’s drijfveer voor het maken van muziek is sinds zijn beginjaren onveranderd: alles valt of staat met joy. ‘Het kind in mezelf herinnert me eraan waarom ik ooit begon, ik probeer dat vast te houden in alles wat ik maak,’ legt hij uit. Grote kans dat we dit terughoren op zijn toekomstige album, dat een ode is aan het Ghanese muziekgenre highlife. ‘Wat ik mooi vind, is dat deze muziek een nationale identiteit biedt aan een land dat een tijdlang verdeeld was.’ Kay is trots op zijn visie en sound, die hij zelf diaspora highlife noemt. Zowel zijn muzikale als culturele roots zijn terug te vinden op het album, waar ook producer Anton de Bruin en trompettist Peter Somuah een steentje aan bijdragen.

Op het African Food Festival krijgen we een voorproefje van het smaakpalet van Kay Slice. ‘We take you to highlife,’ kondigt hij aan, en dat is precies wat hij en zijn muzikanten doen: het is een samenspel met een flinke lepel spice. Kay zelf is de chef in deze muzikale keuken en zijn band de zorgvuldig gekozen ingrediënten, die rijkelijk samenvloeien in nummers als Yessika en Sauce & Stew. Kay’s sound smaakt naar meer en maakt hongerig naar de highlife-feesttafel die zijn nieuwe album belooft te worden.