Het bijzondere aan Rotterdam Bluegrass Festival is dat het enerzijds aandoet als een knus Rotterdams buurtfestival en tegelijkertijd internationale aantrekkingskracht heeft. Britte Kramer, onderdeel van de organisatie, vertelt enthousiast dat bezoekers uit alle windstreken komen: Belgen, Britten en zelfs Scandinaviërs trekken naar het Noordplein om zich een weekend lang onder te dompelen in de wereld van bluegrass. 

Daddy Long Leg

Er hangt op de zonovergoten vrijdagmiddag een aangename en ontspannen sfeer op het festival. Bij binnenkomst op het plein is al meteen duidelijk dat mensen gewoonweg niet stil kunnen staan bij het horen van de twáng van de banjo's en de opzwepende sound van de fiddle-spelers. Maar zelfs als bluegrass je niet kan bekoren, kijk je je ogen uit aan de enorme diversiteit en uitgesproken stijl van de bezoekers. De internationale allure blijkt niet alleen uit het publiek dat het festival aantrekt: alleen al op vrijdag staan er maar liefst vier topbands uit de Verenigde Staten op het programma, die hun authentieke bluegrass-sound naar het hart van Rotterdam Noord brengen.

Dat brengt ons bij de eerste band uit de US, Daddy Long Leg. Met ‘Star of the Bluegrass’ doet de naam van het hoofdpodium eer aan deze band. Frontman Brian Hurd zet meteen een mondharmonicasolo in die niet aan de aandacht van de bezoekers ontsnapt, de punk-rock-n-roll-rhythm&blues-machine staat aan.

Daddy Long Leg

Jake Blount

Bluegrass is dansen, feest en vrolijkheid, maar heeft ook een behoorlijke geschiedenis. Dat bewijst Jake Blount. Naast zijn exceptionele instrumentale vaardigheden weet hij de focus te leggen op de erkenning van de rol van Afro-Amerikaanse gemeenschap in de Amerikaanse folkmuziek. De multi-instrumentalist wordt bijgestaan door ervaren muzikanten die zijn unieke pad binnen de folkmuziek als geen ander kennen, en de vergeten verhalen tot leven weten te brengen.

Dart doen ze met melancholische diepgang, opzwepende samenzang en gitaarlicks die melodieus, maar toch razendsnel over het fretboard vliegen. Dat Rotterdam Bluegrass Festival op 4 juli valt leidt tot een kritische maatschappelijke reflectie, duidend op de huidige staat van de Verenigde Staten. Zo roept hij: ‘What a wonderful day to not celebrate the birth of America’. En vervolgt: 'I can hear you think, where is the bluegrass?’. Daarna zet Blount de show met een vrolijke noot voort, en het publiek hangt nog meer aan zijn lippen.

Jake Blount

Peyton’s Big Damn Band

Anders dan de naam doet vermoeden, bestaat Peyton’s Big Damn Band slechts uit drie man. Toch produceren ze zo’n dikke sound dat de bandnaam ineens helemaal op z’n plaats valt. De frontman en gitarist legt ook haarfijn uit dat hij op z’n 100 jaar oude steelstring gitaar alleen zijn duim gebruikt voor de zware steady baslijnen. 'No pedals, just my hands playing the instrument!' Opschepperig? Nou, misschien een beetje maar van ons mag het. Zijn Chuck Berry-achtige licks zijn ontzettend strak en krachtig, en vormen daarmee een bijzondere fingerpicking techniek. De chemie tussen zijn vrouw Breezy op wasbord brengt bij iedere festivalganger een lach op het gezicht. Al helemaal op die van de gitarist zelf, die zichtbaar geniet en onophoudelijk gekke bekken trekt.

Peyton's Big Damn Band

The Brothers Comatose

Het festival serveert een heerlijk afwisselend programma. Op de Double Friendship Star Stage lijkt het even alsof je kunt ademhalen. Heel even maar. Zodra The Brothers Comatose losgaat, is de rust ver te zoeken. Vijf man breed staan ze op het podium, en vanaf de eerste noot is het raak. De kleine stage blijkt véél te klein voor de energie die deze band meebrengt. Zeker als je bedenkt dat ze hier niet alleen voor het eerst op het festival staan, maar ook hun Europees debuut maken. Elk bandlid blinkt uit op zijn instrument. Ze vlammen, vullen elkaar aan en slepen het publiek moeiteloos mee in hun aanstekelijke samenspel. Dat samenspel kent meerdere dimensies. Ze mixen bluegrass moeiteloos met folk, country en americana tot een energiek, veelzijdig geluid vol harmonieën en virtuoos snarenwerk.

De vrijdag wordt afgesloten met the Devil Makes Three. Het klinkt allemaal wat relaxter en rustiger dan hun voorgangers, en als je het ons vraagt had the Brothers Comatose meer de energie van een knallende afsluiter dan the Devil Makes Three. Maar over smaak valt niet te twisten, bewijst ook het twistende publiek bij dit laatste optreden.

The Devil Makes Three