Kan je iets meer over jezelf vertellen?
Shirin Mirachor: ‘Mono bestaat al wat langer. 4,5 jaar / 5 jaar bijna. 2 jaar geleden hebben we het overgenomen.Ik heb een achtergrond in Kunst en Economie en ben afgestudeerd op het thema happiness en clubnights. Onder andere onder Ted Langenbach als praktijk coach. En toen heeft hij gezegd volgens mij moet je naar Rotterdam komen. Heel lang heb ik meer gewerkt tussen zogenoemde youth culture brands en hippe kids om die aan elkaar te verbinden. Nadat ik m’n droombaan heb gehad in Londen als strateeg voor vice, kwam ik er achter dat ik werd verweten dat ik in alles politiek wilde brengen en een maatschappelijk draagvlak wilde creëren. Toen besloot ik dat het misschien beter was als ik mijn eigen platform ging oprichten. Ik begon met een online platform, maar de fysieke evenementen sloegen vooral aan. Uiteindelijk was dat de reden dat we een eigen plek wilde hebben. Mono was al de thuisbasis van die evenementen.
Toen ik hoorde dat Mono te koop werd gezet en ik het zou verliezen als thuisbasis zagen we een mogelijkheid om het door te starten en om het veel meer richting een culturele plek toe te bewegen vanuit de horeca achtergrond. Die koers zijn we eigenlijk nu wel aan het varen. M’n fascinatie voor het nachtleven is altijd geweest dat ik het heel bijzonder vind hoe mensen vanuit allerlei uithoeken uit de maatschappij samenkomen en voor de nacht verbonden zijn aan een plek. Juist omdat de muziek zo hard staat heb je een soort andere manier om met elkaar te communiceren. Het overstijgt het individu in het collectief, maar je kan nog steeds je individualiteit vieren.
Het lijkt me boeiend om de counture culture / youth culture die in de nacht ontstaat meer naar een dagprogramma door te trekken. Daar is (A)Wake ontstaan. (A)wake noemen we een cultureel instituut in wording. Dat is natuurlijk een thema omdat we nog niet in het cultuurplan zitten aangezien we te jong zijn en we werken vanuit projectsubsidies. We willen uiteindelijk wel heel graag ons meer te positioneren tussen de culturele organisaties in de culturele sector in Rotterdam. Onze ambitie is om de toegankelijkheid te hebben van buurthuis met programma’s die zich verhouden tot het internationale discours.’
Daar had ik het artikel van vers beton over gelezen, want uiteindelijk krijgen jullie daar geen subsidie van (zie ook het naschrift: https://versbeton.nl/2020/02/mono-en-amenti-over-de-kloof-tussen-nieuwe-makers-en-cultuurplan/)
'Nee, uiteindelijk hebben we ook niet meegedaan hoor. Het cultuurplan werd ons gewoon afgeraden, maar dat houd dan wel in dat je nog 4 jaar op een andere manier moet zien te overleven. In Utrecht experimenteren ze al met 1 a 2 jaar subsidies.'
Dat is er nu toch ook in Rotterdam?
'Ze hebben nu de impulsregeling. Dat raadde ze ons toen ook aan. Wat het vreemde hieraan is, is dat je daar ook al twee jaar een stichting voor moet zijn. Dus daar vielen we ook net buiten de boot. We vallen overal tussen wal en schip. We krijgen wel subsidie vanuit het stimuleringsfonds voor creatieve industrie maar dat is een hele andere hoek dan vanuit de gemeente. Dus je zou kunnen zeggen dat de nationale fondsen ons al vanaf het begin projectmatig ondersteunen, maar lokaal gebeurd er niet zo heel veel qua steun.'
Dat speelt je nu ook parten tijdens de coronacrisis
'Ja. De erkenning speelt ons soms wel parten. Nou ja dan wordt het weer zo’n Amsterdams / Rotterdams verhaal. Ik weet niet of ik daar naar toe wil, maar ik merk dat ik met jaloezie kijk naar een Turia (?), wethouder cultuur in Amsterdam, of een Femke Halsema. Zij hebben naar mijn idee wel een scherpere visie hebben op wat de nacht kan betekenen. Ze weten beter welke plekken cultuur zijn en welke plekken horeca zijn waar het winstoogmerk uiteindelijk doorslaggevend is voor elke beslissing die word gemaakt. Bij ons (in Rotterdam) is dat niet zo. Ook omdat Turia en Femke volgens mij allebei zijn uitgegaan en in het nachtleven zich ook een tijd hebben bevonden. Dus hebben zij een andere relatie met het nachtleven. '
Ik moet wel zeggen dat Said Kasmi, wethouder cultuur in Rotterdam, toen ook een brief heeft ondertekend met de wethouder cultuur van Amsterdam en de wethouder cultuur in Utrecht volgens mij (link). Dat was echt verrassend. Dat was echt een brief waaruit bleek dat ze het snappen. Het is nu ook onduidelijk, want ze zeiden dat het nachtleven meer geld krijgt uit die extra aanvulling vanuit cultuur. Het is nu stil, dus ik weet niet zo goed hoe dat zit.
Daarop moeten we wachten op de gemeente Thys Boer van N8W8 Rdam en organisator van Opstaan voor de Nacht ons meer kan vertellen. Hij zit nu in Mono te werken. Ik heb trouwens niet het idee dat het alleen het nachtleven is hoor. Voor mijn gevoel staat de gemeente Rotterdam niet voor alle cultuur. Misschien voor de musea.
Ja, ze zijn meer voor de gevestigde partijen. Dat is natuurlijk ook het probleem bij het cultuurplan. Het verhaal voor het cultuurplan 2021-2024 past heel erg bij ons. Wij zijn de grass roots partij over identiteit en interconnectiviteit (red: hoofdthema’s bij het huidige cultuurplan). We passen gewoon helemaal in het beeld, maar tegelijkertijd is er een besluit geweest dat alle grote partijen al zekerheid hebben gekregen dat ze een hap uit dat budget zouden krijgen (even opzoeken hoe het heet). Daardoor heb je kunnen uitrekenen dat er nog heel weinig over zou zijn voor de kleinere instellingen.
Het is opvallend dat Operator nu in het cultuurplan zit en een paar andere frisse namen. Ik vind wel dat er een grote kloof is met onze generatie in de fluïditeit / het eclectische en dat alles met elkaar mengt. En überhaupt dat internet vanaf de geboorte de realiteit is. Dan ben je zo gewend dat verschillende realiteiten parallel aan elkaar lopen en ook qua tijdslijn vermengt de 80s met iets anders wat heel futuristisch is. Je merkt bij de gemeente dat er veel meer in kaders word gedacht die niet echt aansluiten op de realiteit.
Daar heb ik over nagedacht. Aan de ene kant snap ik het aan de andere kant snap ik het niet helemaal. Je bent toch gewoon een club? Wat maakt het fluïde?
Wij zien juist dat het nachtleven een van de vormen van cultuur is die zich hier afspeelt, maar je kan hier ook een talk hebben die overgaat in een expositie. Alles gaat een beetje door elkaar heen. Je merkt als kleine partij dat je continu met een onderdeel of aspect van je plek naar een bepaald fonds of partner zoekt. Waar je naar zoekt is een partij die snapt dat het juist die mengvormen zijn die het sterk maken.
Bij het Mondriaan Fonds krijgen we dan te horen: hoezo zijn jullie een expositie-ruimte? Het komt meer over als een club. En bij een andere plek: is het echt een club? Het is meer een soort buurthuis. Het is gewoon moeilijk om partners te vinden die begrijpen dat het juist zo sterk is dat het zo fluide is en in elkaar over loopt.