BFO14: John Coffey

Meester van de chaos

Tekst: Mandy Bezema / beeld: Serge Hasperhoven ,

Ze kwamen, zagen en overwonnen. John Coffey, een stel Utrechters met een brutaal smoelwerk van hier tot Tokyo. In 2013 vlogen ze als een komeet door alle festivals heen, waarbij menig festival tent wankelend achterbleef. Vuige punk, rock n’ roll en een flinke dosis humor.

Het concert:

John Coffey, Bevrijdingsfestival Overijssel, Podium Abbott, 5 mei 2014.

De act:

Vijf Utrechters, snoeihard en een credo dat alles soms best kapot mag. "Maar deze keer geen gebroken benen!”, roept zanger David Achter de Molen nog gauw vanaf de Abbott. Beesten op het podium, doch toegankelijk voor een iets groter en diverser publiek. In 2012 waren ze er ineens, in 2013 kon geen enkel zichzelf respecterend festival om ze heen. Onder andere Lowlands, Zwarte Cross, Groezrock en Metropolis maakten kennis met de heren van John Coffey, waarbij menig stage dive niet geheel ongewoon was. Plaat Bright Companions werd met open armen ontvangen door de muziekjourno’s en een groot publiek. Het is vuige, smerige punk, rock ‚n roll, hardcore, ook southern rock. Een band die compleet lak heeft aan de no stage dive/crowsurf policy, sterker nog: zonder die gegevens lijkt het bijna geen waardig John Coffey concert meer te zijn. Ach ja. Het is het soort act dat je maar gewoon zelf moet zíen, al dan niet in een krankzinnige mosh-pit.

Het nummer:

Gekkenhuis, zo rond negen uur bij de Abbott. Het veld voor het podium lijkt een slagveld, en de enkeling die uit de pit wankelt kijkt met een gelukzalige blik om zich heen. Tegen het einde van de set is komt 'ie dan toch, Romans wordt ingezet. Dreigend, gemeen en keihard. Dat het geluid bij de Abbott niet geheel lekker klinkt, moet dan maar even vergeten worden. Er klinkt een soort oergebrul vanuit het publiek als reactie op het nummer. De timing klopt, de zang klopt, de muziek is on point. "Miles 'till the end of the road we walk", klinkt het spookachtig over het terrein vanuit meerdere brullende kelen. Een vuist wordt in de lucht gestoken, en dan gaat zowel de band als het publiek compleet los.

Het moment:

Is het de man die ineens aan de balken van de Abbott hangt en als een aapje door de stellage klimt, luid schreeuwend van enthousiasme? Is het de razende pit die voor het podium ontstaat vanaf moment één dat de eerste gitaren worden aangeslagen? Is het de wall of death tijdens Oh, Oh Calamity? Of toch Nirvana’s cover Breed? Alle cliche’s ten trouw: kiezen is onmogelijk en zou af doen aan de rest. John Coffey kwam, zag, en overwon, zo ook op de dag van de vrijheid.

Het publiek:

Hier wist men wat er te verwachten viel, en daar werd ook duidelijk op ingespeeld en om gevraagd. En ze kregen het. Geen gebroken benen, wel een degelijke stofwolk, gebeuk, vliegend bier en een krankzinnig publiek, al dan niet op het podium in plaats van ervoor. Feest. Punt.

Het oordeel:

Bij John Coffey is het vrijwel onmogelijk om te ontkomen aan spektakel. De nummers werken nog steeds, lijken zelfs steeds meer aan kracht te winnen nu meer en meer mensen in aanraking komen met de Utrechters. Wellicht heftig voor een relatief 'braaf' Bevrijdingsfestival, het werkt desondanks voor de volle honderd procent. Laat deze band groeien maar vooral ook blijven zoals ze is, deze totale bende aan talent.