De band, die ontstaan is uit een afstudeerproject op het conservatorium in Zwolle, werkte voor hun debuutalbum samen met o.a Ruben Hein. “We merkten toen dat we veel inspiratie kregen uit de samenwerking met vocalisten. Na de release van dat eerste album vielen we in een gat door corona. In plaats van stil te blijven staan, besloten we meer van zulk soort co-projecten te gaan doen en het geheel samen te smelten tot een nieuw album.
In het najaar van 2020 trok de band zich regelmatig een aantal dagen terug in de bungalow van de vader van de drummer op de Veluwe: “We bouwden het huisje om tot studio/repetitieruimte en werkten daar aan een stuk of dertig schetsen van nummers. Het was fijn om op zo’n plek een aantal dagen achter elkaar in de muziek te kunnen duiken. Er was daardoor veel ruimte om dingen uit te proberen.”
Uit die schetsen maakte de band een selectie van nummers die ze het tofst vonden. Per nummer gingen ze op zoek naar een geschikte vocalist(e) om mee samen te werken: “We hadden een grote lijst gemaakt van allerlei artiesten die wij heel vet vonden en we hebben onszelf hierbij niet ingehouden. Omdat veel artiesten ‘vrij’ waren vanwege corona zijn veel features ontstaan die anders niet waren gelukt vanwege de drukke agenda’s van grote artiesten.”
Zo werkten ze voor één van de nummers samen met Marcus Tenney van de Amerikaanse band Butcher Brown. Alle bandleden waren enorm fan van de nieuwe plaat van Butcher Brown en waren hierdoor erg geïnspireerd. Ze waren erg blij toen ze hoorde dat Marcus enthousiast was om met ze samen te werken