BFO 2015: “Ik droom graag groot”

Karel J. Schepers speelt zich opnieuw op de radar tijdens BFO

Tekst Mandy Bezema, foto Dani`el Van Den Berg ,

Interview met Karel J. Schepers op BFO 2015

“Op vijf mei 2017 hoop ik dat we daar staan”, zegt Karel lachend terwijl hij naar het grote Wärtsilä podium wijst. “Ik droom graag groot, maar neem er wel de tijd voor.” Een mooi streven van de frontman van het gelijknamige Karel J. Schepers.   Zojuist stonden hij en zijn band veertig minuten te spelen voor een volle festivalweide. Hij lijkt tevreden. “Het ging hartstikke goed. Stond ook flink vol, ook al hebben we er denk ik wel echt geluk mee gehad dat er niemand anders stond op het andere podium naast ons. We speelden vandaag ook een containersessie, wat ook echt te gek was. Heel intiem en anders. Je bent dan veel naakter dan op een podium als deze.”  Karel grijnst.  Het gaat best goed met de Nederlandstalige band. Eerder stonden ze voor een afgeladen Spiegelzaal in het Vliegende Paard (Zwolle) tijdens indoor festival Paardpop, deze zomer staan ze op Dauwpop. En nu op de SENA stage tijdens het Bevrijdingsfestival, waarmee ze zich opnieuw op de radar spelen. 
Nederlandstalig dus, maar wie goed luistert, hoort een flinke scheut  John Mayer en The Beatles. “Zij inspireren ons zeker. Maar ook iemand als Rufus Wainwright en Gerry Rafferty. Allemaal engels, trouwens.”  Hij glimlacht een  beetje om de lichte paradox. “Inspiratie uit Engelstalige artiesten, terwijl we totaal Nederlands spelen.” Het vergt een korte uitleg, want het Nederlandstalige was absoluut niet het vertrekpunt van Karels muziek carrière.  Wanneer tijdens de set ‘Nieuws Onder de Zon’ wordt gespeeld, maakt Karel een toespeling over de overstap van Engelstalig naar Nederlandstalig.  Hij legt uit. “Ik zit op de Popacademie in Enschede. Een klasgenoot van mij zei tegen me dat Nederlandstalig goed bij me zou passen, dat ik dat moest doen. Ik wilde dat helemaal niet, had geen zin in dat kleinkunstige Nederlandse gedoe. Maar ik zou mezelf niet zijn als ik niet dezelfde avond alsnog met een gitaar een Nederlandstalig liedje eruit poepte. Toen bleek dat mijn omgeving er heel goed op reageerde, was het eigenlijk wel duidelijk. ” Nummers die blijven hangen vanwege de catchy ritmes en teksten. Zo ook bij het publiek voor de SENA. Handen gaan omhoog en vanuit de massa aan mensen die langs de SENA lopen blijft een deel staan kijken. KJS bezit een charme dat werkt, en passen perfect op een podium als deze. 
Nu is mogen en kunnen spelen voor de band wellicht het belangrijkste. Kilometers maken om zich te kunnen ontwikkelen. Spelen op een Bevrijdingsfestival draagt daar absoluut aan bij.   “Het is bijzonder dat we op een dag als vandaag hier mogen spelen. Je draagt dan toch een boodschap van vrijheid uit en dat is belangrijk.  Daarvan ben ik me ook bewust. Maar we staan er niet compleet anders. Dat we opnieuw mogen spelen is toch wel het tofste, ook voor zo’n publiek.”  Verwachtingen  voor de toekomst zijn er zeker, niet in de minste plaats  bij Karel zelf. “Meer festivals doen, dat hoop ik vooral. Hopelijk een album, maar vooral veel kunnen spelen.”  Vanaf het terrein klinken de klanken van NITS, maar voor KJS zit het er weer op. De Wärtsillä loert, een koud biertje eveneens.  Het zij Karel gegund.