Je bent ooit als klein jongetje begonnen met muziek maken. Wat zijn voor jou inspiratiebronnen geweest?
De inspiratiebronnen die het meest dichtbij waren. De mensen om mij heen die al muziek maakten. Er werd thuis bij ons heel veel muziek gemaakt. Er slingerden overal wel instrumenten door het huis. Ik kreeg pianoles van mijn moeder en mijn vader speelde gitaar. Die luisterden ook veel naar muziek, dus er stond altijd wel muziek op.
'Bon Voyage' is de titelsong van Le Grand Départ. Het is bijzonder dat Utrecht de start van de tour naar Nederland heeft gehaald. Wat dacht jij toen je hoorde dat je de titelsong mocht gaan maken?
Het was een eer dat ze mij daarvoor vroegen. Ik heb er ook niet zo heel lang over na hoeven denken. Het is iets speciaals en het is ook niet een heel gebruikelijk iets om rond zo'n Grand Départ een titelsong te schrijven. Dat gebeurt met voetbal en grote toernooien wel, maar met wielrennen niet. Ze hebben mij gevraagd en ik heb ja gezegd. Het is niet zo dat ik het lied te pas en te onpas zal spelen, maar wel rond Tour De France gerelateerde evenementen en concerten.
Je hebt zelf sowieso affiniteit met wielrennen. Kun je daar iets over vertellen?
Ik ben een enorme liefhebber en ik zit zelf ook graag op de fiets als ik tijd heb. Tijd maak ik er ook voor. Het is een manier om fit te blijven tussen al het getour heen. Ook volg ik de koers altijd. Ik zie alweer uit naar het voorjaar, als de profs weer gaan koersen.
Je hebt jezelf zelfs vernoemd naar een wielrenner; Verner Blaudzun. Is hij voor jou een held?
Totaal niet. Ik kwam zijn naam tegen en ik vond zijn naam gewoon mooi klinken. Dat ik die naam tegenkom is niet zo toevallig, omdat ik van wielrennen houd. Maar het is geen eerbetoon aan die renner. Ik vind Blaudzun gewoon een intrigerende klank.
Kensington heeft de afgelopen week een clip uitgebracht met turners voor het nummer 'War'. Ben jij gezien je affiniteit met wielrennen ooit van plan wielrenners te betrekken in je videoclip?
Daar heb ik nog nooit aan gedacht, maar het ligt niet zo voor de hand. Ook al ben ik een enorm liefhebber en daar schaam ik me ook niet voor. Dit voorjaar ben ik bijvoorbeeld met mijn broer op trainingskamp geweest met de jongens van Belkin. Maar eerlijk gezegd heeft mijn muziek totaal niets met wielrennen of sport te maken en ik zou me ook niet zo kunnen voorstellen dat er wielrenners in mijn clip zullen voorkomen.
Je album Promises Of No Man's Land is niet alleen in Nederland uitgekomen. In welke landen is het album uitgekomen en hoe zijn de reacties?
De plaat is wereldwijd uitgekomen. De reacties zijn heel goed. De singles worden goed gedraaid en de mensen komen veel naar de shows toe. Vooral in Europa ben ik heel druk met shows en concerten. Ik heb net een clubtour door Duitsland, Scandinavië en Zwitserland achter de rug. Vrijdag zijn we in België gestart. Zondag hebben we in een uitverkocht AB gespeeld, in Brussel. We sluiten af met een rondje door Nederland waar ik nu mee begonnen ben en waar Atak ook in zit.
Je hebt aardig wat tours gedaan. Je bent al in steden als Berlijn, Zürich, Stockholm en Brussel op tour geweest. Wat heeft de meeste indruk op je gemaakt?
Pukkelpop was een hoogtepunt voor me. Het openluchttheater in Eibergen was bijzonder. Maar om in een uitverkocht Ancienne Belgique te staan is wel het grootste hoogtepunt. Ik weet hoe moeilijk het is voor de Nederlandse artiest om in Vlaanderen aan de bak te komen. Ik weet ook dat ik daar ooit in een klein clubje ergens onder de brug ben begonnen en als ik dan vervolgens die zondag in een uitverkocht AB sta, dat vind ik toch wel heel mooi.
Merk je verschil tussen het publiek daar en het publiek in Nederland?
Ja, maar aan landsgrenzen hecht ik niet zoveel waarde. Als je in Groningen speelt, dan reageren mensen anders op je muziek dan in Zeeland. En West-Vlaanderen is niet te vergelijken met Brussel. Net zoals dat Enschede niet te vergelijken is met Amsterdam. Het is dus heel erg streekgebonden.
Bij de uitreiking van de 3FM Awards liet je merken niet blij te zijn met de categorie waarin ze je hebben geplaatst. In welke categorie zou je zelf graag een 3FM award willen winnen?
Genomineerd worden is leuk. Het voelt meer als een schouderklop, dan als een prijs. Uiteindelijk denk ik dat ik toch ook gewoon popmuziek maak. Dat ik dan alternatief genoemd wordt, zegt misschien meer over de rest dan over mij.
Je noemt net pop. Zou je in die categorie genomineerd willen worden?
Ik ben daar echt niet mee bezig. Zo belangrijk is het niet. Ik ben wel trots op die prijzen hoor. Op de 3voor12 award die ik ooit gewonnen heb en de Edison. Maar ik ben trotser op de gouden plaat voor Heavy Flowers. Daar voel ik wel wat bij en dat is belangrijker dan al die prijzen.
Je hebt journalistiek gestudeerd in Ede. Waarom ben je geen conservatorium gaan doen?
Ik wilde graag conservatorium doen, maar in de tijd dat ik voor die keus stond, verdiende ik al mijn geld als sessie-muzikant, namelijk als bassist en als achtergrondzanger in allerlei projecten. ik speelde altijd al met afgestudeerde conservatoriumstudenten. Destijds en misschien nu ook nog wel was ik niet zo gecharmeerd van het hele academische muziekwereldje. Want de jongens en meiden die er van afkwamen, werd een soort eenheidsworst. Alleen de écht eigenwijze, getalenteerde mensen maakten goed gebruik van het conservatorium. De enige reden waarom ik daarheen zou gaan, is dat ik dan al mijn tijd aan muziek kan besteden. Toen dacht ik: dat doe ik nu eigenlijk ook al. Laat ik gewoon heel iets anders gaan doen. Ik moet eerlijk zeggen toen ik journalistiek studeerde, was ik drukker met muziek dan met de studie.
Je werkt veel met je broer samen. Waren jullie vroeger ook al veel bezig om samen muziek te maken?
Wij sliepen met elkaar op een zolderkamertje. Daar maakten wij los van dat wij met de playmobil en de lego speelden, ook op vrij jonge leeftijd al samen muziek. Puur voor de lol, met eigengemaakte drumstelletjes en we namen het dan ook op. Ik heb een heel hechte band met mijn broer. Het is ook een goede vriend van me. Het feit dat je samen muziek maakt en samen de hele wereld rondreist, dat maakt het wel bijzonder.
Vind je het leuker om op een groot festival te staan of sta je liever voor een kleine groep?
Het is ontzettend gaaf om voor veel mensen te spelen. Dat geeft een heel andere dynamiek. Daardoor wordt een show anders en de uitvoering van de liedjes ook. De afwisseling met kleine clubs is ook leuk. In Scandinavië sta ik bijvoorbeeld voor 200 man en dan kan je iedereen aankijken. Daar wordt het wel intiemer van. De combinatie en afwisseling van shows, dat is wel wat het voor mij het leukst maakt. Ik zou niet durven kiezen.
In januari sta je in Atak te Enschede. Wat kunnen mensen daarvan verwachten?
Een heleboel herrie. Ik heb heel veel zin in de show. Ik ben ooit in Atak geweest, lang geleden. Het is gewoon een Blaudzun-show. Als mensen het nog nooit gezien hebben, kom dan langs. De ochtend dat ik opsta beslis ik pas wat voor show het gaat worden en welke liedjes er gespeeld gaan worden. Soms kleed ik ze helemaal uit en soms kleed ik ze helemaal aan.