Vierde editie Liedjesmakersfestival een succes

De middag: lokale talenten laten zien wat ze in huis hebben

Tekst: Max Stolk / Foto's: Willem Stolk. ,

Het Liedjesmakersfestival in Hof88 te Almelo vindt sinds 2009 elk jaar in Almelo plaats. De organisatie is in handen van Paco Plumtrek. Op zondag 6 oktober zijn singer-songwriters zijn van de partij, maar ook rockbands, lokaal talent en reeds bekende talenten waren aanwezig.

Het festival werd gepresenteerd door Daniëlla Wolters en Tom Weel, ze verwelkomden iedereen, kondigden artiesten aan en verstrekten informatie aan festivalgangers waar nodig. Als eerste artiest introduceerden ze Zoë Bhikharie; ze gaf een geweldige opening van het festival. Ze ging achter de piano zitten, stelde zich voor aan het publiek, legde de titel en thema van het eerste nummer uit en begon te spelen. Het werd al snel duidelijk dat Zoë ervaring heeft met optreden. Ze is ook zangeres bij Go Go Kill, maar solo weet ze een strakke show neer te zetten. Ze speelde rustige, melodieuze, delicate nummers die vergezeld werden door een warme stem. Zoë zorgde voor een huiskamerconcert gevoel: knus, gezellig en intiem. Al met al een goede start van het festival!

In het begin van het programma overlapten de verschillende optredens elkaar niet, dus ging heel het publiek na afloop van Zoë’s optreden naar de Kapel. Hier stond Lotta Rasva, een optreden van een ander formaat. Lotta is een 16-jarig meisje met kort, rocky haar en een gitaar. Ondanks haar look speelde Lotta ook delicatie nummers, zoals 'Castle out of Tears', maar, anders dan Zoë had ze ook vlottere nummers, zoals 'Play this Game'. Ook Lotta bleek een ervaren artiest te zijn: er was contact met het publiek, haar nummers zaten goed in elkaar en ze had plezier in het optreden. Haar optreden zelf was dan ook kwiek en innemend. Het resultaat was een publiek dat zich uitstekend vermaakte en een artiest dat met plezier optrad. 

De volgende band, The Knights, bestond uit vier jonge jongens: een drummer en drie gitaristen, waarvan er één zong. Een echte rockband die hun nummers speelden zoals zij het wilden, namelijk met lange solo’s en een hoop lol. Daarnaast gingen de jongens vrolijk verder met het maken van muziek, nadat ze volgens de planning al klaar hadden moeten zijn. De jongens beheersten hun instrumenten voortreffelijk en wisten er dan ook genoeg geweldige muziek met een hoog volume uit te krijgen. Uiteindelijk een echt rockoptreden voor de liefhebbers, waar er toch velen van bleken te zijn.

Port of Call, het project van Pieter van Vliet, is de laatste act van het middagprogramma. Pieter van Vliet bleek genoeg volume te hebben voor de Kapel. Pieter had een mooie stem, waarmee hij een hoop geluid kon maken. De nummers van Port of Call varieerden van ingetogen tot rockachtige folk muziek. Het was een hele mooie combinatie, dat het publiek in zijn ban hield. In het begin was er weinig publiek, maar naarmate we verder kwamen in zijn optreden liep de zaal vol en verliet niemand de zaal. Terecht, want Pieter had naast zijn geweldige stem ook geweldige gitaar en mondharmonica skills. Hierdoor en door het diverse en brede genre was het optreden erg dynamisch en heel erg interessant. Aan het einde van het optreden vroeg Pieter of hij het laatste nummer akoestisch mocht doen en of dit voor de hele zaal verstaanbaar zou zijn. Het antwoord op beide vragen was een volmondig ‘ja’ van het publiek, waarna hij de stekker uit zijn gitaar trok, het podium af sprong en vlak voor het publiek ging staan. Zonder microfoon, boxen en technologie in het algemeen kreeg het laatste nummer een nog intiemer karakter en werd het nog duidelijk dat Port of Call barst van talent.