De avond begint vanavond voor vrijwel eenieder in de Dommerholtzaal van Theater Odeon alwaar we getuige zijn van de zwanenzang van het Zwolse The Horse Company. Ondanks het feit dat de derde langspeler, die in het afgelopen kalenderjaar verscheen, nog werd bestempeld als het beste werk van de heren tot nu toe besloten de heren toch dat het genoeg is geweest. De ritmesectie heeft de band inmiddels al verlaten waardoor we een uur lang een dwarsdoorsnede van het oeuvre van de band krijgen door de broers Hilberdink en een tweetal vervangers. Odeon blijkt een puike locatie te zijn voor het afzwaaiende kwartet dat vanavond absoluut geen bedroefde indruk maakt, de heerlijke americana met op zijn tijd een stevig randje wordt vol overgave gespeeld en er is gelukkig nog tijd om breeduit te lachen wanneer frontman Arjen Hilberdink zijn zoontje op het podium roept om een bijdrage te leveren met zijn tamboerijn – vol overgave gaat het mannetje te keer en weet daarmee een glimlach op de gezichten van de bezoekers te toveren die er de rest van het optreden niet meer van verdwijnt.
Tijd om een traantje weg te pinken om het verlies van een van de betere americana acts van Nederland is er nauwelijks. Snel moet men door naar één van de vijf andere locaties, zoals bijvoorbeeld de stokoude Muzerie alwaar Lowing al staat te wachten. Lowing is het pseudoniem van de Zweedse liedjesmaker Joakim Löwig. De blonde zanger heeft nog geen album uitgebracht maar wist toch op het wereldwijde web wat buzz te creëren met wat liederen. Vanavond wordt hij bijgestaan door een collega die nog het meest weg heeft van Andre Kuipers op gitaar, het is mooi om te zien hoe gepassioneerd de man de kale nummers van Löwig van wat meer kleur voorziet. Die nummers zelf zijn nogal afwisselend, bij tijd en wijlen flirt de Zweed met het geluid van Conor Oberst maar af en toe bekruipt je het nare gevoel dat je naar een nieuwe uitgave van Knuffelrock zit te luisteren. Het is afwachten waar het heen gaat met de beste man, nieuwsgierig zijn we zeker.