Dauwpop: bekend festival in een nieuw jasje

Dieper het bos in, een kleiner terrein, maar nog steeds grootse artiesten

Tekst: Anniek Scholten / Foto's: Willem Stolk. ,

Bij binnenkomst is het even zoeken waar alles staat op het vernieuwde terrein van Dauwpop. Het is al gauw duidelijk dat alles wat dichter op elkaar staat dan de jaren voorheen, maar dat maakt het alleen maar makkelijk om van artiest naar artiest te gaan. Het is perfect festivalweer, er zijn vanaf het begin al veel mensen, de sfeer zit er meteen goed in, dus dit belooft een prima editie van Dauwpop te worden.

Het Enge Bos podium bevindt zicht meteen links van de ingang. Hier zijn dit jaar slechts vier acts te vinden, maar wat maakt het uit, het is er nog steeds elk jaar een feestje. Nog iets verder naar links staat het op een na grootste podium: de Jack Daniel’s Barn. De festivaltent is dus verruild voor een heuse schuur, maar dat doet de sfeer alleen maar goed. Als we iets verder rechtdoor lopen zien we de Jupiler Mainstage. Waar dit vorig jaar nog op een extra veld links van het bos stond, staat het nu middenin het bos. Het extra veld is dit jaar helemaal verdwenen. Om bij King King en de Dancekuil te komen, moet je om de Mainstage heen lopen, maar dat is ook eigenlijk het enige nadeel van het vernieuwde terrein.

Zodra we tegen het hoofdpodium aanlopen, zien we meteen dat de tent al redelijk goed gevuld is dankzij de mannen van Kensington. Deze Utrechtse rockers hebben de laatste jaren hard aan de weg getimmerd en ervaring opgedaan, en dat is ze aan te horen. Ze spelen strak, zuiver en de sfeer zit er prima in. Alle hits worden gespeeld en worden moeiteloos meegezongen door het publiek. Kensington speelt vrij vroeg in de middag en dat lijkt ze geen goed te doen. Hoe leuk het publiek ook meedoet, zelf lijken ze minder onder de indruk. Pas aan het eind begint er wat interactie met het publiek te komen. Na een mislukte poging om een prachtige zee van lichtjes te creëren (het was tenslotte nog licht buiten), gingen daarna wel bijna alle mensen door de knieën toen ze daarom vroegen. Al met al was het een prima optreden van de mannen van Kensington, maar het had allemaal wel wat enthousiaster van hun kant gemogen.

 

Van Kensington gaan we door naar Mister and Mississippi, de waardige vervanger van Andy Burrows. Buiten de Jack Daniel’s Barn staan genoeg mensen om aan te nemen dat er zeker wat bijzonders op het podium gebeurt. Eenmaal aangekomen bij de ‘schuur’ blijkt het ook binnen goed vol te staan, maar met iets meer aansluiting hadden ook de mensen buiten naar binnen gekund om Mister and Mississippi te bewonderen. En bewonderenswaardig waren ze. Met een ietwat zweverige sound, soms rustig, soms wat meer uptempo, zetten de vier bandleden een goede performance neer. De nummers hebben ook niet veel tekst nodig om er diepgang aan te geven. Vooral de combinatie van de locatie en de sound maakt dit tot een prachtig, intiem en sfeervol optreden. Dit zou echter beter tot zijn recht zijn gekomen als er niet zoveel mensen door de show heen zouden praten. Zoals een toeschouwer al toepasselijk op zijn shirt had staan: ‘I hate ignorant folks, who pay money to see gigs and talk through every fucking song. – Passenger’. Daar had deze meneer, en Passenger, bij dit optreden zeker een punt. Als iedereen op hetzelfde moment even hun mond had gehouden, was het zo goed als zeker dat het tijdens de rest van het optreden ook adembenemend stil zou zijn geweest.

Ondertussen is het 14.30 uur en dat betekent de opening van de Dancekuil. Niemand minder dan Nobody Beats the Drum mag de, dit jaar uitgebreide, Dancekuil openen en dat gaat ze prima af. De mensen in en om de kuil lijken zich prima te vermaken met de elektronische beats en hier en daar wordt wat afgedanst. Toch ging er niemand helemaal uit zijn dak. Misschien had het toch wat te maken met het feit dat het de eerste dance-act van de dag was en mensen nog meer in de stemming moesten komen, maar aan de show van Nobody Beats the Drum heeft het zeker niet gelegen.

 

Waar wel wat meer enthousiasme van het publiek wordt verwacht is bij de mannen van Will and the People. Deze Britse band heeft al redelijk wat optredens weggegeven in Nederland en dit jaar mogen ze op het hoofdpodium van Dauwpop hun swingende, reggae/pop-achtige songs ten gehore brengen. Het is duidelijk dat Will and the People populair is, want er staat al een behoorlijke menigte op ze te wachten en ze worden met luid gejuich onthaald. Natuurlijk wordt er fanatiek meegedaan op alle songs door de echte fans, maar op hits als ‘Salamander’ en ‘Lion in the Morning Sun’ kan niemand het laten om er op los te swingen. Met hun opvallende verschijning, Hawaï-shirts en goede podiumact is het een echt feestje om deze mannen op te zien treden.

Ondertussen verzamelt zich al een grote groep mensen in de Jack Daniel’s Barn om het optreden van Frank Turner and The Sleeping Souls te zien. Deze band (en eigenlijk vooral Frank Turner zelf) brengt hoge verwachtingen met zich mee door eerdere weggegeven optredens dit jaar. En wat maken deze man en zijn ‘sleeping souls’ het waar! Meteen vanaf het eerste nummer zit de sfeer er goed in en het wordt alleen maar beter. Het publiek doet bijna alles wat hij van ze vraagt, maar de mensen doen uit zichzelf ook fanatiek mee. Als Frank Turner dan ook nog een deel van een songtekst heeft laten vertalen naar het Nederlands en het voorleest, is de (zoals hij zelf zei) ‘vriendschap’ gecreëerd. Vanaf dan gaat het dak er helemaal af. Er wordt fanatiek meegezongen en ‘gedanst’, maar ook als hij tegenstrijdig aan zijn lyric uit 'Photosynthesis' "I won’t sit down" toch vraagt aan het publiek om te gaan zitten, doet ook echt iedereen dat. Conclusie is dat het een erg goed, strak en energiek optreden was waarvan de mensen die erbij waren nog lang zullen nagenieten en waarvan iedereen die ze niet gezien heeft mag hopen op nog een hele hoop optredens in Nederland. Want geloof me: van deze folk/punk band zal elke muziekliefhebber genieten.

Aan de andere kant van het terrein, op het King King Terrace, staat de Utrechtse band John Coffey de tent af te breken. Dat mag je best letterlijk opvatten. Waar mensen om de King King nog rustig staan toe te kijken, gaat het er in het midden een stuk harder aan toe. Mensen hangen aan het plafond, er wordt gestagedived, gesprongen en meegeschreeuwd alsof het hun laatste optreden is. De mannen van John Coffey zijn ongekend populair en het is ze gelukt om de tent ook letterlijk af te breken, want aan het einde moesten de hekken voor het podium weer in elkaar worden gezet. Het enthousiasme was er bij de band, maar ook vooral bij het publiek. Ze hebben met elkaar gezorgd voor een geweldig en hard optreden.

Als afsluiter van de Mainstage waren daar de Kaiser Chiefs. De tent staat goed vol en de band laat gelukkig nog geen vijf minuten op zich wachten. Zodra de eerste noten van Pink Floyds ‘Another Brick in the Wall’ door de tent galmen zit de sfeer er meteen goed in. Tijdens de eerste paar nummers lijkt het echter alweer wat af te zwakken. Het publiek doet leuk mee, ze klappen en dansen leuk mee, maar echt enthousiast kan je het nog niet noemen. Het lijkt echter alsof het frontman Ricky Wilson en de andere bandleden niet zoveel uitmaakt. Echt veel moeite doen ze ook niet om het publiek wat losser te krijgen. Bij de hits, achteropeenvolgend gespeeld, ‘Ruby’ en ‘I Predict a Riot’ begint het publiek wel wat losser te raken. Als de band na een uur spelen even van het podium afgaat, is het publiek enthousiast genoeg om meer te willen horen. De hit ‘Oh My God’ laat de toeschouwers, maar ook de bandleden zelf, wat meer meezingen en –springen en lijkt een goed gekozen afsluiter om het zwakke begin wat te verbloemen. Uiteindelijk lijkt het een beetje alsof Dauwpop te min voor de heren was, maar ze komen ermee weg. Ook al deden ze zelf weinig moeite op het podium, de hits en de dansbare indierock deuntjes hebben het publiek uiteindelijk behoorlijk enthousiast gekregen.

De 19e editie was een hele mooie. Dauwpop heeft de eerste editie in een nieuw jasje goed doorstaan, nog een paar verbeteringen, en de 20e editie wordt een heel mooi en heel groot feest.