Voordat de Britten hun grijzer wordende haren kunnen laten zwaaien, geeft eerst het voorprogramma A Liquid Landscape een show weg. Waar de Friezen volledig opgaan in hun eigen muziek, kan dit het publiek niet echt boeien. De mensenmassa bereidt zich voor op de komst van de grote act van vanavond door een mooi plaatsje te zoeken, een drankje te halen of gewoon even bij te praten. De klanken van de Friese rockformatie klinken absoluut niet verkeerd wanneer het als achtergrondmuziek gebruikt zou worden, als act is het echter saai om naar te kijken. De nummers vloeien in elkaar over en niet op de manier waarop de mannen het bedoeld hadden. De nummers beginnen zo op elkaar te lijken dat de aandacht verslapt en men opluchting voelt als zanger Fons Herder het laatste nummer aankondigt.
Dan wordt het donker. Her en der schiet een zaklamp over het podium. De lichtflitsen worden vergezeld door pluimen met rook. De eerste tonen zetten de mysterieuze Marillion sfeer neer waar de gemêleerde zaal zich door laat meevoeren. Op het podium wisselen blauwe en rode lichtflitsen elkaar af en ondanks dat Hogarth naar eigen zeggen niet goed bij stem is, lijkt hij de noten met gemak te bereiken. Voor de liefhebbers van het oude Marillion worden ook nummers als ‘Kayleigh’, ‘Lavender’ en ‘Sugar Mice’ uit de kast getrokken. Die nummers wekken aanzienlijk meer enthousiasme op bij het publiek dan de nieuwe en her en der hoor je mannen vanuit hun tenen de teksten meebrullen. Deze oude klassiekers hebben in vergelijking tot het nieuwe album een status die de nieuwe nummers lang niet kunnen evenaren. Ondanks het feit dat Marillion instrumentaal altijd oersterk zal zijn, neemt de mysterie af in het nieuwe album.
Dat zanger Steve Hogarth een excentriekeling is, laat hij zien door in een soort witte vredesjurk het podium op te wandelen. Na een aantal nummers begint de verkleedpartij en wisselt Hogarth van vredesjurk naar zwarte lange jas. Dit ritueel herhaalt zich tijdens de avond nog een aantal keer. De kledingwisseling is echter niets in vergelijking tot de gitaarwissels die gitarist Steve Rothery laat zien. Rothery lijkt voor elk nummer weer een ander exemplaar uit de coulissen aangereikt te krijgen. Welke gitaar hij ook om zijn ietwat dikker wordende postuur hangt, hij speelt op alle snaren de sterren van de hemel.
Na een anderhalf uur durende set zwaaien de Britten en lopen het podium af. Ze laten het publiek lang in spanning, maar komen dan toch terug voor een mooie afsluiting. Daarna verlaten ze het podium nogmaals om het joel-ritueel te herhalen. Dan gaat Hogarth zitten en zet ‘Hey Jude’ in van The Beatles. Dit valt minder goed bij het publiek, gelukkig zingt Steve dan ook maar een paar zinnen en sluit hij de avond af met één van zijn eigen nummers van het nieuwe album. Op naar Duitsland, waar de tour vervolgd zal worden.