Er zwemt ongelofelijk veel talent in de vijver van Overijssel. Kunst & Cultuur Overijssel heeft hier een gevarieerd programma uit gehengeld voor een optreden op Podium de Doorbraak. Dit podium is onderdeel van Bevrijdingsfestival Overijssel, waar dit jaar 160.000 bezoekers op af komen. De hoogste tijd om Deadbeat, Fingers On Fire, Flume, Oceana Company en Paceshifters voor te stellen aan het grote publiek en aan de tand te voelen over hun band met Overijssel.

Op de vraag of het optreden op Bevrijdingsfestival de grootste is, stemmen de meeste bands in. Alleen Paceshifters en Oceana Company hebben wel eens voor grotere vuren gestaan. Dit was op respectievelijk het Shockfestival in België met onder andere Turbo Negro en het Bevrijdingsfestival in Wageningen.

Deadbeat omschrijft haar muziek als een mengeling van partycore en metalcore. “We zijn een feestband, maar dan wel heel hard!” Flume doet het wat rustiger aan en richt zich voornamelijk op zomerse indie pop/rock die uitermate geschikt is voor festivals. Met een hele geschiedenisles leggen de jongens van Oceana Company uit dat hun muziek omschreven kan worden als innovatieve, psychedelische krautrock. “Deze benaming verwijst naar experimentele Duitse bands eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Kraut komt van het Duitse sauerkraut en werd door de Engelsen in de Tweede Wereldoorlog gebruikt om de Duitse soldaten aan te duiden.” Paceshifters gaat voor energieke heavy rock. Fingers On Fire combineert verschillende soorten rock die te allen tijde catchy moet zijn. 

Dat alle muziek niet zomaar in het hoofd opduikt, weet elke band; daar is inspiratie voor nodig. Ieder bandlid van Fingers On Fire heeft een andere smaak en dat zorgt voor vele inspiraties. Zanger Martijn: “Ik put erg veel uit de muziek van Papa Roach, maar onze gitarist Djavan houdt juist van Jimi Hendrix. We brengen het allemaal samen en komen vaak uit op een tussenweg.” Oceana Company houdt zich vast aan het eigenwijze en doen wat het zelf wil. Deadbeat kan onder nuchtere omstandigheden nog prima bezopen antwoorden geven. Bassist Luuk: “Ik put erg veel inspiratie uit bier en Barry White… Of ging dit over onze muziek?” Paceshifters komt vaak op briljante ideeën als ze vol energie aan het repeteren gaan. Zanger en bassist Paul: “Dan gaat het vanzelf, maar wel als je nuchter bent. Met een kater lukken die dingen niet.” De meest gevarieerde invloeden komen bij Flume vandaan. “Van Beyonce naar de Foo Fighters, naar Radiohead en weer terug naar Bon Iver.”

Waarom is Overijssel wel of geen goede broedplaats voor beginnende bands? Dat is de volgende vraag die wordt voorgelegd. Elke band is het er over eens dat een beginnende band erg goed gesteund wordt door Kunst & Cultuur Overijssel (KCO). Zo geeft Fingers On Fire aan dat ze erg veel gehad heeft aan de bandcoaching die vanuit KCO georganiseerd wordt. Daarnaast stelt de band dat het moeilijk is om uit Overijssel te komen. “De meeste doorbraken vinden plaats in het westen, daar gebeurt het.” Paceshifters heeft hier helemaal geen last van. “We vielen op in Overijssel en hebben daarna in heel Nederland, Zwitserland, Duitsland en België opgetreden, het gaat eigenlijk best lekker.” Flume vindt het vooral erg gezellig voor beginnende bands in Overijssel. Zanger Dennis: “Je wordt hier niet direct gehyped en daarom kun je rustig en in je eigen stijl bouwen aan bekendheid.” 

Vinden de bands het eigenlijk wel leuk om voor het Overijsselse publiek te spelen? Hoe typeren ze het publiek in de eigen provincie? Fingers On Fire en Flume vinden het fijn om te zien dat er makkelijk een vaste aanhang opgebouwd wordt, waarmee vervolgens persoonlijk contact wordt gezocht. Mark van Flume vindt het wel jammer dat er in Overijssel vaak de eeuwige lege plek voor het podium is. Deadbeat merkt dat hun publiek uit Overijssel er liever een feest van maakt dan in andere provincies. “De mensen zijn gezelliger, je hebt meer aanspraak en ze gaan altijd harder.” Oceana Company voelt zich prettiger bij de wat zuidelijke provincies. Gitarist Michiel: “In Overijssel begrijpen ze onze soort muziek niet zo, het is voornamelijk hip-hop, punk en metal.” Paceshifters vindt de, ondanks een geweldige moshpit tijdens hun show, toehoorders vaak wat gemoedelijker. Drummer Koen: “In Duitsland en Zwitserland gaat het publiek pas echt helemaal los.”

Fingers On Fire antwoordt vervolgens zelfverzekerd dat ze zichzelf de beste band van Overijssel vinden. Voor Flume en Oceana Company is dit The Horse Company. Bij Deadbeat gaat de voorkeur uit naar Kudra Mata en Treatment, terwijl Swelter door Paceshifters hoog gewaardeerd wordt.

De zomer staat voor iedereen in het teken van het spelen op veel festivals, behalve voor Flume en Oceana Company. Flume gaat als bezoeker genieten van de grotere festivals, de zomer vieren en toch ook veel muziek maken. Oceana Company is na een lange periode van optreden toe aan vakantie. Bovendien wordt er, net als bij Paceshifters, gewerkt aan een album dat voor beide bands na de zomer uit komt. Daarnaast kijkt Deadbeat uit naar de participatie in de Grote Prijs van Nederland.

Als laatste vraag werd kennis van Overijssel op de proef gesteld: Hoe heet het volkslied van Overijssel?
Deadbeat: “Twente Enschede, Olé Olé!”
Fingers On Fire: “Ga staan als je voor Heracles bent!”
Flume: “Twente Enschede, Olé Olé! In de versie van Andre Manuel.”
Oceana Company: “Mamma, woar is mien pils?”
Paceshifters: “Kromme bocht, Iesselvocht”

Paceshifters kwamen met hun antwoord nog aardig in de buurt. Het goede antwoord moest namelijk zijn: ‘Aan de rand van Hollands Gouwen, over de brede IJsselstroom’.