De eerste plaat van The Kings Of Oblivion komt eraan

Goede liveband eindelijk op cd

Tekst: Daan van Doorn / Foto's: Marcel de Graaf ,

The Kings Of Oblivion hebben veel opgetreden en indrukwekkende concerten gegeven, maar een cd is er nog niet van gekomen. Maar daar komt verandering in. Het opnemen is klaar, laat het mixen en masteren beginnen. Een interview met twee bevlogen bandleden, genietend van een biertje in de kroeg. Een gesprek over creativiteit, bevlogenheid en vergetelheid.

Goede liveband eindelijk op cd

The Kings Of Oblivion dwalen naar eigen zeggen rond in het doolhof van rock 'n roll. Elk nummer is volgens de band een avontuur. Zo ook de nieuwe cd, dus nodig ik ze uit in het bierencafé De Heks. Een energiek interview met zanger Rik Kaez en bassist René Jannink. Wanneer ik vraag hoe lang de opnames geduurd hebben, krijg ik het volgende antwoord van beide heren: “Vier sessies, vier keer vier, maar dat was twee toch?. Nee het waren twee weken. Ah oké, in totaal veertien dagen, als je het verspreidt.” Dit wordt een interview met handicap twee ben ik bang.
 
Één geheel
Volgens zanger Rik Kaez is hij nog druk met de titel van de cd bezig. Hij wil kijken naar de foto die uiteindelijk op de hoes komt, er lang over nadenken en tot de conclusie komen wat de titel is. “Ik heb twee ideeën maar die zijn het niet waard.” Bassist René knikt instemmend. Toch vraagt dezelfde bassist om een “stipje van de luier”. Het antwoord: “Het moet iets suggestiefs zijn, de hoes moet de rest invullen.” Op serieuzere toon: “Het moet helemaal kloppen. Het moet één geheel zijn. Het potje op de deksel. Geen zin uit de tekst van één van de nummers. Het moet overgelaten worden aan het gevoel van nieuwsgierigheid van de luisteraar.”

Rik heeft lang solo gespeeld en opgetreden. En dat doet hij nog steeds. Alleen een stuk minder sinds hij The Kings Of Oblivion opgericht heeft. Bassist René Jannink is twee weken voor de opnames bij de band gekomen, omdat het zo moest. Op 1 september 2010 speelde de band, nog met de oude bassist, in Het Burgerweeshuis Café. René sprak met Rik en de nieuwe bassist was er. René: “De creativiteit sprak me aan, in zo’n band wilde ik wel spelen.” Rik en René kennen elkaar uit Nijverdal. Volgens René is het de steenpuist van Nederland. “Als het zinkt, kom je in de hel”. De zanger nuanceert dit niet.
 
Geen keurslijf
Rik: “De creativiteit komt door de band. Ik heb solo opgetreden, maar nu ik een band heb, is de creativiteit groter geworden. Zelfs tijdens het opnemen van de cd. René had maar twee weken om de basslijnen te maken. Toen we bij elkaar kwamen voor de opnames hielp iedereen van de band mee.” René: “De basis is gelegd. Nu hoeven we het alleen maar op te tuigen.”
Rik: “Bij een alternatieve band moet je aan bepaalde verwachtingen voldoen. Ik vind dat je grenzeloos moet zijn.” “Geen keurslijf”, vult René aan. Rik: “Ik ben bewust grenzen aan het opzoeken. Bij een liveshow heb je te maken met ambiance, het feest en het moment. Live spelen is een verrijking. Een vrijbrief om het in de studio anders te doen.” Naar eigen zeggen weten de heren het keurslijf prima te vermijden. “Het is een andere manier van werken”, zegt Rik. “Een confrontatie met jezelf. Nieuwe dingen die we ontdekken tijdens de opnames kunnen we zomaar anders doen als we live spelen. Timing van de zang bijvoorbeeld. Daardoor krijg je andere accenten in nummers.”
 
Geweldig nummer
Rik is degene die de band bij elkaar heeft gebracht, maar ‘zijn’ muzikanten kenden elkaar al wel. De bandleden hebben in verschillende formaties gespeeld voor ze bij elkaar kwamen in The Kings Of Oblivion. “Het zijn vrienden”, legt hij uit. “We zijn creatief. We staan open voor elkaars ideeën. En gelukkig zijn we het vaak met elkaar eens.” René: “Zo mooi, we zijn continu op zoek naar verbeteringen en andere aanvullingen.” De zanger blijkt het er helemaal mee eens. “We blijven op zoek naar nieuwe dingen. Toen we ‘Whisper Whisper’ gingen opnemen, had ik er eigenlijk geen zin in. Ik had het te vaak geoefend. Ik zong het anders, de bandleden deden het anders en opeens is het een geweldig nummer. Wanneer je een band hoort, moeten alle partijen kloppen. Vaak hoor je dat de gitaar drie akkoorden doet en de bas deze volgt met de grondtonen. Ik vind dat je met muziek verschillende partijen moet horen. Je moet er naar kunnen luisteren, doorheen kunnen lopen en er mee kunnen spelen.”
 
Februari en maart 2011 zijn inmiddels al volgeboekt. En ook voor april ziet het er gunstig uit. De band timmert flink aan de weg. Ze zijn meer dan bevlogen, dat is wel duidelijk wanneer ze optreden. En in een gesprek geven ze je een stortvloed aan informatie. Ik heb een aantal nummers mogen luisteren van de eerste cd die ze uitbrengen. Met een beetje goede marketing gaan ze ver komen. Ooit voorspelde ik dat al voor Go Back To The Zoo. En nu voorspel ik het weer. En ik heb het nog niet fout gehad.