Go Back to the Zoo weet De Heks te bespelen

Amsterdams viertal speelt succesvol in Deventer

Tekst: Wieke Esschendal / Foto's: Marcel de Graaf ,

De vergelijking met The Pigeon Detectives en The Kooks is snel gemaakt, en of het nu britpop is of niet, Go Back to the Zoo is geen vernieuwende, maar wel een goede band van eigen bodem, waarbij je gegarandeerd met een fijn gevoel naar je dierentuin terugkeert.

Amsterdams viertal speelt succesvol in Deventer

Terwijl buiten een ijzige wind rond De Heks giert, is het binnen druk en gezellig op zondag 1 februari. Het bierencafé van Deventer begint zich rond de klok van vijf aardig te vullen met een divers publiek, met name bestaande uit studenten, hippe dertigers en de bijbehorende, rondlopende kinderen. Onder het genot van een vers getapt biertje is het wachten op de vier jongens van Go Back to the Zoo.

Na een vertraging van anderhalf uur stappen rond zes uur vier jonge heren met de benodigde instrumenten het café binnen. Na een korte soundcheck en een glas water, om de berookte kelen even te smeren, betreden ze het podium.

Direct vanaf het eerste nummer slaat de vrolijke muziek van het viertal aan, de eerst ietwat verkleumde hoofden van het publiek deinen vanaf het begin af aan ritmisch met de muziek mee. Helaas zingt het publiek de nummers niet mee, hoewel dit in mijn ogen logisch zou zijn geweest, aangezien Go Back to the Zoo bezig is met een opmars in de Nederlandse popmuziek. De band heeft namelijk al de nodige hoogtepunten gehad, onder andere als voorprogramma van The Pigeon Detectives en The Wombats en hun benoeming tot 3FM Serious Talent.

Na een aantal eigen nummers gespeeld te hebben, waaronder ‘Beam Me Up’ en ‘We Smell Love’, van de in 2008 uitgebrachte Go Back To The Zoo EP, covert de band het nummer‘Hallelujah’ van de Nederlandse singer-songwriter Lucky Fonz III. Hoewel ik bij het inzetten van dit nummer mijn hart wel even vasthoudt, aangezien het coveren van een nummer van Nederlands nieuwe trots ook volledig kan floppen, pakt het toch goed uit.

Een groot deel van de nummers bevat een break; hierdoor denkt het publiek vaak dat het nummer al is afgelopen en ontstaat er een voorzichtig applaus, dat vervolgens weer overstemd wordt door het eerder gestarte nummer, waarna bij het werkelijke einde het publiek graag nóg een applaus geeft.

Los van het publiek heeft ook de band het zichtbaar naar zijn zin, er worden onderling grappen gemaakt en er is een leuke interactie met het publiek. Zeker bij de toegift, als het publiek gevraagd wordt een letter van het alfabet te noemen en naar aanleiding daarvan een nummer gespeeld zal worden. Nadat het halve alfabet de revue is gepasseerd, maakt de band bekend dat de keus toch maar tussen 2 nummers gemaakt mag worden. Na het spelen van beide nummers, is het optreden dan toch echt afgelopen.