The Horse Company: ongedwongenheid in Luttenberg

Concentratieproblemen, lp's en plezier hebben

Tekst: Harald de Ruiter Foto's: Steven van Olphen, ,

Een lange rit naar het pittoreske Sallandse dorpje Luttenberg liep uit op een gezellig avondje flink ouwehoeren, enkele oude rockcovers (of flauwe pogingen tot), wat metal muziek voor de gein en lange dromerige jamsessies. Dit laatste liet vooral zien waarom The Horse Company een goede band is!

Concentratieproblemen, lp's en plezier hebben

We treffen middenin het kleine plaatsje een stoffig en klein keldertje aan. Wat opvalt zijn de vele schilderijen en plaatjes van paarden in die enkele vierkante meters. “Die zijn er later pas neergehangen hoor” zegt een van de jongens. Duidelijk een inside joke van de band. Eén van die schilderijen is overigens de hoes geworden voor hun debuutplaat. De oorsprong van dat ding is echter onbekend. Na binnenkomst banen we ons een weg door de met geluidsapparatuur volgepropte ruimte, naar een klein tafeltje die eveneens goed gevuld is. Volgekrabbelde papiertjes, kabeltjes én koffie. Verder zijn er vooral veel cd’s en vinylsingletjes her en der verdwaald in de kasten. Na veel gesjouw met boxen, doosjes, kabels en nog wat spul komt de band ook aan het kleine tafeltje zitten. In de begindagen heette The Horse Company nog gewoon “Horse”. Dit moesten ze veranderen toen de heren er op een vreemde manier achter kwamen dat er nog een band was in Nederland die zo heette. Deze band had enkele keren in het voorprogramma van Hallo Venray gestaan. Echter toen Horse als voorprogramma van Hallo Venray in Zwolle stond geprogrammeerd, ontstond er verwarring. Dit zou het eerste optreden van de jongens uit Luttenberg en Zwolle worden in deze formatie. Tot de zaal gebeld werd door iemand van de andere Horse: “Hey ik wist niet dat we moesten spelen!” Uiteindelijk werd er maar voor een andere bandnaam gekozen. Het album dat de band later zou uitbrengen werd door Henk Jonkers (van o.a. Hallo Venray) geproduceerd. De band was niet zoals veel andere bands, op zoek naar “die juiste producer”. Arjan kende Henk Jonkers al langer en deze had al eens voor de gein gezegd: “Als jullie ooit een plaat gaan opnemen moeten jullie mij hebben.” De band wilde gewoon zonder teveel poespas een plaat opnemen. Aangezien Henk zelf ook een muzikant is en platen produceert, was het vrij snel in kannen en kruiken. “Hij heeft ook wel een beetje een zekere mate van stoffigheid in zich” vult Arjen aan. Een soort van stoffig karakter dat goed bij de band past. “Niet van dat flitsende.” Het debuut, simpelweg “The Horse Company” is uitgebracht op het nieuwe platenlabeltje Goomah Music uit Zwolle. Iedereen in de band kende de 2 mannen van het nieuwe muziekbedrijf al langer. De band werd door het label benaderd. “Het is eigenlijk dankzij hun dat die plaat er is” vertelt Arjen. Het label neemt overigens alleen bands aan die ze zelf ook in de platenkast zouden willen hebben. Hoe de verkoopcijfers ervoor staan van hun debuutalbum? De band zelf heeft daar geen idee van. Er zijn 500 lp’s geperst en zo’n 1000 cd’s. Vooral bij optredens wordt er goed verkocht. “Zelfs de lp’s” roepen de jongens trots. De cd’s zijn overigens overal in de Benelux gemakkelijk te bestellen, omdat de distributie via Bertus gaat. Dus zelfs een Free Record Shop kan hun cd bestellen, hoewel er volgens de band waarschijnlijk nog geen één Free Record Shop is die dit heeft gedaan. De band heeft bewust gekozen voor lp’s, naast de tegenwoordig gebruikelijke cd’s. “We komen zelf nog uit de tijd van de lp’s. Onze eerste plaatjes die we kochten waren ook op vinyl” vertelt Arjan. Jeroen is de enige, zoals hij het zelf zegt, “wat praktischer” dan de rest. Hij is gewoon van de moderne cd’s. Het feit is, dat het maar blijft borrelen in Luttenberg. Het kleine plaatsje heeft in de geschiedenis al veel muziek voortgebracht. Drummer Jeroen en bassist Arjan komen uit Luttenberg. “De mensen hier Luttenberg zijn trouwens allang de draad kwijt, wie nou precies in welke band zit” zegt de bassist. Op de vraag of ze het gat opvullen die Cafebar 401 achterliet, antwoordden ze dan ook eenstemmig. Het is niet zo dat de mensen hier opeens denken na het stoppen van Cafebar 401, “hé laten we maar achter die band aanhobbelen.” “In deze band hangt een heel ongedwongen sfeertje” zegt Arjan Pronk, de bassist van The Horse Company. Die “ongedwongenheid” is duidelijk te proeven, als je de oefenruimte van deze heren binnenstapt. In vergelijking tot voorgaande bands (bijvoorbeeld 16 Down, waar elk lid van The Horse Company wel een keer bij speelden) is de sfeer een stuk relaxter vertelt Jeroen de drummer. Er wordt niks opgejaagd. “Wij moeten niks” merkt Arjan op.”Wie wult eigenlijk gewoon een bettie skik maakn” zegt hij in het onvervalste Sallandse accent. Ze maken in feite muziek voor zichzelf. De artiesten blijven er vooral lekker nuchter onder. Geen commerciële ambities, alleen muzikale ambities. Puur goeie platen maken en optreden. “Je moet ook niet willen om zoveel mogelijk op de radio gedraaid te worden.” “Het is ook een wonder dat we tot werkelijke liedjes gekomen zijn” lacht Arjen Hilberdink, die samen met z’n broer Vincent gitaar speelt en zingt. Zij zijn de twee die grotendeels met de onafgewerkte ideeën en teksten komen. Vervolgens vullen ze elkaar als band een beetje aan, totdat het liedjes zijn geworden. De teksten zijn open voor interpretatie. Er zijn mensen die naar de broers toestappen en denken te weten waar de nummers over gaan. “Je moet het nummer niet kapot maken door te vertellen waar het specifiek over gaat” voegt Vincent hier stellig aan toe. “We hebben met z’n vieren last van een concentratieprobleem als we in de oefenruimte zijn,” zegt Arjen jolig. “Als we dan daadwerkelijk moeten gaan oefenen met de gedachte dit stukje móét feilloos!” begint Vincent, “…dan bedenken we gewoon op die avond nog even 6 pareltjes” vult broer Arjen aan. “Dat kunnen we gewoon niet” aldus Vincent. “Wat eruit komt, komt eruit. We hebben niet van tevoren een plan een bepaalde richting op te gaan. We gaan rammelen en dan zien we wel,” vertelt Arjan nuchter. De artiesten zijn het er echter wel over eens dat de band een bepaalde sound heeft die herkenbaar is. Ze weten te vertellen dat ze daarvan ook niet veel zullen afwijken. “Eerst een country-achtig liedje en daarna een denderend jakkernummer spelen, dat wil prima met elkaar.” Ze zeggen allemaal wel naar andere muziek te luisteren en daardoor te zijn gevormd, maar ze delen allemaal dezelfde gemeenschappelijke smaak. “Niemand neemt muziek mee naar oefenruimte die de rest echt verschrikkelijk vindt” vertel Arjan. “Verder word je ook vooral gevormd door de muziek waar je niet naar luistert.” Na een avond te hebben doorgebracht in het oefenhol van The Horse Company is wel duidelijk dat ze het voornamelijk voor hun plezier doen. Er zijn slechts 1 of 2 “echte” nummers voorbij gekomen. Voor de rest wordt er voornamelijk veel lol getrapt en gejammed. Ondanks een collectief concentratieprobleem, hebben ze toch een uitstekend album weten te maken vol met goede songs.