Kenner voor niet kenners

Komt dat zien, als u dat nog niet eerder zag

Tekst: Philip Holzenspies Foto's: Ellen Donkers, ,

Het waren duidelijk Tom Waits liefhebbers die afgelopen donderdag een indrukwekkende tribute aan de grootmeester neerzetten. Léon Tol beheerst de rauwe stem en weet een heel authentieke Waits sfeer neer te zetten. Maar wie de echte Waits verwacht, blijft op zijn honger zitten.

Komt dat zien, als u dat nog niet eerder zag

Het Tom Waits tribute concert in de Grote Kerk in Enschede op donderdag 18 oktober wordt verzorgd door een groep echte liefhebbers. De band maakt indruk door het goede spel en waarschijnlijk nog meer door de dienstbare opstelling. Er leek te veel muziek van het podium te komen voor het aantal muzikanten dat er zat. Of dit nu kwam doordat de saxofonist en de drummer regelmatig alle ledematen in de strijd wierpen om allerlei percussie te bespelen, of doordat de zeer goede basis van gitarist en contrabassist zo nu en dan subtiel náást die basis een lekkere extra melodie speelde is moeilijk te zeggen. Over de band valt veel (goeds) te zeggen, maar het is een Waits tribute en dus is zang en presentatie het centrale thema. Léon Tol heeft het rauwe van Waits zeer goed onder de knie. De opkomst met megafoon vanaf de kansel bij de klanken van Gavin Bryar's Jesus' Blood is zeer authentiek; ongehaast en theatraal. Ook de presentatiestijl van uitgebreide anekdotische verhalen na het openingsnummer toont dat de grootmeester goed is bestudeerd en begrepen. Helaas heeft "Tom" te veel moeite met het Engels. Door het nét niet vloeiend vinden van de juiste woorden mist het verhaal het nodige tempo en de uitspraak is zo nu en dan tenenkrommend. Inhoudelijk wordt er veel goed gemaakt door op Waits-wijze over de keelaandoeningen van Bauer en Smit te vertellen. "Hoist that rag" volgt. Ook hier is het rauwe van de stem zeker genoeg en weet Tol de sfeer goed te vatten. Helaas zweemt de timing wat, wat de kracht een beetje uit het nummer haalt. Uitspraak en storende tekstuele fouten ("open fire when you hit the score" - het is geen wedstrijd, het is slagveld) doen afbreuk en helaas moet het nummer het zonder die prachtige Marc Ribot gitaarsolo doen. Zo nu en dan is de presentatie Nederlandstalig en dat komt de show behoorlijk ten goede. Ook in het Nederlands hebben vorm en inhoud van de verhalen een heel authentieke sfeer. Bij sommige nummers missen de hoge accenten in de stem (vooral Kommienezuspadt), maar door het fraaie ruwe en lage is dat snel vergeven. De dansjes tussendoor zijn sterk overdreven en waar Waits af en toe een bijna reumatische indruk weet te wekken, neigt het hier af en toe naar spasmen. Jammer, maar met gesloten ogen is dat overkomelijk. Het absolute hoogtepunt is toch wel Briar and the rose. Voor dit nummer heeft de toetsenist/accordeonist voor het kerkorgel geopteerd en alles vaart hier wel bij. Er klinkt zeer oprechte vervoering in de stem - zelfs zodanig dat de uitspraak niet meer opvalt - en de toch al lekker warme en goed gesynchroniseerde bandleden komen nog dichter tot elkaar. Alleen Briar and the rose is het kaartje van deze voorstelling al waard. Het is echter wel duidelijk waarom het kaartje voor deze tribute show zestien euro kost en je voor de grootmeester zelf meer in de richting van de honderd euro moet denken. Komt dit zien, iedereen die Waits wil leren kennen. Kenners herkennen een medebewonderaar op het podium en vervelen zich niet, maar wie werkelijk Waits verwacht, blijft wachtend achter.