Rik Kaez neemt op in Omnisound Studio Nashville

'Now, show me where the real cowboys are!'

Rik Kaez, ,

'Demo's opsturen heeft geen enkele zin, ze belanden op een grote hoop en er is geen hond die er naar luistert'. Dit hoor je muzikanten vaak zeggen. Voor de Enschedese singer/songwriter Rik Kaez pakte het echter heel anders uit. Naar aanleiding van zijn opgestuurde cd-tjes werd hij uitgenodigd om een aantal opnamen te maken in de OmniSound Studios in Nashville. Lees hier zijn relaas...

'Now, show me where the real cowboys are!'

The producer sat back and said: “What we have got here is a perfect track, but we don’t have the vocal and we don’t have the song. If we could get these things accomplished nothing else could go wrong. So send me a songwriter drifted far from home. Make sure he’s hungry and make sure he’s alone. And send me a cheeseburger and a new Rollingstone”. (Neil Young) Voor de meeste muzikanten geldt dat het een harde leerweg is om een beetje erkenning te krijgen. Zwoegen, zweten en apparatuur sjouwen en dan nog niet op de kaart worden gezet. Door het slijk dolen en afgeschoven worden met slecht betaalde optredens en telkens weer je kloffie afkloppen en weer in de benen, omdat je in je muziek gelooft. “Gewoon dom vandaan”, zei A. Manuel ooit tegen mij. “Wanneer wordt ik eens gebeld of gemaild door het mannetje die wat ziet in mijn muziek en het wil promoten?” Onlangs kreeg ik een mail waarin stond: “Rik phone me regarding your material” . Ik wilde het bericht wissen, mijn achterdocht waarschuwde mij voor spam met virussen. Ik schreef het telefoonnummer op en heb toch gebeld. Aan de andere kant van de lijn, helemaal in Amerika, Nashville, Tennessee op een kantoor, zat een producer die ervan overtuigd leek te zijn dat ik de studio in moest met een aantal sessiemuzikanten om een single op te nemen die zij vervolgens zullen promoten bij een hoeveelheid “major” en “independant” platenmaatschappijen. De ticket en motel werden betaald, de productie kosten voor mijn rekening. Geef die producer maar een dikke vette kleffe cheeseburger en de laatste editie van de Rollingstone. Ik ben hongerig en ik ga alone. In New York leven miljoenen mensen, maar ze zijn allemaal alleen. Daar was ik dit jaar nog, ook alleen op zoek naar een speld in een hooiberg. In “The Voice”, een blad dat in New York wordt uitgegeven, vond ik tussen alle vele vraag en aanbiedingen een bericht waarin ze in één zin vroegen om een singer / songwriter. Op de Wyckoff avenue in Brooklynn, waar ik destijds in een loft met een matrasje mijn uitvalsbasis voor een maand had gestationeerd, ging ik met het telefoonnummer op mijn hand geschreven naar een telefooncel. Die telefooncellen stinken altijd naar pis, omdat zwervers het blijkbaar aanzien voor urinoirs. Als je hoog nodig een telefooncel nodig hebt om te BELLEN, dan zijn ze altijd defect. Ik heb de hele buurt afgestruind om één te vinden die het wel deed en heb van daar de producer gebeld. Hij zei dat ik maar wat materiaal moest opsturen. Prima, maar dat heb ik wel vaker gehoord en gedaan en nooit reactie gehad. Ik kreeg het adres door en heb twee demo cd’s opgestuurd en vond het maar een grote bluf. Now, show me where the real cowboys are! Geen maand later ontving ik die ene mail. Half augustus zat ik daar op het kantoor met de producer en een van de muzikanten de preproductie te doen. Ik werd voor het eerst in Amerika van het vliegveld opgehaald volgens afspraak, anders dan in New York waar mijn welkomstcomité mij verloren liet staan. We zouden gelijk aan het werk gaan, dus geen tijd om de jetlag uit mijn systeem te krijgen. In het weekend begonnen we aan de opnames in de OmniSound studios in Nashville. OmniSoundStudio heeft Jewel, Chet Atkins en nog wat meer opgenomen. Ja, zo’n studio is wel wat anders dan mijn viersporenrecorder. We hebben vier nummers opgenomen. Het is geheel wat anders dan wat ik op mijn demo cd’s heb opgenomen. Er is een band achter gezet en het heeft meer poprock invloeden. Ook al klinkt het anders, ik heb wat betreft studiowerk niet veel concessies gedaan wat ook niet de hele tijd aan de orde was. Ik wilde altijd al mijn akoestische werk met een band uitvoeren. Het klinkt nog steeds puur en oprecht. Niet teveel studio-stoer-doenerij. Naast de nummers die met band zijn uitgevoerd heb ik een nieuw nummer akoestisch opgenomen met twee microfoons ervoor gelijk live ingespeeld. Het is gemixt en gemastered door de geluidstechnicus die ook de mix en master heeft gedaan voor de soundtrack van de film “Oh, brother where art though”. Nu ligt er een goeie professionele single in Nashville in de handen van producers en promotors die bij de grote en kleine platenmaatschappijen langs gaan om er een platencontract uit te slepen. Dit wil zeggen dat ik er nog niet ben. De platenmaatschappijen kunnen nog allerlei redenen hebben waarom zij de single niet aan willen nemen. Dit zullen vooral commerciële overwegingen zijn. Maar de ervaring nemen ze je niet af. Jaha, opa, dat klopt! En wie weet neem ik geen contract van ze aan, omdat het mij financieel en daarom ook indirect creatief kan ruineren. Vroeger zeiden mijn vrienden uit mijn vroegere band “Baron Saturday” dat de muziek voor de vrouw gaat. Nou, daar hoef ik niet mee te stoeien want ik heb geen vrouw, maar inderdaad de muziek gaat voor wurgcontracten. En gooien we het op een goed akkoord dan zal ik weer naar Amerika moeten gaan om met de band te repeteren om vervolgens optredens te doen in New York, Nashville en Los Angeles, een plaat opnemen met alle risico’s inbegrepen. Nog wat jaren door het slijk, want het is allemaal niet zo romantisch als wat poster kwijlende groupies zich wanen. Neem de tijd en hoor mijn beklag aan. Het is een prachtig leven van al zijn charmes ontdaan. Als afsluiting een flink wel gemeend bedankt voor diegenen die mij hierin hebben gesteund, geadviseerd en erin geloven. Wanneer je hier tot aangesproken voelt zal het naar alle waarschijnlijkheid wel kloppen, bedankt! Nog een pro scriptum: rEck and roll!