Beland in het anti-ark “New York”. Anders dan de eerste Ark van Noach waar de dieren twee aan twee binnen kwamen om zo het leven van aardse wezens te beschermen tegen de grote zondvloed, kom ik in dit anti ark geheel alleen binnen. Een geleende koffer met daarin mijn gescheurde oude kleding, een hoeveelheid van mijn punkrock demo’s en het belangrijkste: “Martin” mijn trouwe compagnon en vriend voor het leven. Martin is mijn gitaar en daarbij heb ik nog een aantal speelgoedjes zoals een bluesharp en een kazoo (een eendenlokker).
We wisten beide dat we ooit eens radicale dingen samen zouden doen. Nu daar, voor ons het grote monster “New York” met zijn Manhatten skyline. Accommodatie had ik nog niet geregeld en voelde mij daarom nogal verloren. Door de jetlag had ik geen benul van tijd. Het kon elke willekeurige dag van de week zijn. Mijn biologische klok was gereset en ik moest hem opnieuw instellen. Alleen nu wist ik ook niet welke windrichting ik moest kiezen. We gaan maar naar Manhatten om een jeugdpension te vinden. Na de hele middag rond gesjokt te hebben zonder resultaat in het vinden van een bed en dak gaf ik de moed op en besloot eens liederlijk te gaan drinken. “You’re in a crap situation, aren’t you?” vroeg een onbekende mij. “Ja, dat kun je wel zeggen” antwoordde ik in het engels. Na mijn verhaal te hebben gedaan aan deze onbekende vertelde hij mij dat hij ook eens in een zelfde situatie had gezeten toen hij ook voor het eerst in New York aankwam. Hij bood mij aan om op zijn bank te crashen. De eerste paar dagen ben ik van bank naar bank gecrasht totdat ik een kamer kon huren voor een maand.
Boven aan de trap van het metrostation aan Wijkoff avenue in Brooklyn stond ik even vol verbazing stil met grote ogen te kijken naar een rauwe Amerikaanse wijk. Grote fabrieksloodsen die in verval leken te zijn, met graffiti bespoten muren, glas op de straat en stoep van ingeslagen auto ruiten. Het zag er onveilig uit. Na er een tijd te hebben gewoond leek die eerste indruk niet te kloppen. De buurtbewoners waren gemoedelijk en ik was voor hen gewoon weer de zoveelste “kunstenaar of muzikant” die daar woont omdat het betaalbaar is. In een van die grote fabrieksloodsen, in het Amerikaans “loft” genoemd, waren appartementen gebouwd die verhuurd werden. Een gezamenlijke woonkamer, keuken, badkamer en een eigen slaapkamer. In de slaapkamer die ik huurde lag een oude matras met wat koude dekens en een kei van een kussen en dat was prima. Van hieruit kon ik aan het werk om optredens te regelen en contacten te leggen.
Twee optredens stonden al vast. Ze zeggen dat New York de stad is die nooit slaapt en dat is ongelogen. Elke avond treden er bands en artiesten op in de vele bars, poppodia en theaters. Mijn vizier was gericht op de obscure underground zalen. Die Amerikanen zijn dol op karaoke en vooral rock karaoke met een live band. Wat daar ook veel gebeurd zijn open mics. Je schrijft je dan in, dan wacht je totdat je naam word omgeroepen en dan mag je twee nummers spelen. Op een avond besloot ik naar de Sidewalk cafe in Manhattan te gaan om met een open mic avond mee te doen. Achter in het café was een donker zaaltje dat druk bezocht was met muzikanten die allemaal een gitaarkoffer bij zich hadden net als ik. Ik wist natuurlijk wel dat ik één van de miljoenen “schrijf en zing je liedje” muzikanten was, maar om dan zoveel van die muzikanten in één ruimte te zien… Enfin, gewoon mee doen en bewijs maar dat het geen typische “zoet gevooisde, au mijn gebroken relatie, singer/songwriter onzin is wat ik doe. Ik schreef mij in en vroeg gelijk of ik op een andere avond een optreden kon doen. En bij grote toeval was dat mogelijk, doordat een band een optreden had afgezegd. Ik kon de volgende avond daar optreden. Vreemd, want de programmeur had nog niet eens gehoord wat ik doe. Hij zei dat hij er wel vertrouwen in had en hij hield wel van PunkRock.
“Rik Kaez is on first deck”, dat betekent dat ik de volgende ben om twee nummers te spelen. Ik begon met het nummer “New York”. Dat nummer schreef ik voordat ik naar New York ging. Gevolgd door het nummer “Pretty stupid” dat ik in New York geschreven heb. Het nummer gaat over een kunstenaresje dat naar New York gaat om haar kunst bekend te maken. Alleen verliest ze zichzelf in feesten, alcohol en drugs, waardoor ze haar tijd en geld verspilt heeft en er een gore kater aan overgehouden heeft. Het publiek vond het helemaal te gek. Er werd zelfs tijdens de nummers geapplaudisseerd voor een mondharmonica solo en delen van de tekst van het nummer “Pretty stupid”. Na het optreden raakte ik in gesprek met een persoon van een onafhankelijke platenlabeltje “Riyl records”. Die was wel geïnteresseerd om mijn demo’s te beluisteren en in de toekomst een paar nummers op een compilatie cd te zetten. Daarbij zouden ze optredens voor mij regelen zodra ik weer naar New York zou gaan. Een klein radiostationnetje wilde graag demo’s ontvangen zodat ze wat nummers konden uitzenden.
Wanneer je over heel Manhattan wilt kijken en in de verte andere New Yorkse wijken en bekende gebouwen wilt zien dan kun je een kaartje kopen voor 20 dollar om helemaal bovenin de Empire Statebuilding te staan. Voor overdreven filmachtige neon verlichte straten, diners en de BBKing bluesclub ga je naar Times square en als je overdag het drukke geraas van de stad beu bent dan is Centralpark een bezoek waard. Ja, en Ground Zero. Al gauw ben ik dit soort sightseeing zat. Ik vind het interessanter om door wijken te lopen of op drukke winkelstraten rustig te staan en in alle rust om mij heen kijken. Belangrijker dan dat is de tijd functioneel te besteden door het bellen, mailen en bezoeken van programmeurs die optredens voor je kunnen regelen. Bladeren door kranten en tijdschriften om daar adressen van podia te vinden en die dan bezoeken door de hele dag met de metro te reizen. Het is niet gemakkelijk om optredens te krijgen als je er maar een maand bent. Veel zalen boeken alleen locale bands en ze vinden het belangrijk dat je een minimum aantal van dertig mensen moet kunnen aantrekken. Wat als buitenlander moeilijk is te realiseren. Want oh oh, je bent een alien, je bent een Nederlander in New York. Je moet wel tegen afwijzingen kunnen en je moet alternatieven zoeken. Als er geen dertig mensen zullen komen dan kan ik beter een voorprogramma doen voor een New Yorkse band die meer dan dertig man publiek aantrekt. Door veel avonden naar bars, zalen en optredens van andere bands en muzikanten te gaan heb ik uiteindelijk mijn optredens geregeld. In mijn laatste week stond er voor elke avond een optreden. Alleen de Vrijdag , Zaterdag en Zondag avond niet.
Op die Vrijdag avond besloot ik met de gitaar op pad te gaan. We gaan naar de Ludlow street, want daar is een podium dat Pianos heet. Van veel muzikanten heb ik die naam vaak gehoord. Het schijnt dus een bekende zaal te zijn onder de undergroundcircuit muzikanten. Een kleine Indische man liep gestresst, druk en met veel mensen tegelijk pratend rond. “Dat is de programmeur”, werd mij vertelt. Ik liep naar hem toe en vertelde dat ik nog een klein weekje in New York ben, dan ga ik weer terug en zou graag in Pianos spelen. Ik verzekerde hem dat ik goed was en hem daarin niet zal teleurstellen. Helaas, er kon in zo’n korte tijd niets geregeld worden. “Wat doe je?” vroeg hij gehaast. “Akoestische Punk Rock”. “Speel je het lied Anarchy in the U.K?” “Nee, natuurlijk niet!” haastte ik erachteraan. “Dan kun je nu direct optreden. Ik vertel de band dat zij iets later optreden.” Na het optreden kwam hij bij me en wilde mijn contactgegevens, zodat wanneer ik weer in New York zou zijn hij mij kon boeken. Blijkbaar heb ik hem inderdaad niet teleurgesteld.
Zaterdagavond was ik uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje. Het platenlabel “Riyl records” bestond nu een jaar. Reden om dit in het Sidewalkcafe te vieren met bands die bij de label zijn betrokken. Daar zag ik een optreden van de band “The Wowz en Chris Maher”. Ik was en ben nog steeds erg enthousiast over deze bands. Ongepolijste akoestische muziek met een rauw randje waarin ik Frank Zappa en Beatles herken en sterke Amerikaanse folkinvloeden en ook goeie teksten. Ik kocht er een cd van en raakte aan de praat met de oprichter van Riyl records. Hij wilde graag optredens mogelijk maken in Europa. Waarop ik zei dat ik zou kijken wat ik voor hen kan doen. The Wowz en Chris Maher zijn ertoe bereid om de grote oversteek naar Nederland te doen. Hierbij raad ik ze aan en bied ik een compleet gevulde avond aan met twee Amerikaanse bands (The Wowz en Chris Maher) en ik doe natuurlijk ook mee. We zullen je niet teleurstellen als je ons boekt.
Na een van mijn optredens was mij aangeboden om in een muziekstudiootje opnames te maken. Daar heb ik zes nummers opgenomen. De opnames bestaan uit vier nieuwe nummers die ik niet onder de noemer “PunkrockAcoustics” laat vallen. De opnames krijgen de naam “The New York crisis takes” mee en ik zal er voorlopig niet veel mee doen in de zin van het gebruiken als demo materiaal of verkopen bij optredens. Voor nu is het een souvenir, beter dan een I love New York T-shirt.
Altitude meer dan 1000 meter en een grondsnelheid van meer dan 400 kilometer per uur. Laat deze vliegkist nu maar geleidelijk dalen door de mistige wolken waaronder mijn vaderland schuilt. Nederland wat heb ik je toch gemist. Daar de kust bij Scheveningen, duinen, boerderijen, fietsen en al het andere typerende van mijn vaderland. Even was ik jouw pracht vergeten. Waarom zou ik toch zo ver weg optreden, terwijl die waanzin hier ook mogelijk moet zijn? Het was het zeker waard en ik zal overwegen er nog eens weer naar toe te gaan. Voorlopig blijf ik in Nederland en misschien neemt Filthy Nelly en/of Sweet Candy mij weer een keer een avondje uit en delen we onze onoverwinnelijke en hartstochtelijke liefde … voor ongepolijste en oprechte muziek.
Hey Jim, how do you spell New York?
Not all pigmeat is pork
The cool kid is a dork.
That’s how you spell New York.
Enschedese singer/songwriter Rik Kaez live in New York
Rik: 'ik doe geen zoetgevooisde, au mijn gebroken relatie, singer/songwriter onzin'
De Enschedese singer/songwriter maakte onlangs de grote oversteek naar New York om daar een aantal optredens te gaan doen. Over zijn ervaringen in de Grote Appel schreef hij een 'tourverslag'.