De IJssel stroomt over in ’t Ukien

Muzikale watersnood zorgt voor sfeer en gezelligheid

Bas Nijhof, ,

De heren die de naam “De IJssel Stroomt Over” verzonnen, hadden niet kunnen verwachten dat een of andere tsunami de naam van deze package van een heel andere lading zou voorzien. In een periode dat de uiterwaarden van de IJssel inderdaad goed gevuld zijn, stroomde zij richting ’t Ukien om daar de beloften van Overijssel over ons heen te spoelen.

Muzikale watersnood zorgt voor sfeer en gezelligheid

De heren die de naam “De IJssel Stroomt Over” verzonnen, hadden niet kunnen verwachten dat een of andere tsunami de naam van deze package van een heel andere lading zou voorzien. In een periode dat de uiterwaarden van de IJssel inderdaad goed gevuld zijn, stroomde zij richting ’t Ukien om daar de beloften van Overijssel over ons heen te spoelen: in een goed gevulde zaal mochten Lampshade, The Junes en Cafebar 401 het podium betreden. Muzikanten dansen niet. Zij slaan hun armen over elkaar. Zij drinken te veel bier en hebben over alles een mening. Die ventileren ze dan luidkeels te dicht bij een oor: vanavond was mijn oor verrassend vaak het slachtoffer en wat blijkt? Muzikanten hebben moeite met te zeggen dat ze iets wél leuk of niet leuk vinden. Zij hangen een lang verhaal op en uiteindelijk is de conclusie dat zij het beter hadden gedaan. Die conclusie deel ik niet: de avond biedt een programma van een opvallend hoog muzikaal niveau. Of de bands bij de strot grijpen en de aandacht vast weten te houden is een andere vraag: deze zou ik beantwoorden als een rechtgeaarde muzikant. Lampshade Waar de eerste band van de avond in ’t Ukien normaal gesproken getrakteerd wordt op een gapende leegte, is ’t Ukien om half elf goed gevuld. Lampshade wordt warm ontvangen en die warmte geeft de band terug. Lampshade begint sfeervol en er zijn een aantal opvallendheden: zo lijkt dit Lampshade nog maar in één ding op de band die vorig jaar derde werd tijdens de Oogst van Overijssel: Bart Drost. De rest van de driemansformatie van vorig jaar is door Bart met pijn in het hart doch kordaat de laan uitgestuurd: ze voldeden niet aan Barts verwachtingen. En zo staan er ineens drie mannen voor de kersverse drummer op het podium. De formatie is amper twee weken in de huidige bezetting bij elkaar, maar toch is dit geen bij elkaar geveegd zand. Dit klinkt als een solide formatie. De liedjes blinken uit in eenvoud en zo moeten liedjes zijn. Pakkende melodieën en een breekbaar – maar toch warm – stemgeluid. De mensen staan te luisteren of praten gezellig met elkaar. Een betere eerste band kan je niet hebben. Geen ‘hak op de tak’-overgangen of andere buitensporigheden. Een aan het begin nog rustig kabbelende IJssel die bij tijd en wijlen onstuimiger wordt. Een drietal nummers pakt me echt. Daarin wordt er naar de climax toegewerkt en wordt er mooi in laagjes gewerkt: virtuoos basspel op de manier dat het bedoeld is: onopvallend misschien voor de meedeinende muziekliefhebber, maar tandenknarsend goed voor de gefrustreerde muzikant. In deze nummers wordt er ook leuk gestoeid met gitaareffecten: wat dat betreft is tweede gitarist Erik Delobel een welkome aanvulling en komt het stevigere beukwerk van de drummer goed tot zijn recht. In deze eerste stroom IJsselwater kabbelt het middenstuk rustig voort. Het blijft het nadeel van een band waarvan je niet alle nummers kent: de nummers gaan op elkaar lijken. The Junes De tweede band van de avond heeft het afgelopen jaar flink van zich doen spreken. The Junes waren voor velen dé winnaar van de Oogst van Overijssel. Zij werden het niet, maar het is wel duidelijk waarom zij aanspraak maakten op de titel. De composities zijn goed doordacht, maar klinken niet moeilijk. De beheersing van de instrumenten is onberispelijk. Werd de band in de Regiofinale nog weggezet door Izabelle (ex-TMF en ex-niet- Beatles-kenner) als een britpopbandje, hier komt de band wat steviger voor de dag. De liedjes rusten niet meer alleen op inventieve akkoordenontwikkelingen, maar bij een paar nummers ook op sappige bassgrooves. De liedjes die op de demo staan van The Junes worden op routine gespeeld. In de nieuwere nummers komt de band tot leven. De toetsenist staat eens op om de boel kracht bij te zetten. Er wordt heerlijk meerstemmig gezongen en zanger/gitarist Bertolf heeft een stembeheersing waar menig zanger jaloers op zal zijn. Toch moet ik tot de laatste twee nummers van de reguliere set wachten totdat mijn hoofd automatisch gaat meebewegen. De uitvoering komt over het algemeen erg gepolijst over: daar is niets mis mee. Het getuigt van kunde en van het feit dat de The Junes op elkaar ingespeeld zijn. Toch mis ik soms het scherpe randje wat Rock’n’Roll zo leuk maakt. De toegift is weer zo’n nummer wat dat randje niet heeft. Compositorisch zit het prachtig in elkaar, maar het laat de bezoeker weer bijkomen van wat die twee vorige nummers. Na het optreden weet ik twee dingen zeker: deze band heet The Junes en hun website is www.thejunes.nl . Dit is me namelijk acht keer verteld tijdens het optreden en ik zou het op prijs stellen als mij eens wat meer wordt verteld over de kleur van de boxershort van de drummer of desnoods over wat voor weer het morgen wordt. De IJssel stroomde even over, maar tijdens de toegift was er geen Giro 555 meer nodig. Cafebar 401 Ik druppel de overstroming binnen tijdens het derde nummer van Cafebar 401. Ik krijg een heerlijk snerpend gitaargeluid voor mijn kiezen. De leadgitarist speelt net een lick en ik vind het heerlijk om te horen dat de lager gestemde gitaar er net tegenaan hangt. Niet omdat hij vals is, maar omdat de noten ontspannen ingeduwd worden. Na een paar nummers valt me op dat deze band een duidelijke stijl heeft. De band presenteert zich ontspannen en klinkt gedefinieerd. De nummers zijn puntiger dan die van de twee voorgangers, maar vooral explosiever. Cafebar 401 werd al genoemd in RTL Boulevard en was dit jaar genomineerd voor awards in het buitenland waar ik nooit van heb gehoord. Ik woon dan ook in het binnenland. De band neemt de moeite om contact te maken met het publiek. Op de manier waarop zij zich presenteert lijkt zij zelfs bij tijd en wijlen onderdeel te zijn van het publiek. Ontspannen neemt de band de tijd om te stemmen, zonder dat het ongemakkelijk aanvoelt en er wordt een praatje gemaakt. Halverwege het optreden spoeden fans van Lampshade en The Junes zich richting Station Kampen om de trein te nemen richting… Oké, ze kunnen alleen richting Zwolle. De band speelt ondertussen solide door. De uitstapjes die de lead-gitarist naar de toetsen maakt zijn verfrissend. De combinatie van de toetsen en de ruige gitaarpartijen is ronduit lekker. Maar het belangrijkste: de zanger heeft een lachebek! Dat is prettig om naar te kijken. Het plezier vlamt op in de – door britpopkapsel omringde - ogen wanneer een nieuw nummer wordt ingezet. Dat is essentieel want, wij gaan wel een cd op zetten als wij gewoon liedjes willen horen. Als wij naar een optreden gaan, willen wij interactie en emotie zien. Dat ontbrak er over het algemeen een klein beetje aan vanavond. Wat opzienbarend is, is dat er de hele avond een flink aantal mensen heeft staan kijken naar al deze bands. Niet wat uw verslaggever er voor mening op nahoudt telt, maar meer wat de toeschouwer er voor gevoel aan over heeft gehouden. Dat was er één van een sfeervolle en gezellige avond met goede muziek. Uw verslaggever heeft geen White Album verzonnen. Uw verslaggever speelt niet moeiteloos Dream Theater na. Uw verslaggever mixt geen albums, is niet rijk van zijn BUMA-inkomsten, noch wordt hij geroemd om zijn buitengewone zangtalenten. Hij heeft de toekijkende muzikanten aangehoord en heeft zijn eigen mening. Eigenlijk moet uw verslaggever zijn bek houden. Dat doet hij nu dan ook.