Dollypop 2004: Joepie de poepie, wat een feest!

Jaarlijks festival wederom succesvol

Edo Brummer en Patric Dikkers, ,

Dollypop in Hengelo, naar verluidt het gezelligste festival van Overijssel, is alweer aan haar zesde editie toe. 24 bands treden op en wie de muziek even beu is kan zich even laten amuseren door het georganiseerde theater.

Jaarlijks festival wederom succesvol

Dollypop in Hengelo, naar verluidt het gezelligste festival van Overijssel, is alweer aan haar zesde editie toe. 24 bands treden op en wie de muziek even beu is kan zich even laten amuseren door het georganiseerde theater. Een verslag van zaterdag 3 juli: Het begint goed met RIK KAEZ. Dankzij de enorme regenbuien begint hij een halfuurtje later dan gepland in de kampvuurkuil. Rik maakt ongepolijste country en dat doet hij goed. Muzikaal doet het vooral denken aan Neil Young, maar Rik zingt beter. Zijn rauwe stem, met vet Amerikaans accent, eist dan ook de aandacht op. Wanneer het geluid even uitvalt, speelt Rik onverstoorbaar verder. Zijn muziek komt hier dan wel beter uit de verf . Het klinkt allemaal net ietsje stiller en triester wanneer de muziek zich vermengt met het achtergrondgeluid van fluitende vogeltjes. Het is dan ook jammer dat na 5 minuutjes de stroom weer ingeschakeld word. Rik blijkt ook nog een taalvirtuoos te zijn. Zo bedankt hij het publiek achtereenvolgens in het Duits, Frans, Engels en Nederlands. Daarna is het tijd voor ENDYMAERIA, Gothic Metal uit Twente. Muziek waar je van moet houden, zullen we maar zeggen. Muzikaal zit het allemaal wel goed in elkaar. Lekkere grunt, sfeervolle toetsenpartijen gecombineerd met het betere hak- en slagwerk. Meest opvallend is het gebruik van viool. Dit geeft de muziek net een tikje meer dramatiek. Enige minpunt is dan ook de podiumpresentatie. Dit soort bands lijkt nooit echt plezier in hun leven te hebben, maar het geheel oogt toch een beetje statisch. Zanger Michiel Lankhorst daarentegen lijkt er wel zin in te hebben en maakt mooie, grootse bewegingen. Met ontbloot en bezweet bovenlijf schudt hij zijn -net iets te korte- haar ritmisch op en neer.De rest van de band maakt een wat tamme indruk. Wel een beetje jammer, want deze mensen weten best hoe ze moeten rocken. Het eerste echte hoogtepuntje wordt gevormd door TILLENS ROOM. Lekker afwisselende popmuziek waar het experiment niet geschuwd word. Zangeres Pip ziet er niet alleen goed uit, maar heeft een dijk van een stem. Over het samenspel van de twee gitaristen kunnen we ook alleen maar enthousiast zijn. De gespeelde noten tuimelen vrolijk over elkaar heen en zorgen voor een fris geluid. Uitstapjes naar het Frans, experimentjes met toeters en mondharpen. Het kan niet op: Gaat dat zien! OTTOBOY, the one man trash band speelt in de kampvuurkuil. En hij heeft er zin in. Bijna 40 minuten lang stort Ottoboy zijn vuil uit over de toeschouwers en die kunnen er geen genoeg van krijgen. Aan zijn eigen repertoire heeft hij dan ook niet genoeg. Snel verzint Ottoboy een paar liedjes met hulp van het publiek of worden er liedjes gespeeld van zijn band “easy to fucks” (voorheen vegaleatherbuttshow). En dan ook nog twee sexy danseressen die het geheel nog even komen opvrolijken. Ottoboy piept, knarst, hijgt en zuigt zich door zijn setje heen om vervolgens nog even zijn beste gitaar aan stukken te slaan op het drumstel. Trash van het zuiverste slootwater! NOU EN speelt misschien niet de meest originele soort muziek, maar blij word je er wel van. De degelijke punkpop wordt in rap tempo de zaal in gejaagd en kan rekenen op een goede ontvangst bij het publiek. Dat de heren gewoon in het Nederlands zingen is een groot pluspunt. Komische tekstjes over de dingen van alledag, daar kunnen wij ons best mee identificeren. Er wordt met zichtbaar plezier gespeeld en nergens verzandt men in muzikale spierballerij. Deze ongedwongen no-nonsense houding maakt deze band hoogst sympathiek. Het was dan ook erg komisch om te zien dat de zanger/bassist volkomen verrast werd door de twee gitaristen die besloten om tijdens het optreden even een ommetje te gaan maken in de buitenlucht. En zo zie je maar weer dat en beetje enthousiasme wonderen kan doen voor een band. Applaus! Halverwege POWDERBLUE begint het weer te regenen waardoor het buiten staande publiek een uitweg elders moest gaan zoeken, want binnen zit het helemaal vol. Powderblue maakt Americana. Old skool country met Europese invloeden. Een verademing vergeleken met de Nedercountry van Ilse de Lange. Het publiek geniet dan ook het hele optreden lang met volle teugen van het trio (2x gitaar en een contrabas.) Zangeres Marjolein van der Klauw wijt de volle zaal aan de fikse regenbui: “Ik heb het gevoel dat hardrockliefhebbers verplicht naar country moeten luisteren”, maar wij weten wel beter. Gewoon erg mooie muziek. BLUES BROTHER CASTRO maakt moddervette rock en doet dat goed. Alles lekker in de hoogste versnelling afgewerkt. Zanger Leon Caren gaat lekker tekeer met zijn door de duivel geteisterde rauwe stemgeluid en wordt hierbij ondersteund door een zoetgevooisd ‘ach en wee’ van de zwoele bassiste van deze band. Zo horen en zien wij dat graag. SNEAKERFREAK. De klanken die naar buiten kwamen verraadden het al: gitaarmuziek voor tussen de schuifdeuren. De twee jongens (zanger en gitarist) maken aardige luisterliedjes maar vervelen snel. In de inmiddels bewierookte grote zaal speelt INCENSE de pannen van het dak. Het viertal speelt vanavond voor de laatste keer. Helaas, want deze ruimtevaarders spelen de sterren van de hemel. Sfeervolle rockmuziek met uitgesponnen solo’s die nog het meest aan bands als Motorspycho en Suimasen doet denken. Van kabbelende beekjes tot zware erupties: Incense doet het allemaal. Toetsenist en mede-dollypop-organisator Henk Jan Heuvelink, gitarist Selwijn Slop (die speelt op een zessnarige twaalfsnaar), bassist Bart Baekelandt en drummer Remco Cornelissen geven een waardig, maar te kort, afscheidsconcert. Waarom stoppen deze godenzonen? Het leven is onrechtvaardig… Het improvisatietoneel in de kampvuurkuil werkt aanstekelijk en leidt tot groot enthousiasme bij de vele toehoorders die zich verschanst hadden rondom het reeds aangestoken kampvuur. Gezellig hoor, zo’n typisch Dollypopmoment. Het biedt een welkome afwisseling in het toch al zo gevarieerde programma. Ondertussen is MENTAL MARBLE begonnen met spelen. We pikken nog net wat saxofoonnootjes mee, maar worden helaas overvallen door een chronische honger die ons brengt bij de uitstekende catering van dit festival. Dit jaar stond het bapaobroodje voor het eerst op het menu. Uit betrouwbare bron hebben we vernomen dat volgend jaar ook Loempia’s verkrijgbaar zijn. Volgend jaar zijn we dus zeker weer van de partij. Tot slot THE SKIDMARKS. Yeah, Rock ‘n Roll in het kwadraat. Deze band is het toetje op het toch al zo smaakvolle Dollypopmenu. Ze schreeuwen de longen uit hun lijf, wisselen om de haverklap van instrumenten en zetten de hele tent op de kop. Alle voetjes gaan letterlijk van de vloer. De ene na de andere rocksong wordt uitgebraakt en vervolgens gulzig verorberd door het uitzinnige publiek Naast het beukende eigen werk brengen ze ook nog een paar fantastische covers te berde. The Oblivians en the Stooges misstaan zeker niet in het repertoire van deze smerige jongens met remsporen. Wat een band! Niet gezien: Duo Dynamite Arthur ten Cate Koolstof Donkey bridge Scylla