Unsung Heroes: Yorick van Norden en Anne Soldaat duiken diep in de muzikale geschiedenis

Een openhartige ode aan de underdogs van de popmuziek

Bente Schreurs ,

De grote zaal van het Patronaat heeft een transformatie ondergaan. Waar er normaal rond de 1200 mensen in de zaal passen, staan er zaterdagavond 28 januari ongeveer 180 stoelen. Een setting die goed past bij de muziek van Van Norden en Soldaat. Gewapend met hun gitaren gaan zij de strijd tegen de vergetelheid aan en brengen zij minder bekende artiesten weer even tot leven.

Zelfs de grootste muziekfanaat zal diep in zijn geheugen moeten graven – heb ik dit liedje al eens gehoord of moet ik toegeven dat ik het niet ken? Geen Bob Dylan, Neil Young of Leonard Cohen vanavond. Van Norden en Soldaat wandelen door de jaren zestig en zeventig, nemen af en toe een zijweggetje naar de jaren vijftig of tachtig en vullen hun bagage met een veelzijdige collectie 'vergeten liedjes'. 'All I Think About Is You' van Harry Nillson of 'Time Will Show The Wiser' van Fairport Convention – het zijn compacte 'powerpop'-liedjes, zoals Van Norden zelf zegt. 

Van Norden en Soldaat introduceren bijna elk nummer met een boeiende anekdote over het ontstaan van het nummer of over het leven van de songschrijver. De verhalen worden vergezeld door foto's, te zien op een beamer achter de artiesten. ''Dit is het graf van Hank Williams en zijn vrouw Audrey'', vertelt Soldaat. "Het stel had een weerbarstige relatie. Het is dus maar goed dat ze in hun graf nog steeds wat van elkaar verwijderd liggen", zegt Soldaat met een monotone stem. Zijn humor is droog, waardoor hij de lachers op zijn hand krijgt. Soldaat is een andere type verhalenverteller dan Van Norden, die wat meer intonatie in zijn stem heeft, de verhalen spannender opbouwt en geboren lijkt voor het toneel. De twee troubadours vullen elkaar op natuurlijke wijze aan.

Dat geldt niet alleen voor hun anekdotes, ook voor hun stemmen. Betoverend en harmonieus zweven de stemmen om elkaar heen. Samen bereiken ze een prachtig evenwicht tussen de passievolle teksten en de ingetogenheid van de instrumentatie. Niet alle liedjes worden samen gezongen. Van Norden vertelt na afloop dat het proces vrij organisch verliep. ''Meestal is het zo dat degene die het nummer zingt, het van tevoren gekozen had, al zijn er uitzonderingen. Zo kwam ik met 'Pink Moon' van Nick Drake en was ik ervan overtuigd dat dit nummer het best bij Anne paste.'' En inderdaad, Soldaat geeft een indringende versie ten gehore. 

Hoewel de verhalen over de vergeten artiesten soms tergend tragisch zijn, wordt het nergens zwaarmoedig. De voorstelling is een muziekcollege over pijn, ongeluk, drank en drugs. Vanwaar deze voorliefde voor melancholie en zelfdestructie? Van Norden: ''Dit soort verhalen zijn veel interessanter dan successtory's. Die kent iedereen. Deze nummers spreken ons als liefhebbers en muzikanten ook meer aan – je kunt echt in bepaalde nummers kruipen en die emotie zonder terughoudendheid voelen. Hopelijk voelt het voor het publiek ook als een soort reis.'' 

Naast de vergeten parels spelen de artiesten twee van hun eigen nummers: Soldaat zingt 'Born To Perform' en Van Norden 'Who Knows, Maybe'. De verfijnde liedjes passen perfect tussen nummers als 'I Come and Stand at Every Door' (Pete Seeger) en 'Don't Make Promises' (Tim Hardin). Het enige verschil is dat de destructieve anekdotes bij het eigen oeuvre ontbreken. Soldaat en Van Norden weiden weinig uit over hun ervaringen met pijn en leed of drank en drugs, maar dat is natuurlijk ook niet waar het publiek vanavond voor gekomen is. 

De vraag die de voorstelling wel oproept, luidt: waar zijn de vrouwen? Volgens Van Norden is het gebrek aan nummers van vrouwelijke singer-songwriters niet intentioneel. Omdat ze zelf mannen zijn, liggen mannelijke unsung heroes meer voor de hand. Van Norden: ''Hun nummers passen beter bij onze stemmen en ons bereik. Maar we hebben nooit gedacht: laten we vrouwen boycotten. We kregen eerder het idee om in het vervolg een show te maken waarbij we enkele fantastische vrouwelijke songwriters eren.'' 

De voorstelling in het Patronaat is een van de laatste concerten in een lange reeks. En het is een speciale show: Haarlem is namelijk de hometown van Van Norden. Hoe dat voor hem voelt? ''Gek'', vertelt hij. ''Je speelt voor veel bekenden, waarvan sommigen al een show gezien hebben. Ze kennen de verhalen vaak al. Dat neem je wel mee. Gelukkig was de zaal donker, dan zie je weinig gezichten. En we proberen elke show te variëren, om het allemaal puur en vers te houden.''

Puur en vers was het zeker. De gevoelens die Van Norden en Soldaat hebben bij de nummers en artiesten lijken oprecht. Sentimenteel wordt het nergens, melancholisch wel. Tijdens de show spoort Van Norden het publiek aan hun e-mailadressen achter te laten na de show, zodat ze de setlist toegestuurd krijgen. ''Het zijn hele mooie liedjes, onthoud dat.'' Op de avond dat Drake eindelijk zijn opwachting in de Ziggo Dome maakt, zitten wij in een intieme en knusse setting in het Patronaat. En denken we aan artiesten die de roem van de rapper nooit geëvenaard hebben, maar die wel hartverwarmende nummers gecomponeerd hebben. Van Norden en Soldaat hebben de intentie zoveel mogelijk mensen bekend te maken met de unsung heroes en proberen op deze manier zelf nooit in dat hoekje te belanden. Die missie is vanavond zeker geslaagd.