N.E.E.F. boekt goede dj's voor lege zalen

Elektronische muziek in Alkmaar blijft blijkbaar een gok

Pim Brasser ,

Victorie zette hoog in op het nieuwe Northern Exposure Electronic Festival (N.E.E.F.): het boekte een leger talentvolle Nederlandse dj's en de billboards stonden langs de Alkmaarse wegen. En daar staat danceprogrammeur Jeroen van Schie om 1 uur tijdens grote naam Applescal, in een compleet lege zaal. Is het te snel na Koningsdag? Is € 16,50 entree te duur, omdat men in Alkmaar niet gewend is meer dan een tientje te betalen? Muzikaal gezien scoort de eerste editie in ieder geval een voldoende.

In het bovencafé staat de Rotterdamse producer Moods te draaien voor de barvrouw. Zijn set is soms wat rommelig, maar het diepe geluid met veel vocalen maakt het een fijn begin. Beneden is Änimal meer een band met een een dj dan andersom, en dus de vreemde eend in de bijt op een elektronisch festival. Het werkt best goed, dat volle elektronische bandgeluid, met schelle drums en een cello. Soms is het allemaal wel erg loom en dromerig - zeker voor op een dance-avond - maar het laatste nummer is meer elektronisch en ook meteen gejaagder, met knap samenspel van dj en cellist.

Bij een set van bassbaas Akka verwacht je dat het met de energie wel goed zit, maar hij zit er een paar keer flink naast met mixen en echt boeiend is zijn set ook niet. Hij draait veel vlakke tracks, met slechts af en toe de lompheid die een goede bassproductie nodig heeft. Gelukkig laat San Holo zien hoe het wel moet. De Haagse producer heeft in het buitenland al het nodige succes en gaat zo lekker dat Disney hem vorig jaar aanklaagde voor het schenden van hun Star Wars-copyright. Met zijn blik bijna continu op zijn apparatuur gericht - af en toe kijkt hij agressief de zaal in - en draait hij obscure basstracks met hooggepitchte zang, maar ook Snoop Dogg. Lang niet alle tracks komen goed over (de zaal is ook nog steeds half leeg), maar tegen het einde komt ook dat goed, met als klap op de vuurpeil Slasherr van Rustie.

Een drummende dj kan werken, maar vaak overheersen de drums te veel en wordt het optreden gedegradeerd tot een uur lange drumsolo. Feiertag gebruikt gelukkig vaak zijn elektronische drumpad, maar zodra hij op zijn drumstel begint te slaan overheerst het inderdaad te veel. Daarnaast maakt Feiertag de we just press play-uitspraak van Deadmau5 wel heel aannemelijk. Hij drumt bijna alleen maar. Zijn tweede bandlid ('nieuwe aanwinst') zingt met een gladde soulstem clichéteksten. Dan is de set van Satori een stuk subtieler. Het bio'tje van de Nijmeegse producer doet het ergste vermoeden ('spiritual journey'), maar het podiumduo durft ook daadwerkelijk diep te gaan, inclusief pianosolo. Het wordt koeltjes ontvangen door het (weinige) Alkmaarse uitgaanspubliek. Logisch, maar wie de concentratie kan opbrengen merkt dat Satori wel degelijk boeiend is. Het meer dansbare einde weet ook het bierdrinkende en luidkeels pratende deel van de mensen te overtuigen.

Terwijl Ganz de bassreeks in het bovencafé voortzet en nog feller van leer trekt dan zijn voorgangers, doet Kypski beneden hetzelfde, maar dan nog harder. Na C-Mon & Kypski kiest Kypski voor een harder geluid, waardoor het notitieboekje van ondergetekende regelmatig meetrilt. Het werkt goed, die pompende baslijnen in combinatie met zijn scratchskills. Bij de subtielere tracks merk je dat ze eigenlijk vrij saai zijn, maar het geweld aan lage tonen weet dat te verbloemen. Vooral als hij op het einde zelfs overgaat op onvervalste hardstyle. Lomp en een beetje raar voor iemand van midden veertig, maar het werkt.

Na Satori stelt ook Yakimo het publiek in de kleine zaal flink op de proef. Het duo staat constant aan knopjes te draaien, maar dat lijkt meer voor de show want er gebeurt weinig. Vaak variëren ze eindeloos met een synth, en de bpm blijft nagenoeg gelijk. Heel knap hoe de heren zo'n subtiele set neerzetten. De beat en synth vallen soms expres net niet samen, waarna de beat bijna ongemerkt versnelt tot het moment dat het plotseling klopt. Tegen het einde gaat het tempo toch wat omhoog, maar ook dit doet Yakimo geleidelijk, zonder te forceren.

Falco Benz speelt synthesizer in de band van Giovanca, en ook in zijn eigen muziek speelt het instrument een grote rol. Zijn liedjes zijn toegankelijk, met veel synths en een beat die nauwelijks opvalt. Het gaat erin als zoete koek, maar dan wel als zo'n veel te zoete tompoes uit een pakje. De kitscherige jaren tachtigsynths komen na een half uur je neus wel uit. Gelukkig draait Applescal boven. De oprichter van het succesvolle Atomnation-label bracht in 2013 de dijk van een plaat Dreaming in Key uit en over twee weken komt opvolger For uit. Toch pijnlijk dat zelfs bij zo'n naam de zaal compleet leeg is, maar misschien ligt het ook aan zijn minimalistische set. Na een uur komt er wat meer pit in en loopt het ook wat voller, maar het is toch een vlakke set. Juist daarom is het komisch dat Applecal eindigt met razendsnelle kicks, hij het per ongeluk laat ontsporen, zijn schouders ophaalt en wegloopt. Niemand die het ziet.

Tinlicker beukt er vervolgens een stuk harder in, maar toch moet je het laatste uur in de grote zaal bij elektronicahype Weval zijn. Niet gek dat het Duitse Kompakt-label het Amsterdamse duo tekende na de ongekend goede debuut-EP Half Age. Opvolger Easier haalt dat niveau niet, maar voedde wel de hype. De nieuwe liveshow mocht naar Noorderslag en zorgde voor een overvolle kleine zaal in Paradiso. Er is wel duidelijk kwaliteitsverschil in de tracks. In de set van een uur springt een knaller als Half Age er duidelijk uit, maar de liveset zakt nooit echt in doordat de tracks een stuk steviger zijn dan op plaat. Ondanks het tegendraadse karakter van de muziek zou dit niet missstaan op een groot festival.