Pure pop met een randje van Simian Ghost in Patronaat

Zoetgevooisde Zweden klinken live een stuk pittiger

Job Boas ,

Het is inmiddels een cliché: perfecte pop komt uit de Noordelijke landen. Het woord ‘Scandinavisch’ lijkt meer te betekenen dan een aanduiding van de plek van herkomst. Regelmatig wordt gesproken over een universele sound. Scandinavië als geheel blijkt een goed merk. Simian Ghost is wat dat betreft goede reclame voor de regio.

Onwillekeurig worden de Noordse landen over één kam geschoren als het gaat over een Scandinavisch geluid. Niettemin lopen de stijlen van acts uit deze regio die succes hebben in het buitenland uiteen. Of dat geluid bestaat of niet, feit is dat Scandinavische landen over het algemeen goed lijken te boeren in Nederland. Met name Zweden heeft de afgelopen jaren een reeks aan succesvolle acts afgeleverd. In de Zweedse traditie van een land dat perfecte popmuziek voort zou brengen, is Simian Ghost een band die daar goed onder kan worden geschaard.

Voor hun enige show in Nederland doet de band Patronaat Café aan. Het is een gratis optreden bovendien. Een buitenkansje, zou je zeggen, maar dat lijkt de Haarlemmer zich deze keer niet te realiseren. Het zaaltje is matig, doch gezellig gevuld. Het zal te maken hebben met het feit dat vorig jaar zomer verschenen langspeler The Veil in Nederland niet direct werd opgepikt. Voor de liefhebber van zoete dreampop is het echter een zeer prettige plaat met een rijke productie. Op het eerste gehoor opgewekt maar met een donkere ondertoon.

Fraaie koortjes zijn op dit album een belangrijke troef. “Onze Pet Sounds”, zal de drummer later bij de verkoopstand zeggen. Live komen die harmonieën echter minder tot hun recht. Simian Ghost weet dit te compenseren met vaardig spel. Waar de band op plaat uitermate gepolijst klinkt, is er live ruimte voor experiment. Het klinkt het gruiziger met vleugjes shoegaze en er mag af en te uit de bocht gevlogen worden.

Toch blijven de songs catchy. Een nummer als Scattered and Careless werkt goed op de onwetende concertganger. De zeer aanstekelijke single Never Really Knew maakt geen onderdeel uit van de setlist door het ontbreken van gastzangeres. Helaas, want daar hadden ze ongetwijfeld zieltjes mee gewonnen.

Het optreden is van relatief korte duur. Na drie kwartier vindt de band het mooi geweest. Aan toegiften doet de band niet, het podium op- en afstappen is onzinnig, zegt de zanger. In plaats daarvan wordt voor het inzetten van het ‘laatste’ nummer het publiek gevraagd door middel van applaus te laten blijken wat het van het optreden vond. De songs die ten gehore worden gebracht zijn overtuigend genoeg om de handen van het publiek op elkaar te krijgen. Een Sonic Youth-cover volgt, Youth Against Facism, gespeeld door leadgitarist en zanger. Een rustige versie weliswaar, maar de keuze benadrukt de rauwe invloeden van een zoetgevooisde band.