Schizoid Lloyd etaleert technische perfectie bij albumpresentatie

Jonge groep heeft buitengewoon fors potentieel

Marco Leeuwrik ,

Een goed gevuld Patronaat in Haarlem heet de zes muzikanten van Schizoid Lloyd welkom bij de presentatie van hun eerste volwaardig album. Erkenning van hun talent was er al eerder: vijf jaar terug (!) wonnen de heren de Haarlemse Rob Acda Award. Prestigieuze optredens op genregebonden podia deden de rest. Na een single, een EP en het maken van veel live-kilometers op een keur aan podia, is nu eindelijk The Last Note in God’s Magnum Opus uit. Het is een staalkaart van wat deze jonge progrockformatie allemaal kan.

De groep opent ambitieus met een klassiek aandoend intro, als opeens de clicktrack - een klik om de maat te houden - op de koptelefoons van de muzikanten hapert. Valse start, opnieuw. Zo’n gebeurtenis geeft aan dat de mannen er alles voor doen om alles technisch perfect te willen afleveren, maar het laat ook zien dat met diezelfde hang naar perfectie het verloop van het optreden tot op de laatste maat toe vastligt.

Is dat erg? Nee. De band wint gedurende de show al vrij snel sympathie door een ontwapenend blije podiumpresentatie. Het zijn je buurjongetjes die recht vanuit de garage opeens knipperend met de ogen op een groot podium hun kunstje mogen laten zien. De zaal zit vol, de mannen staan op scherp en hebben omwille van de feestelijkheden hun toch al niet misselijke vocale capaciteit uitgebreid met een heus dameskoortje.

De band lijkt het publiek te vragen doorlopend bij de les te blijven. We ervaren een omgevallen platenkast, waar scherven Pink Floyd, System Of A Down, Opeth, maar ook Genesis, Porcupine Tree en Shallac doorklinken. Nummers als Suicide Penguin of Misanthrope Puppet stuiteren heen en weer tussen lang uitgesponnen opera-achtige klanktapijten met koorzang, stukken met vet uitgeserveerde powerchords, vervormde megafoonvocalen en onderbrekingen die doen denken aan onvervalste vaudeville uit ver vervlogen jaren. Daarbij is de geest van good old Freddie Mercury nooit ver weg. De grunts van gitarist Thom Lich zorgen voor de moderne metalverbinding, en de buitengewoon creatieve en snoeihard meppende drummer Boy van Ooijen laat geen mogelijkheid onbenut elk gaatje dicht te slaan.

De broertjes Remo en Ruben Kuhlmann zorgen voor het melodische aspect. Remo excelleert met snijdende, baggervette gitaarsolo’s. Ruben wisselt de leadvocals af met vervreemdende accenten die hij uit een batterij toetsen tovert, daarmee toetsenist Silas Baldur wat in zijn schaduw houdend. Chicken Wing Swans kent  jazzy, bijna Beatlesque invloeden. Amphibian Seer kent een reggae-feel, terwijl afsluiter Citizen Herd grossiert in fusion met toetsenpartijen die aan ons eigen Focus doen denken.

De lappendeken aan stijlen vormt enerzijds het unique selling point van de groep, alsook de valkuil. Na drie kwartier groeit opeens de behoefte aan liedjes met meer kop en staart en vooral een groove. Schizoid Lloyd is niet gekomen om een avondje ontspanning te bieden. De band dwingt de vele, wat oudere luisteraars bij de les te blijven door doorlopend te slalommen rond vaak geniale, maar vaak wat vermoeiende muzikale vondsten. Dat doet de toegankelijkheid van hun repertoire geen goed.

De kracht van de band zit hem zeker live in de meerstemmige vocalen, die zonder uitzondering loepzuiver en functioneel zijn. Dat het internationaal vermaarde label Blood Music graag in zee wilde met Schizoid Lloyd is enerzijds erkenning, maar vraagt ook anderzijds een zo professioneel mogelijke opstelling. Een lollige loterij na de reguliere set zij de band vergeven, maar als daarna de zanger in de toegift meent te moeten gaan drummen, zijn we opeens terug in het buurthuis. En dat is het laatste wat dit ambitieuze zestal verdient. Een strak geregisseerde show, een wat verzorgdere podiumpresentatie en een muzikaal wat duidelijker koers zouden zomaar eens de doorbraak kunnen betekenen voor een jonge groep met een buitengewoon fors potentieel.