Traditionele muziek die op experimentele wijze ten gehore werd gebracht. Daar was men vrijdag 5 oktober in het Patronaat getuige van. Niet alleen Hackensaw Boys had in het oog springende instrumenten meegenomen, ook de supportacts Bucketboys en Melle. The Hackensaw Boys speelt traditionele country in een voor het genre niet onbekende bezetting. Voor buitenstaanders kan het instrumentarium er echter vreemd uitzien. Naast gangbare instrumenten als contrabas en gitaar ook minder vaak gebruikte instrumenten als de banjo en de mandoline. De prijs voor vreemdste instrument ging echter naar de percussionist. Hij had een imponerend wasbord gecombineerd met blikken om zijn nek hangen, waar hij gedurende het concert uitbundig op los ramde. Met zeven man sterk stond het podium van de kleine zaal behoorlijk vol en omdat de zaal niet al te groot is hing er een intiem sfeertje. De band was goed op dreef en maakte leuk contact met het publiek. Gezellige country, gespeeld met de energie van een punkband. Ook het voorprogramma was de moeite waard. Bucketboys wist boven het publiek uit te komen met energieke rock-a-billy. Ook bij deze band overheersten de vreemde instrumenten. Opvallend was de geïmproviseerde percussie/bas-combinatie. Een oude ton met daaraan vast een stok met gespannen touw deed dienst als contrabas, terwijl het object tegelijkertijd als trommel werd gebruikt. Samen met het banjospel en de driestemmige samenzang leverde dit een erg fraai geluid op. Voorafgaand opende Melle de avond. Deze artiest speelt banjo, zo nu en dan begeleid door zang. Vanwege het intieme karakter van deze éénmansband en het zachte geluid kwam zijn muziek niet over bij het publiek. De liedjes gingen verloren in het geroezemoes van de aanwezigen. Weinig interesse, of gewoon niet geschikt voor een popzaal als het patronaat, wie zal het zeggen.