Je kon je laten verrassen voor drie Euro

Model 101 en San Andreas in de Splinter

Twan Bakker, ,

Voor slechts drie Euro was het intieme concert in het muziekcafé te Venlo te bezoeken. Dat is pas waar voor je geld, vooral als je beide bands niet kent en dus uiterst aangenaam verrast wordt.

Model 101 en San Andreas in de Splinter

Het komt niet vaak meer voor dat je op de goeie gok een band gaat kijken die je niet kent. Deze avond was dit voor mij wel weer het geval. Zowel Model 101 en San Andreas waren mij volledig onbekend. Als een ruwe diamant, zonder voorkennis van live- en/of studio-opnames mocht ik de bands tegen een ultiem lage entreeprijs bewonderen. MODEL 101 De muziek van het Venloos vijftal is het beste te omschrijven als metalcore. Ze leggen een goede groove in de nummers, die tegelijkertijd een chaotische opeenstapeling van delen hebben; Het is nog niet zo erg als Life of Agony’s ‘The River Runs Red’, maar bij enkele nummers in de redelijk korte set zijn onderlinge aanknopingspunten als refrein of couplet soms moeilijk aan te wijzen. Sommige overgangen waren ook ietwat ver gezocht, maar meestal wel passend gemaakt. Opvallend is dat de nummers vrijwel allemaal een groove op hetzelfde tempo hadden. Behalve het laatste nummer, dit was tevens het meest afwisselde van de set, waar hele goede ideeën in waren uitgewerkt. Al kon ik me niet aan het gevoel onttrekken dat dit nummer geen live-nummer is, maar meer een luister-nummer op een CD. Als afwijkende insteek van de band is te benoemen dat Model 101 twee zangers heeft en slechts één gitarist. De beide zangers vulden elkaar goed aan, maar zorgden niet voor een overkill aan schreeuwen of raps binnen de nummers. Een groot pluspunt vond ik de zang van Norbert, waar een grove korrel in zijn stem voor de heerlijke rauwheid zorgde. Minder gecharmeerd was ik van de cleane zang tijdens een rustig intro. De valse tonen waren wellicht te wijten aan het geluid. De zang was in het zaaltje uitermate slecht te horen en al vrijwel helemaal niet te verstaan. Gezien de leeftijd van de muzikanten mag gezegd worden dat de kwaliteiten zeer zeker aanwezig zijn; de drums waren innovatief en gedurfd, met interessante breaks en fills. Het gitaargeluid was goed gedefinieerd, maar verzoop helaas af en toe in iets te veel effecten. Peter had duidelijk geïnvesteerd in de aanschaf van effectpedalen, terwijl hiervan eigenlijk maar twee of drie geluiden écht een toegevoegde waarde hadden (vooral live). Graag zou ik deze band in een club of op een festival willen zien waar de installatie je ingewanden eruit knalt. Dan zal Model 101 veel beter tot zijn recht komen. SAN ANDREAS Vanaf het eerste nummer van de set zat de sfeer er goed in; Ook San Andreas had zich de moeite bespaard om zich op het podium te proppen en namen derhalve tweederde van de zaal in beslag om rond te kunnen rennen. Het leek net alsof we een kijkje mochten nemen tijdens een repetitie van de band. ‘Emo-Core’ noemt de Rotterdamse band het zelf. Ik kan me hier wel in vinden; De muziek doet me heel sterk denken aan Amerikaanse bands als ‘Will Haven’. De muziek is intens en heavy, zonder saai te worden. De zang bestaat voornamelijk uit gekrijs en zweverige zang. De drums zijn strak en groovend. Het zaalgeluid van San Andreas knalt en heeft precies wat het nodig heeft, maar wel iets aan de harde kant. Vooral de kracht van de bas is onmisbaar ter ondersteuning van het vaak zwevende, open gitaargeluid. De nummers zijn af; alles sluit perfect op elkaar aan en vormt één geheel. Ik sta versteld hoe een snel stuk in een nummer naadloos aansluit op een groove in half-tempo. De drummer speelt hier natuurlijk een grote rol in. Hij is daarbij ook de enige die gebonden is aan zijn plaats op het podium, terwijl de rest van de band als dolle honden door de zaal stuitert. Ondanks het feit dat de ‘emo’-scene teert op een voornamelijk Amerikaanse inslag, waarbij weinig originaliteit ten grondslag ligt, is San Andreas een band die Nederland vertegenwoordigt met wel heel veel kracht. gezien: donderdag 8 september 2005 – De Splinter, Venlo tekst & foto’s: Twan Bakker