Rokia Traoré flirt met funk

Malinese zangeres bewijst in de Oosterpoort tot de top te behoren

Tekst: Karst Jaarsma Foto's: Bob de Vries ,

Rokia Traoré is misschien wel de meest verrassende muzikante van de hedendaagse Malinese muziek. Op verrassende wijze weet ze de grens tussen de kenmerkende Malinese muziek en meer mainstream Westerse popmuziek over te steken. Dit bereikt op haar laatste album ‘Beautiful Africa’ een nieuw hoogtepunt. Met de hulp van John Parish, producer van onder andere PJ Harvey, gaan rock en funk ritmes vloeibaar over in traditionele Malinese ritmes. Het album bracht haar zondag naar Groningen.

De vorig jaar uitgebrachte plaat brengt de zangeres dit voorjaar voor enkele optredens naar Nederland. Naast Groningen werden ook Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven aangedaan. Met in totaal zeven man op het podium staat de muziek als een huis. De combinatie tussen Westerse en traditionele muziek is bij de bandbezetting gelijk duidelijk. Hoewel het achtergrondkoortje, de bassist en de N’gonibespeler Afrikaans zijn, worden de drums en gitaar bezet door twee blanke mannen.

Gedurende de nummers zullen de drummer en gitarist ook voor de brug zorgen. Terwijl de N’gonispeler, het instrument is een Afrikaanse voorloper van de banjo, zich uitleeft in hypnotiserende solo’s, speelt de gitarist er met funky riffs tegenin. Dat maakt dat Rokia Traorés muziek vanavond zeer dansbaar is. Op sommige momenten lijkt het alsof er een Afrikaanse versie van Prince op het podium staat. Traoré bewijst hier ook over een gouden stem te beschikken. In de uithalen tikt ze regelmatig de hoogste tonen aan. Als laatste nummer van de reguliere setlist wordt dit alles samengebracht in een Afrikaanse gospel. Met lange, gezongen introducties worden de verschillende bandleden swingend voorgesteld.

Deze dansliedjes worden aangevuld met rustigere nummers. Gedurende deze momenten maakt Rokia Traoré intieme en voortkabbelende nummers. De jazzy ritmes leunen, mede door de soms in het Bambara en Frans gezongen teksten, soms tegen het saaie aan.  Traoré haar stem komt op deze momenten niet volledig tot haar recht. Dat maakt dat het optreden enkele ogenblikken lichtelijk inkakt. Traoré heeft het echter wel in zich om haar stem in kleine liedjes te laten schitteren. Waarom dat vanavond niet volledig slaagt blijft dan ook de vraag.

Gelukkig is er altijd een snel ritme of een Engels gezongen nummer om daarmee de  draad weer op te pakken.  Heerlijk is het zoals de gitaar soms met een dreigend bluesmelodietje jankt, zoals de N’goni door de zaal heen jengelt en de funky melodieen die de heupen in beweging brengen. Rokia Traoré weet daarmee gemakkelijk aan te tonen een van de meest relevante Malinese acts te zijn. In navolging van haar swingende heupbewegingen staat de dansvloer aan het einde van het optreden dan ook helemaal vol.