Jambinai brengt Vera in vervoering

Zuid-Koreaanse multi-instrumentalisten geven fascinerend optreden

Tekst: Jesse Havinga Foto's: Bob de Vries ,

De onuitroeibare neiging van de mens om muziek in hokjes te plaatsen zorgt voor wat moeilijkheden bij het omschrijven van de Zuid-Koreaanse band Jambinai. Post rock? Ja, maar dan wel met behoorlijke jazz en metal invloeden en een scala aan obscure, traditionele instrumenten die de muziek van Jambinai dan weer nèt anders laten klinken dan alle voorgenoemde stromingen. En dat levert dan misschien geen volle Vera zaal op, maar wel een bijzonder mooi optreden.

Spannende instrumenten

Als de drie vaste leden en oprichters van Jambinai het eerste nummer inzetten is de sfeer in de zaal wat ingehouden, afwachtend. Ze beginnen zachtjes, met spaarzame tikjes op de xylofoon en donkere basklanken vanuit de geomungo – een enorm snaarinstrument dat zittend en met een klein bamboestokje bespeeld wordt. Meteen is duidelijk dat deze muziek concentratie vereist. Niet alleen voor de muzikanten (die soms bijna in trance lijken) maar zeker ook voor de luisteraars. Ilwoo Lee, één van de bandleden, moet flink multitasken; naast zijn 7-snarige gitaar bespeelt hij ook de piri (een rietblaasinstrument) en zorgt voor de samples met de laptop die hij naast zich heeft staan. Zo, zittend tussen de stapels instrumenten, weeft Jambinai op ingenieuze wijze een prachtig web van klanken.

Post-rock volumegebruik

De dynamiek van Jambinai's muziek komt niet alleen door het creatieve gebruik van instrumenten, samples en zang maar ook door de volumewisselingen:  van zacht naar hard werkt, dat weet elke post-rock luisteraar. Maar de korte, krachtige explosies van onversneden metal die Jambinai soms opeens uit de hoed tovert als de drummer en bassist zich bij de band hebben gevoegd, zijn even onverwacht als verfrissend. Helaas speelt de drummer veel minder met volume dan de rest van de band, waardoor de stukken met drum soms wat eenvormig klinken. Niettemin is het publiek bestaande uit een kleine 100 man zeer geboeid. Was er op het begin nog twijfel te bespeuren, uit het applaus is op te maken dat het grootste deel van de bezoekers nu wel overtuigd is. De jonge band, die in 2012 haar eerste plaat uitbracht, lijkt zelfs een beetje verrast door de enthousiaste ontvangst.

De oprichters van Jambinai hebben alle drie kunst gestudeerd aan de Nationale Universiteit van Seoul, en dat hoor – én zie –  je er aan af. Bij de hardere stukken headbangen de twee vrouwelijke bandleden zo vol gevoel dat je ziet dat er ook aan de performance naast de muziek is gedacht. Om dan opeens weer stil te vallen, hoofden naar de grond gericht. Zachtjes klinken enkele noten gitaar. Het is op deze momenten dat de zaal muisstil is en het Jambinai lukt om het publiek in vervoering te brengen. Het enige teken dat het einde van een nummer aangeeft is een zachtjes gesproken "thank you".

De thank you's zijn oprecht: Jambinai is blij en trots om hun muziek te kunnen laten horen. Voordat Jambinai aan het laatste nummer begint, vertelt Ilwoo Lee in houterig Engels over de meegenomen merchandise (“check it out please! Thank you!”) en over hun aankomende album, dat in maart 2015 uitkomt. Een beetje onzeker vraagt hij de zaal of ze dan ook weer naar hun optreden willen komen. Graag.