Gemma Ray verzorgt vanavond het voorprogramma. De zangeres valt moeilijk in een hokje te plaatsen. Soms speelt ze ouderwetse rock-’n-roll en blues. Andere momenten verliest ze zich in keiharde rock. Dit alles omringd met een duister gevoel. Dat levert enkele onderhoudende momenten op. Over het algemeen ontstijgt haar performance echter niet het niveau van een redelijk voorprogramma.
Dat is met Seasick Steve wel anders. De zanger loopt al tegen de 72 aan. Hij opent de avond met misschien wel zijn beste nummer ooit. ‘Treasures’ heeft het melancholische gevoel dat perfect bij een man van deze leeftijd past. Meteen loopt het kippenvel je over de rug. Het grijpt ook gelijk de volledige aandacht van iedereen in de grote zaal van de Oosterpoort.
Al snel komt ook de drummer erbij zitten. Doordat ze allebei bedeeld zijn met een rijkelijk groeiende baard bekruipt je het gevoel dat je naar een ZZ Top coverband zit te kijken. De boogierock die enthousiast ten gehore gebracht wordt, sluit hier vervolgens prima op aan. De drummer zorgt er voor dat het tempo omhoog gegooid wordt. Al snel staat de hele zaal op en neer te springen op up-tempo muziekjes als ‘Thunderbird’ en ‘Started Out With Nothing’. Het idee dat een gedeelte van deze nummers gespeeld wordt op handgemaakte instrumenten maakt het nog spectaculairder.
Tegelijkertijd bekruipt je ook het gevoel dat Seasick Steve langzaam in een gimmick verandert. In het begin zal zijn gedrag puur geweest zijn. Nu hij alle grote festivals inpakt lijkt het alsof Seasick zichzelf moet gaan spelen. De grote fles bier, de verhalen over zijn werkzame verleden en de uitleg over de zelfgemaakte instrumenten worden allemaal op de automatische piloot gedaan. Het publiek staat ook gretig op deze momenten te wachten. Zo verbaast het ook niemand dat er voor één nummer een jongedame uit het publiek gehesen wordt. Wanneer tegen het einde Seasick Steve afsluit door zijn gitaar op het drumstel te gooien wordt dit te voorzichtig en subtiel geworpen om voor authentiek door te gaan.
Misschien begint hij het toeren wel een beetje zat te worden. Of wellicht stijgt de roem Seasick Steve gewoon naar het hoofd. Vanavond was het duidelijk dat de rol van sympathieke blues-opa gespeeld is. De vele intermezzo’s die op dit toneelstukje gebaseerd zijn halen daarmee het tempo uit de show. Desondanks imponeert hij met zijn vlammende gitaarspel. Wanneer Steve gewoon speelt is het pure klasse. De gitaarsolo’s en opzwepende ritmes doen het goed. Het zijn ook deze momenten dat het duidelijk is waarom mannen als Jack White en John Paul Jones het podium met hem delen.