#WWV13 WinterWelVaart Dag 1: intiem en dromerig

Weidse muziek Meadowlake en Vincent Kenter gedijt goed op kleine bootjes

Tekst: Sjoerd Huismans en Petra Huijgen Foto's: Jan Westerhof ,

Op dag één van WinterWelVaart was er in muzikaal opzicht van alles te beleven: van knallende optredens van Orange Skyline en The Krontjong Devils op hoofdpodium In Den Wolligen Walvisch naar kleinere, rustiger optredens in de boten. Een blik op het programma leert dat er dit jaar een sterke nadruk ligt op de dromerige kanten van de popmuziek: optredens van onder meer The Black Atlantic, Sväva, Taking Notes en Vikings in Tibet staan nog op het programma. Vrijdag waren er ook al een paar shows in deze categorie, zoals die van Meadowlake en Vincent Kenter, die allebei overtuigen in de intieme setting van een kleine boot.

Meadowlake

Weidse post-rock in een intieme setting: dat klinkt als een interessant idee. De Groningers van Meadowlake bewijzen vanavond op de Nicolaas Mulerius dat ze in staat zijn het allemaal wat kleiner en compacter te houden. Dat neemt niet weg dat de band het nog steeds vooral in de dynamiek zoekt: van hele zachte intro’s naar keiharde outro’s die maar nét kunnen in de piepkleine ruimte. Toch dekt de benaming ‘post-rock’ de lading niet volledig: Meadowlake staat wat meer met beide benen op de grond dan de doorsnee band in het genre. De band maakt liedjes met kop en staart die soms lang uitgesponnen outro’s meekrijgen, maar in andere gevallen keurig afklokken op drieënhalve minuut.

De wat hese stem van zanger Jarno Olijve weet de dromerige muziek uitstekend te dragen en zorgt ervoor dat de band bij vlagen als een wat statischer versie van Beach House klinkt, bijvoorbeeld in Cold War of de meest recente single There’s A Fire Rising. Of toch wat meer aan The National als in Heavy, voorlopig het sterkste liedje van de band. Op de momenten dat hij rauwere emotie in zijn stem probeert te leggen, overtuigt Olijve niet echt. Overtuigend dynamiek aanbrengen doet de band een stuk meer in instrumentaal opzicht: vooral als Meadowlake als afsluiter nog één keer uitbarst in een eruptie van abstract gitaargeweld door gebruik van E-Bow en vioolstok. En daarmee niet in de minste plaats het publiek eens het zwijgen oplegt, dat tijdens de rustige liedjes rustig door blijft tetteren. 
 

Vincent Kenter

“Ik ben nog een beetje zoekende naar mezelf als muzikant hoor”, grapt Vincent Kenter terwijl hij zijn gitaar stemt. Niets is minder waar: zelfverzekerd bouwt Vincent Kenter zijn liedjes laagje voor laagje op met loops en live samples. Dat eigen geluid lijkt hij allang te hebben gevonden: dromerig, duister en soms wat melancholisch. Binnen de kortste keren is de tot de nok toe gevulde Willem Jacob betoverd.

Vroeger speelde Kenter in allerlei verschillende bandjes, maar die heeft hij inmiddels achter zich gelaten. Waar nodig vormt hij zijn eigen band met zijn loops en soundscapes, en dat hij niet vies is van een beetje experimenteren moge duidelijk zijn. “Waar zijn mijn gekleurde shakers?” Of maakt ook niet uit – Kenter besluit het allemaal zelf te doen. En dat doet hij met verve: Vincents diepe stem betovert de aanwezigen – of hij nou zingt over lucide dromen of Zuid Afrika, en of hij nou MGMT covert of Radiohead.

Dat hij goed heeft geluisterd naar die laatste is geen geheim: het nummer Inconsistent Seats heeft een hoop weg van het materiaal van de Britten. Het soms fluisterende en echoënde gebruik van de stem heeft veel weg van Thom Yorke. Het experimentele past Kenter echter als een handschoen, en de verontschuldiging naar het publiek toe dat hij zometeen wel een ‘normaler’ nummer zal spelen, is dan ook niet nodig.

Niet dat die ‘normalere’ nummers per se minder mooi zijn, het allermooiste liedje komt pas op het eind: Instrumental / St. Lucia is een schitterend, klein liedje dat Kenter schreef in Zuid Afrika. In het hypnotiserende, instrumentale voorstuk grijpt Kenter iedereen die aanwezig is, en naadloos gaat het over in St. Lucia. Tegen de tijd dat de laatste klanken geklonken hebben, wordt iedereen wakker. Hop, de kou in.